You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ZONDE ETEN<br />
Van de zonde van Mijn volk eten zij.<br />
Hosea 4:8 a.<br />
Met dierbare termen, die iedereen van overlang kent, en waarbij men geneigd is zachtjes in<br />
slaap te sukkelen, houden profeten zich niet op. Het is hun doel de mensen wakker te<br />
schudden en op te schrikken, en daarom zéggen ze 't soms "raar" en ongezouten. Zo geneert<br />
Hosea zich niet, om de priesters (want die zijn met de "zij" bedoeld) te verwijten, dat ze<br />
zonde eten. In plaats van afkeer van de zonde te hebben, wat toch zeker 'n priester betaamt,<br />
eten ze er lekker van. Ze smullen er van. 't Is om van te watertanden, zo heerlijk vinden ze 't.<br />
Kanseltaal? Och, wat stoort Hosea zich aan kanseltaal! Met deftige kanselredenen en schone<br />
oratorie worden de plooitjes der zielen wat gladgestreken, en de meesten blijven er<br />
onbewogen onder, maar de zoon van Beëri geeft daar de brui aan: zijn woorden knallen als<br />
zweepslagen, die striemen, volk en priesters tezamen.<br />
Volk èn priesters!<br />
Want Hosea is er waarlijk de man niet naar, om de kleine man eens goed de waarheid te<br />
zeggen, en daarna met de lieden van deftiger stand zoete broodjes te bakken. Als er zonden te<br />
bestraffen zijn, spaart hij niemand, hij zegt zelfs uitdrukkelijk, dat priesters en volk één lot<br />
wedervaren zal (vs 9). Na de volgelingen (vs 1-5) krijgen dus nu de voorgangers een beurt<br />
(vs 6-10).<br />
En na de priestercritiek, zoals het volk die oefende, afgewezen te hebben 19 , zal hij nu zijn<br />
eigen critiek geven. Deze is lang niet mals en culmineert in de felle beschuldiging: "Van de<br />
zonde van Mijn volk eten zij".<br />
Wat was er toch te doen met die priesters van Israël?<br />
We willen dat eens even uit het verband nagaan.<br />
Het zag er maar slecht uit met Israël destijds, hebben we vernomen: diefstal, moord en<br />
echtbreuk waren aan de (wan) orde van de dag. Maar — en zo komt de profeet vanzelf op de<br />
priesters — deze zedenverwildering moest voor een niet gering deel op rekening van het<br />
priestergilde gesteld worden. De priesters immers hadden de taak en roeping het volk in de<br />
wetten te onderwijzen, doch dit deden ze niet. Ze verwaarloosden hun ambt schromelijk.<br />
Doch nu is dit een vaste wet, dat een volk, dat geen kennis meer heeft van Gods Wet en<br />
Woord, dat van de richtsnoeren voor geloof en wandel geen weet meer heeft, z'n ondergang<br />
tegemoet snelt. Het volk gaat dus verloren en wordt verdelgd, maar het is omdat het geen<br />
kennis heeft (vs 6), en dat was de schuld der voorgangers!<br />
Dat was nog maar een zonde van nalatigheid!<br />
"Nog maar", zeg ik. Niet omdat de zonde van nalatigheid niet zeer ernstig is.<br />
Integendeel.<br />
Menigeen verkeert in de waan, dat het nalaten van wat God gebood, hem minder ernstig zal<br />
worden aangerekend dan het pertinente doen van wat God verbood; dat wie een ander<br />
benadeelde schuldiger staat dan wie z'n naasten niet bevoordeelde.<br />
19 Zie het vorige hoofdstuk: "Priestercritiek en zelf critiek".<br />
5<br />
5