02.09.2013 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

meer hunkeren naar het vergelegen land, want daar heeft hij genoeg ellende van gezien. Hij<br />

zou ook niet vragen om een bokje om met z'n vrienden vrolijk te zijn, zoals de oudste broer,<br />

die daarmee uitsprak, dat het thuis toch ook niet alles was, die zich dus meer knecht dan kind<br />

in huis voelde. Efraïm verstaat nu, dat de dankbaarheid inhoudt: dat wij ons ganse leven ons<br />

dankbaar bewijzen voor Gods weldaden. Het leven der bekering is niet: het zoeken van Gods<br />

aangezicht in de kerk en op vastgestelde gebedstijden, om dan verder eigen paden te kiezen<br />

en vèr van God de weelde te zoeken. Dat zoeken van Gods aangezicht is niet een hoogtepunt<br />

hier en daar in de laagvlakten van ons leven. Maar heel het leven wordt hoogvlakte. Het<br />

wordt tot God opgeheven. . . . voor Zijn aangezicht. Het zoeken van Gods aangezicht<br />

verbreedt zich in een leven voor Zijn aangezicht. Het laatste is resultaat van het eerste. Dat<br />

leven voor Gods aangezicht betekent niet alleen rust. ... leven onder het wakend oog van<br />

Hem, Die nooit sluimert; het betekent ook controle. Gods aangezicht ziet mij overal, in de<br />

huiskamer, in de slaapkamer, op mijn werk en in de kerk. En dat verdriet de gelovige niet.<br />

Want hij is geen knecht, die de kantjes er afloopt, als het oog des meesters hem niet ziet. Hij<br />

verricht als een kind liefdedienst, die hem nooit heeft verdroten. Daarom is het hem een lieve<br />

lust, voor Gods aangezicht te leven.<br />

In de begeerte, te leven voor Gods aangezicht, onderscheidt zich het ware geloof van het<br />

tijdgeloof.<br />

De tijdgelovige wil wel tot de Here komen, maar er niet blijven. Dat is hem te hinderlijk. Hij<br />

heeft zich namelijk niet ingedacht, dat het volgen van de Here insluit het opnemen van Zijn<br />

kruis. Hij wil wel één mijl met zijn naaste afleggen, maar twee mijlen is hem te veel. Het is<br />

hem niet mogelijk, z'n oog uit te rukken, dat hem ergert. Op den duur worden de eisen van<br />

het Woord hem te machtig. Want leven voor Gods aangezicht betekent ook: de voeten te<br />

zetten op de gloeiende kolen van het altaar, om levend verteerd te worden in 's Heren dienst.<br />

Ziehier dan het nieuwe leven, waartoe Efraïm zal worden opgewekt door Gods wondermacht<br />

en genade... . het reveil!<br />

Bij de woorden: "Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derden dage zal Hij ons<br />

oprichten, en wij zullen leven voor Zijn aangezicht", merkt iemand 23 op: "wij zoeken hier,<br />

hoe verleidelijk het ook zij, geen toespeling op de verrijzenis van <strong>Christus</strong>". Wij wèl. En<br />

zelfs méér dan een toespeling. Het gaat hier zelfs in de eerste plaats om <strong>Christus</strong>. Hier is door<br />

de mond van Hosea <strong>Christus</strong> aan 't woord, Die gescheurd, van God geslagen was, maar.... na<br />

drie dagen weer zal opstaan. Ik twijfel er niet aan, of de Heiland heeft ook door de uitlegging<br />

van deze tekst uit Hosea de harten der Emmaüsgangers doen branden.<br />

Door deze opstanding van <strong>Christus</strong> (het Hoofd) was de opstanding, het reveil van Israël (het<br />

lichaam), alleen mogelijk.<br />

Want wat nut ons de opstanding van <strong>Christus</strong>?<br />

Dat wij: door Zijne kracht worden opgewekt tot een nieuw leven.<br />

Daarom zingen wij: Gun door 't geloof in <strong>Christus</strong> krachten, om die te doen uit dankbaarheid.<br />

Déze dankbaarheid: dat wij voor Zijn aangezicht mogen léven.<br />

Dat leven is het ware leven. Het is een beginsel van het eeuwige leven!<br />

Het is hier nog vaak een strompelen, maar onze blijdschap zal ten hoogsten toppunt stijgen,<br />

als wij Hem mogen zien van aangezicht tot aangezicht. Wat dat betekent, is met arme<br />

mensenwoorden niet te zeggen.<br />

23 J. A. Tazelaar: Woestijn en Wijngaard, blz. 65.<br />

98

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!