wel uit voor de medici der wereld, voor herstellers van de orde en beminnaars van de vrede, maar dit berust op misverstand, zowel bij die het zeggen, als die er aan geloven. Van z'n gezwel moest Israël genézen worden, en daarvoor is het zwaard van een generaal niet het aangewezen instrument. Rust, zegt Dr Mebius in zijn populair geneeskundig handboek, en vooral veel frisse lucht heeft zo'n beentuberculose-patiënt nodig, en het is dus een glad verkeerde weg, om zich te begeven naar iemand, die Jareb, de strijdlustige, heet, en de bedorven lucht van gifgassen aan het front in te ademen. Rust te zoeken aan het front, genezing bij de vechtjassen, en reformatie bij de strijdlustigen is min of meer dwaas, vindt Hosea. Daarom drijft hij ietwat de spot met deze t.b.c.-patiënt, die voor alles rust behoeft en de strijd zoekt, de Geneesheer voorbijloopt, en bij een generaal in consult gaat. Er zijn te allen tijde dwazen geweest, en ze zijn er nog! Het is een jammerlijk verschijnsel, indien hetzij in het leven van de enkeling, hetzij in het leven der kerk, een kwaad voortvreet gelijk de kanker een zonde innerlijk knaagt aan de wortel, zoals de mot het kleed bederft en een beeneter de gezondheid verwoest en het gestel ruïneert. De zonde kan verschillende namen dragen. Elke zonde doet sloperswerk. Niet op eenmaal, maar langzaamaan, voetje voor voetje. Eerst kan men zondigen, vervolgens wil men zondigen, en eindelijk moet men zondigen, en wat eerst nog verborgen bleef, breekt eindelijk uit in een lelijk gezwel. Er wordt verteld, dat de auteur van het bekende "Laatste Avondmaal" een model zocht voor de Judasfiguur aan de Avondmaalstafel. Hij zocht jarenlang, totdat hij ten laatste iemand vond met een echt vals verradersgezicht. Het bleek toen, dat dezelfde man hem destijds gediend had tot model voor: de <strong>Christus</strong>figuur! Wie de zonde doet, wordt een dienstknecht der zonde! Als de zonde, die het meest de kwaadaardige werking van de beeneter nabij komt, wijst de Schrift de nijd aan: Nijd is verrotting der beenderen. Men kan dus ook lezen: nijd is een tuberkelbacil. Langzaam maar zeker doet hij zijn vernietigend werk in het verborgene. Hij vernielt grondig het "leven met God" bij hem die de nijd koestert. Hij breekt eveneens het kerkelijk leven kapot, maar dat gaat o zo langzaam. Maar zéker in elk gevàl! O, als de nijd en de jaloezie, naijver en partijschappen in de kerk des Heren wortel schieten! Dan lijdt zij aan de meest gevreesde ziekte. Dan constateert de Schrift: t.b.c.; verrotting der beenderen. Dan is de mot in haar levenskleed gekomen. Van buiten lijkt het dan nog heel mooi. We dragen een deftig gereformeerd pakje. We lopen ons in 't zweet voor de beginselen. We zijn en blijven belijdende kerk. We zien er blozend uit, maar. ... dit blosje kan een verraderlijk blosje zijn! En wat heb ik aan de buitenkant, als de binnenkant niet deugt? De Catechismus wijst er ons in Zondag 32 op, dat de kerk, die de waarheid, van ellende en verlossing belijdt, ook door de H. Geest tot het evenbeeld van <strong>Christus</strong> vernieuwd wordt. <strong>Christus</strong> is een volkomen Zaligmaker. Hij werkt vóór ons en werkt ook in ons, hoewel men over dat werk van <strong>Christus</strong> in ons vaak liefst niet te veel wil spreken. Hij maakt de kerk niet alleen tot een belijdende kerk, en ook niet alleen tot een zalige kerk hiernamaals, maar ook tot een kerk van andere mensen, die naar het evenbeeld van <strong>Christus</strong> vernieuwd zijn. Die dus Zijn trekken vertonen! En wat blijft daar nu van over, als de nijd de trekken verstart, en de jaloezie bittere woorden 93
doet spreken en de pen doopt in gal, en naijver en twist de eenheid kapot slaan? Nijd is t.b.c. der beenderen! Lijden wij aan dit kwaad? Vertónen zich de symptomen van dit vreselijk ziektebeeld? Sommigen zeggen: nee; er zit niets; er zit helemaal niets; ik zie er niets van! Het kan zijn. Als Efraïm zijn krankheid ziet, en Juda z'n gezwel, dan is het gewoonlijk al te laat. Het laatste stadium! Maar men kan het ook voelen. In een zekere vermoeidheid en loomheid. Er komt dan een afmatting en lusteloosheid en gebrek aan eetlust. Ook een duidelijk merkbare prikkelbare stemming.... men begrijpt wat ik met dit alles bedoel! De genezing van deze kwaal is niet de strijd, maar de rust. Niet de generaal, maar de medicijnmeester, de grote Medicijnmeester kan hier helpen. Tot Hem hebben we onze boden en gebeden te zenden. Met de ernstige vraag, of Hij ons in Zijn almacht en genade verlossen wil van de vreselijkste van alle ziekten, de verrotting der beenderen. 94
- Page 1 and 2:
Gepubliseer op: Deur Christus Allee
- Page 3 and 4:
Inhoud DE ZOON VAN BEËRI .........
- Page 5 and 6:
Hosea, daartegen reeds horen toorne
- Page 7 and 8:
woord, het Woord des Heren kracht b
- Page 9 and 10:
aannemelijker is het dan nog als ie
- Page 11 and 12:
heerscharen en toch daarmee eigen r
- Page 13 and 14:
De man! Hosea! In twee woorden kan
- Page 15 and 16:
O, ik hoor boven het verwereldlijkt
- Page 17 and 18:
voor, dat de Here nü kwam zeggen,
- Page 19 and 20:
grond der zaak was Jehu .... een mo
- Page 21 and 22:
Israëls profeten, zangers en histo
- Page 23 and 24:
Drijft het in elk geval niet tot he
- Page 25 and 26:
zijn. Wat is dan waar! Het eerste o
- Page 27 and 28:
En zo staat het in de Schrift óók
- Page 29 and 30:
Als het op de een of andere manier
- Page 31 and 32:
concentreert, des te beter zal het
- Page 33 and 34:
en al haar rein verlangen Heeft Hij
- Page 35 and 36:
aan de kaak te stellen. Maar Hij wi
- Page 37 and 38:
grimmigheid"? Of is dit soms bitter
- Page 39 and 40:
In de woestijn van Juda wordt Johan
- Page 41 and 42:
niet doen gelden. Zij trekt niet ov
- Page 43 and 44: Wanneer wordt het dal Achor tot een
- Page 45 and 46: echt op Zijn volk, en dat volk rech
- Page 47 and 48: aangezien de hemelse vreugde geen t
- Page 49 and 50: haar terug te halen. En niet alleen
- Page 51 and 52: opzoekende liefde; het zal met die
- Page 53 and 54: "De man, die in overmoed handelt do
- Page 55 and 56: Aan zelfcritiek is onze tijd doodar
- Page 57 and 58: Het is slechts een waan. Nalatighei
- Page 59 and 60: "Dat ik mijzelven tot een levend da
- Page 61 and 62: afdoende — verontschuldiging dien
- Page 63 and 64: de gesprekken voor en na de preek.
- Page 65 and 66: We kijken eerst nog even naar Isra
- Page 67 and 68: Hij achtervolgt hen, die op eigen g
- Page 69 and 70: vrijmoedigheid schijnt eensklaps ge
- Page 71 and 72: Van de kinderen Gods kan en mag nu
- Page 73 and 74: "Here, Gij doorgrondt en kent mij;
- Page 75 and 76: De Here kent ons. Hij kent ons alle
- Page 77 and 78: schuilen gewoonlijk in alle mogelij
- Page 79 and 80: aangeroepen door den huize Jacobs!
- Page 81 and 82: Dit is duidelijke taal, en de profe
- Page 83 and 84: Aan de edele wingerd kunnen wilde l
- Page 85 and 86: daar eens een kijkje te nemen. Met
- Page 87 and 88: Het noodlottigste is, dat deze vija
- Page 89 and 90: Om dit te verstaan, moet men bedenk
- Page 91 and 92: andkast van uitgezonderd. Het gaat
- Page 93: het kleed volgt de ziekte van de me
- Page 97 and 98: de mens geen onrecht doet (in Isra
- Page 99 and 100: meer hunkeren naar het vergelegen l
- Page 101 and 102: duidelijk, dat Israël verwacht en
- Page 103 and 104: "geduldig" zijn. Dat is geen vrucht
- Page 105 and 106: profeten, dat ze niet tot "beschouw
- Page 107 and 108: Maar waar de burgerlijke wetgever e
- Page 109 and 110: Verschrikkelijke toestanden, is iem
- Page 111 and 112: gezinsleven en in het kerkelijk lev
- Page 113 and 114: oosheid" 36 , maar in verband met v
- Page 115 and 116: ander, die een wiegeliedje zingt, d
- Page 117 and 118: Het verbrandde en verschroeide aan
- Page 119 and 120: Deze onvruchtbare vijgeboom wordt u
- Page 121 and 122: onderscheidene hoven, maar het is n
- Page 123 and 124: VERSTANDIGE EZELS De wilde ezel hou
- Page 125 and 126: Angst is geen zwakheid, maar kracht
- Page 127 and 128: ZAAIING EN OOGST Want wind zaaien z
- Page 129 and 130: Welnu, zegt Hosea, de uitkomst zal
- Page 131 and 132: LOEREN OF LUISTEREN De wachter over
- Page 133 and 134: of men niet de profeet in zijn woor
- Page 135 and 136: Maar dat Hosea, de profeet des Here
- Page 137 and 138: gedachten van zichzelf. Hij erkent:
- Page 139 and 140: te brengen natuurlijk. En hoe meer
- Page 141 and 142: PALSTAANDERS Sinds de dagen van Gib
- Page 143 and 144: Gericht en verdoemenis! Het Avondma
- Page 145 and 146:
GELIEFKOOSDE BEZIGHEDEN Efraïm was
- Page 147 and 148:
Maar op het zwaardere komt het aan.
- Page 149 and 150:
Amelek, zal verslaan. En Egypte moe
- Page 151 and 152:
vinden. Maar ze hebben 't niet meer
- Page 153 and 154:
het koor van stemmen van "de duivel
- Page 155 and 156:
Ik belijden voor Mijn Vader, Die in
- Page 157 and 158:
vernederen, wordt aan het slot van
- Page 159 and 160:
DE VADEREN EN WIJ! In de moederscho
- Page 161 and 162:
overwinnend leven geweest. Israël!
- Page 163 and 164:
OPGEBORGEN ZONDE Welbewaard is Efra
- Page 165 and 166:
schuldbekentenissen schrijft, en zo
- Page 167 and 168:
LELIE EN LIBANON Ik zal zijn als de
- Page 169:
loemen, maar behoren dan ook te blo