You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
DIE HET ZILVER RIJKELIJK SCHENKT<br />
Zij echter beseft niet, dat Ik het ben, Die haar het koren, de<br />
most en de olie heb gegeven, Die haar het zilver rijkelijk<br />
geschonken heb en het goud, dat zij voor de Baal gebruikt<br />
hebben.<br />
Hosea 2:7.<br />
Het is geen "afschuwelijk misverstand", maar zeer bepaald onverstand, waarover Zich de<br />
Here ernstig beklaagt tegenover Zijn volk, Zijn "vrouw", zoals Israël hier nog altijd heet. Zij<br />
beseft namelijk niet, "dat Ik het ben, Die haar het koren, de most en de olie heb gegeven, Die<br />
haar het zilver rijkelijk geschonken heb en het goud".<br />
Dit was schuldige onwetendheid.<br />
Niemand beter dan het "openbaringsvolk" kón weten, dat de Here was niet alleen de<br />
Schepper van hemel en aarde, maar ook Degene, Die alles door Zijn Voorzienigheid<br />
onderhoudt en regeert.<br />
In verschillende toonaarden hadden de Psalmen dit voorgezongen.<br />
"Des Heren is de aarde en haar volheid,<br />
de wereld en die daarop wonen.<br />
Want Hij heeft haar op de zeeën gegrond<br />
en op de stromen gevestigd." (Ps. 24:1, 2)<br />
"Want Mij behoort al het gedierte van het woud,<br />
het vee op bergen, rijk aan runderen.<br />
Ik ken al het gevogelte der bergen,<br />
wat zich roert op het veld, staat Mij ter beschikking." (Ps. 50:10,11)<br />
"Zij allen wachten op U,<br />
dat Gij hun spijze geeft te rechter tijd;<br />
geeft Gij hun die, zij zamelen op,<br />
opent Gij Uw hand, zij worden met goed verzadigd." (Ps. 104:27, 28)<br />
Dit alles nu, wat eeuw in eeuw uit Israëls vromen uit de volheid van 't gemoed hebben<br />
beleden, en ze in Sions tempelzangen hebben uitgezongen, dat weet het Israël van vandaag<br />
niet meer. De allereerste beginselen van de "kennisse Gods" is het kwijtgeraakt.<br />
Bleef het daar nu nog maar bij! Maar de onwetendheid is aog veel schuldiger!<br />
In zekere zin geldt het immers voor alle schepselen, dat het God de Here is, die hen goed doet<br />
vanuit de hemel, vullende hun mond met spijs, en hun harten met vrolijkheid. Maar boven<br />
alle anderen had Israël een bijzonder voorrecht. Want God was met Israël in een verbond<br />
getreden! Uit dien hoofde besteedde Hij aan Israël zeer bijzondere aandacht en zorg. Zoals<br />
een man voor zijn vrouw zorgt, zó zou de Here voor Zijn volk zorgen, want dat verbond was<br />
een soort huwelijkssluiting.<br />
En de Here had gezorgd. Hij had ze om zo te zeggen vertroeteld. Zij was een weeldevrouwtje<br />
geworden; al wat Hij maar bedenken kon om haar te geven, dat gaf Hij, mild en overvloedig,<br />
en<br />
Al wat zij smeekt' uit 's harten grond,<br />
3<br />
1