27.02.2013 Views

Archeologisch onderzoek in de omgeving van het prehistorische

Archeologisch onderzoek in de omgeving van het prehistorische

Archeologisch onderzoek in de omgeving van het prehistorische

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

116<br />

—<br />

afgezet en dat <strong>het</strong> tussentijds door <strong>de</strong> neolithische<br />

mens is gebruikt, waarbij op verschillen<strong>de</strong><br />

niveaus <strong>in</strong> <strong>het</strong> colluvium materiële resten zijn<br />

achtergelaten. Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> hypothese is dat <strong>de</strong><br />

vondsten <strong>van</strong> el<strong>de</strong>rs met <strong>het</strong> colluvium zijn aangevoerd.<br />

Welke <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze hypothesen <strong>de</strong> meest<br />

waarschijnlijke is, kan alleen door gravend <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong><br />

wor<strong>de</strong>n beantwoord. Op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bor<strong>in</strong>g <strong>in</strong> raai A-zuid kan wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd<br />

dat <strong>de</strong> genese <strong>van</strong> <strong>het</strong> colluvium en <strong>de</strong> hell<strong>in</strong>gafzett<strong>in</strong>gen<br />

<strong>in</strong> relatie tot <strong>het</strong> landgebruik <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

Neolithicum aan <strong>de</strong> zuidrand <strong>van</strong> De Kaap ondui<strong>de</strong>lijk<br />

is.<br />

Over een traject <strong>van</strong> 760 m (tussen <strong>de</strong> bor<strong>in</strong>gen<br />

22 en 92) is <strong>het</strong> oorspronkelijke bo<strong>de</strong>mprofiel tot<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> E- of Bt- en sporadisch <strong>in</strong> <strong>de</strong> C-horizont<br />

verstoord; <strong>de</strong>ze zone ligt tussen 121,2 en 122,6 m<br />

+NAP. Naar <strong>het</strong> westen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> De Kaap, neemt <strong>de</strong> gaafheid <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

bo<strong>de</strong>mprofiel af. Uit raai E, G en H blijkt dat <strong>de</strong><br />

E-horizont nergens bewaard is gebleven en <strong>de</strong><br />

Bt-horizont slechts <strong>in</strong> een beperkt aantal bor<strong>in</strong>gen,<br />

waarbij <strong>de</strong> dikte <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze horizont vaak beperkt<br />

is (afb. 18, 20 en 30). Vaak ontbreekt <strong>het</strong><br />

af<strong>de</strong>kken<strong>de</strong> lösspakket en dagzomen <strong>de</strong> gr<strong>in</strong>drijke<br />

Maasafzett<strong>in</strong>gen. Naar <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

plateau toe is <strong>het</strong> oorspronkelijke oppervlak <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> loop <strong>van</strong> <strong>de</strong> tijd verlaagd, waarbij vooral<br />

laagsgewijze (sheet) erosie en geul(rill)erosie een<br />

rol hebben gespeeld. De hell<strong>in</strong>gsteiltekaart (afb.<br />

8) geeft een goed beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> voor erosie gevoelige<br />

gebie<strong>de</strong>n: met name <strong>in</strong> <strong>de</strong> gele zones<br />

(hell<strong>in</strong>gsteilte 2 tot 8 %) op <strong>de</strong>ze kaart aan <strong>de</strong><br />

rand <strong>van</strong> <strong>het</strong> plateau kan <strong>het</strong> oorspronkelijke<br />

oppervlak zijn verdwenen. In enkele bor<strong>in</strong>gen<br />

zijn afwijken<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mprofielen aangetroffen<br />

die kunnen wor<strong>de</strong>n geïnterpreteerd als sporen,<br />

zoals <strong>in</strong> bor<strong>in</strong>g 47 en 58 <strong>van</strong> raai A-zuid, bor<strong>in</strong>g<br />

537 <strong>in</strong> raai E en <strong>in</strong> <strong>de</strong> bor<strong>in</strong>gen 800, 801, 802, 804<br />

en 805 <strong>van</strong> raai KK. In <strong>de</strong>ze sporen, met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> bor<strong>in</strong>g 537, zijn archeologische <strong>in</strong>dicatoren<br />

als houtskool, gebroken natuursteen,<br />

aar<strong>de</strong>werk en/of vuursteen aangetroffen. Deze<br />

sporen zijn aangetroffen op perceel 140G. Ook<br />

op <strong>het</strong> westelijker gelegen perceel 039G is <strong>in</strong> raai<br />

H een grondspoor opgeboord. Behalve sporen<br />

met artefacten zijn <strong>in</strong> raai A <strong>in</strong> 19 bor<strong>in</strong>gen vondsten<br />

<strong>in</strong> een ongestoor<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mhorizont aange-<br />

troffen. De vondsten komen voornamelijk uit <strong>de</strong><br />

E-horizont en Bt-horizont en sporadisch ook uit<br />

<strong>de</strong> C-horizont. In vijf <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bor<strong>in</strong>gen komen<br />

verschillen<strong>de</strong> artefactcategorieën samen <strong>in</strong> situ<br />

voor; <strong>de</strong>ze associaties zijn vrijwel uitsluitend op<br />

perceel 140G gevon<strong>de</strong>n. Het voorkomen <strong>van</strong><br />

sporen en artefacten <strong>in</strong> situ is geassocieerd met<br />

dat ge<strong>de</strong>elte (perceel 140G) <strong>van</strong> raai A, waar <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>m <strong>het</strong> beste geconserveerd is (tabel 50). De<br />

aard <strong>van</strong> <strong>de</strong> sporen en <strong>de</strong> vondsten <strong>in</strong> ongestoor<strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>mhorizonten laten zich op grond<br />

<strong>van</strong> uitsluitend bor<strong>in</strong>gen niet eenvoudig dui<strong>de</strong>n.<br />

Het kan gaan om antropogene sporen, zoals kuilen<br />

en greppels; natuurlijke sporen die <strong>het</strong> gevolg<br />

zijn <strong>van</strong> biotische processen (bijvoorbeeld<br />

boomvallen, graafgangen <strong>van</strong> dieren) of biotische<br />

processen (bijvoorbeeld <strong>de</strong>pressies en geulen<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgrond) waar<strong>in</strong> artefacten zijn terechtgekomen.<br />

Ook is <strong>het</strong> mogelijk dat vondsten<br />

die nu aan bo<strong>de</strong>mhorizonten zijn toegewezen <strong>in</strong><br />

werkelijkheid uit sporen komen, maar dat die<br />

niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> boor zijn herkend. De juiste aard <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> sporen die door <strong>de</strong> grondbor<strong>in</strong>gen en weerstandsmet<strong>in</strong>g<br />

zijn ge<strong>de</strong>tecteerd, kunnen alleen<br />

door gravend <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> wor<strong>de</strong>n bepaald. De<br />

ou<strong>de</strong>rdom <strong>van</strong> <strong>de</strong> sporen en vondsten <strong>in</strong> <strong>de</strong> holocene<br />

bo<strong>de</strong>mhorizonten kan nog niet na<strong>de</strong>r<br />

wor<strong>de</strong>n bepaald: <strong>het</strong> handgevorm<strong>de</strong> aar<strong>de</strong>werk<br />

is onmiskenbaar prehistorisch. Bij (vuur)stenen<br />

artefacten zijn met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>van</strong> enkele bijlfragmenten<br />

geen diagnostische typen voorhan<strong>de</strong>n.<br />

Vermoe<strong>de</strong>lijk is <strong>het</strong> meren<strong>de</strong>el <strong>van</strong> neolithische<br />

ou<strong>de</strong>rdom; <strong>de</strong> artefacten die uit <strong>de</strong><br />

C-horizont afkomstig zijn, kunnen een hogere<br />

ou<strong>de</strong>rdom hebben.<br />

Uit <strong>de</strong> bor<strong>in</strong>gen blijkt dat een groot ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> artefacten uit een verstoor<strong>de</strong> context komt<br />

(tabel 51). Artefacten <strong>van</strong> vuur- en natuursteen<br />

komen zowel <strong>in</strong> een gestoor<strong>de</strong> als ongestoor<strong>de</strong><br />

context voor. Dit geldt niet voor handgevormd<br />

prehistorisch aar<strong>de</strong>werk of gebakken leem, dat<br />

is niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> verstoor<strong>de</strong> context <strong>van</strong> <strong>de</strong> bouwvoor<br />

of <strong>het</strong> colluvium aangetroffen. Vermoe<strong>de</strong>lijk<br />

zijn <strong>de</strong> conserver<strong>in</strong>gsomstandighe<strong>de</strong>n <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong>ze context ongeschikt voor <strong>de</strong>ze materialen<br />

om te overleven. De afwissel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> vochtigheid,<br />

<strong>de</strong> vries- en dooicycli, alsook <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mbewerk<strong>in</strong>g,<br />

spelen vermoe<strong>de</strong>lijk een belangrijke rol bij

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!