27.02.2013 Views

Archeologisch onderzoek in de omgeving van het prehistorische

Archeologisch onderzoek in de omgeving van het prehistorische

Archeologisch onderzoek in de omgeving van het prehistorische

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

en jongere afzett<strong>in</strong>g is dan <strong>de</strong> kalkrijke löss.207<br />

Dat <strong>de</strong> diepte <strong>van</strong> <strong>de</strong> kalkloze löss gelijke tred<br />

houdt met <strong>het</strong> huidige oppervlak betekent dat<br />

<strong>het</strong> tegenwoordige reliëf <strong>in</strong> zekere mate correspon<strong>de</strong>ert<br />

met dat <strong>van</strong> <strong>de</strong> kalkrijke löss. Kortom,<br />

<strong>de</strong> huidige hoogtes en laagtes waren al aanwezig<br />

na <strong>de</strong> afzett<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> kalkrijke löss.<br />

In <strong>de</strong> bor<strong>in</strong>gen zijn op verschillen<strong>de</strong> plaatsen afwijken<strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>mprofielen vastgesteld die dui<strong>de</strong>n<br />

op <strong>de</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> grondsporen. Het antropogene<br />

karakter <strong>van</strong> <strong>de</strong> sporen kon meestal<br />

niet met zekerheid wor<strong>de</strong>n bepaald; zelfs <strong>de</strong><br />

aanwezigheid <strong>van</strong> vondstcategorieën als vuurstenen,<br />

aar<strong>de</strong>werk, leem, natuursteen en gecremeerd<br />

bot <strong>in</strong> een spoor geven geen zekerheid.<br />

Deze vondstcategorieën zijn talrijk <strong>in</strong> <strong>het</strong> gebied<br />

en hoeven niet noodzakelijk <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rdom of genese<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> spoor aan te geven. Het ontbreken<br />

<strong>van</strong> donkergrijs humeus bo<strong>de</strong>mmateriaal <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

aangeboor<strong>de</strong> sporen, dat kenmerkend is voor <strong>de</strong><br />

bouwvoor, geeft wel aan dat ze gevormd zijn<br />

voor <strong>de</strong> (sub)recente aanleg <strong>van</strong> <strong>de</strong> landbouwpercelen.<br />

Ook <strong>de</strong> veelal gehomogeniseer<strong>de</strong> vull<strong>in</strong>g<br />

duidt op een aanzienlijke ou<strong>de</strong>rdom <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

sporen. De tot nu verzamel<strong>de</strong> gegevens wijzen<br />

erop dat <strong>de</strong> sporen vooral voorkomen aan <strong>de</strong><br />

ran<strong>de</strong>n <strong>van</strong> De Kaap. Het kan gaan om neerslag<br />

<strong>van</strong> menselijke activiteiten, maar eveneens om<br />

<strong>het</strong> gevolg <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> abiotische en biotische<br />

processen. Hierbij kan wor<strong>de</strong>n gedacht aan<br />

geulen die door erosie zijn ontstaan en die later<br />

weer zijn opgevuld met sediment, aan (kle<strong>in</strong>e)<br />

<strong>de</strong>pressies die zijn opgevuld met colluvium, of<br />

aan boomvallen. Boom- of w<strong>in</strong>dvallen mogen<br />

wor<strong>de</strong>n verwacht <strong>in</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>ms <strong>van</strong> <strong>de</strong> plateauran<strong>de</strong>n<br />

die door erosie <strong>in</strong>stabiel zijn gewor<strong>de</strong>n.<br />

Door <strong>het</strong> geofysische <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> was <strong>het</strong> mogelijk<br />

om patronen <strong>in</strong> <strong>de</strong> grondsporen te ont<strong>de</strong>kken<br />

en <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g er<strong>van</strong> te bepalen. Een voorbeeld<br />

hier<strong>van</strong> zijn <strong>de</strong> twee of drie langwerpige<br />

anomalieën op perceel 140G. Een <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze anomalieën<br />

is <strong>in</strong> <strong>de</strong> boorraaien K en K-K vastgesteld<br />

en is geïnterpreteerd als greppels. Geofysisch<br />

<strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> is ook uitgevoerd op <strong>de</strong> percelen<br />

009G, 105G en 024G langs <strong>de</strong> zuidrand <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

Savelsbos, met als doel <strong>de</strong> zuidoostelijke grens<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> mijnbouwgebied vast te stellen. Dit le-<br />

ver<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>re puntlocaties op die mogelijke<br />

schachten representeren. In één <strong>van</strong> die schachten<br />

op perceel 105 is geboord. Het grondspoor <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong>ze bor<strong>in</strong>g (no. 603) reikte tot een diepte <strong>van</strong><br />

240 cm en lever<strong>de</strong> 195 artefacten en 427 mogelijke<br />

artefacten op. Waterbolk heeft op perceel<br />

105 door een opgrav<strong>in</strong>g enkele schachten ont<strong>de</strong>kt<br />

die door <strong>het</strong> geofysische <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> opnieuw<br />

zijn geregistreerd.208<br />

In veel gevallen werd <strong>het</strong> fysisch-geografische<br />

boor<strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> gecomb<strong>in</strong>eerd met archeologische<br />

bor<strong>in</strong>gen; hiervoor werd een boor met een<br />

diameter <strong>van</strong> 12 cm gebruikt. Het opgeboor<strong>de</strong><br />

sediment werd per bo<strong>de</strong>mhorizont of per bepaal<strong>de</strong><br />

laagdikte verzameld en met water gezeefd<br />

over een maaswijdte <strong>van</strong> 2 bij 2 mm. In totaal<br />

zijn er 150 bor<strong>in</strong>gen uit 7 raaien gezeefd.209<br />

Dit lever<strong>de</strong> 4210 vondsten op (tabel 111). Het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

aantal vondsten per bor<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een raai<br />

varieert <strong>van</strong> 160 <strong>in</strong> boorraai M op perceel 105G<br />

tot 0,7 per bor<strong>in</strong>g <strong>in</strong> raai K-K. De vondsten bestaan<br />

voor 99,2% uit vuursteen en overig natuursteen.<br />

Gecremeerd bot, gebakken leem en<br />

handgevormd aar<strong>de</strong>werk is zel<strong>de</strong>n aangetroffen.<br />

Uit tabel 111 blijkt dat ruim 78% <strong>van</strong> <strong>de</strong> vondsten<br />

is geïnterpreteerd als mogelijk vuurstenen artefact.<br />

Het zijn veelal kle<strong>in</strong>e fragmenten vuursteen<br />

(< 5 mm) waar<strong>van</strong> niet met zekerheid kan wor<strong>de</strong>n<br />

gezegd of <strong>het</strong> artefacten zijn. Hetzelf<strong>de</strong><br />

geldt voor <strong>de</strong> verbran<strong>de</strong> fragmenten vuursteen,<br />

<strong>de</strong>ze omvatten 6,1% <strong>van</strong> <strong>de</strong> vondsten. De verbrand<strong>in</strong>g<br />

is vaak <strong>in</strong>tens, waardoor niet kan wor<strong>de</strong>n<br />

vastgesteld of <strong>het</strong> artefacten zijn geweest.<br />

De mogelijke artefacten komen voor <strong>het</strong> meren<strong>de</strong>el<br />

uit <strong>de</strong> bouwvoor (57,4%) en <strong>het</strong> colluvium<br />

(18,4%).210 De verbran<strong>de</strong> fragmenten vuursteen<br />

stammen eveneens voornamelijk uit <strong>de</strong> bouwvoor<br />

(71,5%) en <strong>het</strong> colluvium (18%). De oorsprong<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> vuurstenen artefacten ligt voor<br />

42% <strong>in</strong> <strong>de</strong> bouwvoor, voor 12,9% <strong>in</strong> <strong>het</strong> colluvium,<br />

ca. 6,5% komt uit een onverstoor<strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>mhorizont en 38,6% stamt uit een<br />

grondspoor. Natuurstenen artefacten komen<br />

voor 32,4% uit <strong>de</strong> bouwvoor, 9% uit <strong>het</strong> colluvium,<br />

46,8% uit een onverstoor<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mhorizont<br />

en 11,7% uit een grondspoor. Als we aanne-<br />

231<br />

—<br />

²⁰⁷ Mücher 1973.<br />

²⁰⁸ Waterbolk 1994.<br />

²⁰⁹ De gegevens uit boorraai C <strong>van</strong> perceel<br />

731G zijn niet meegerekend, omdat <strong>de</strong><br />

vondsten voornamelijk uit een secundaire<br />

context<br />

stammen.<br />

²¹⁰ Wanneer <strong>de</strong> mogelijke artefacten (n=427)<br />

uit <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstel<strong>de</strong> mijnschacht op<br />

perceel 105 (bor<strong>in</strong>g 603, boorraai M) niet<br />

wor<strong>de</strong>n mee gerekend, bedragen <strong>de</strong> percentages<br />

voor <strong>de</strong> bouwvoor en <strong>het</strong> colluvium<br />

respectievelijk 65,8 en 21,1.<br />

²¹¹ X² = 96,8, df = 1, p = 0,00.<br />

²¹² X² = 140 df = 1, p = 0,00.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!