27.02.2013 Views

Archeologisch onderzoek in de omgeving van het prehistorische

Archeologisch onderzoek in de omgeving van het prehistorische

Archeologisch onderzoek in de omgeving van het prehistorische

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

234<br />

—<br />

²¹⁵ Het begrip macrolithisch artefact is ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd<br />

door Wansleeben & Verhart<br />

1990, 398.<br />

²¹⁶ Waterbolk 1994, 42. Vergelijkbare lengten<br />

(tussen 150 en 210 mm) wor<strong>de</strong>n genoemd<br />

voor <strong>de</strong> kl<strong>in</strong>gen uit <strong>het</strong> mijngebied <strong>van</strong><br />

Spiennes, <strong>de</strong> breedtes zijn door ger<strong>in</strong>ger;<br />

<strong>de</strong>ze variëren <strong>van</strong> 25 tot 35mm. De diktes<br />

variëren <strong>van</strong> 7 tot 10 mm (Collet, Hazeur<br />

& Lech 2008, 59).<br />

²¹⁷ Het begrip macrolithische kl<strong>in</strong>g is ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd<br />

door Wansleeben & Verhart 1990,<br />

398 als een kl<strong>in</strong>g die langer is dan 80<br />

mm. In navolg<strong>in</strong>g <strong>van</strong> De Grooth et al.<br />

(2011, 80) voegen we aan <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie<br />

een breedte <strong>van</strong> m<strong>in</strong>imaal 25 mm toe.<br />

²¹⁸ Waterbolk (1994, 42) <strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieert dit type<br />

kern als een artefact met een hoefijzervormige<br />

dwarsdoorsne<strong>de</strong> en een hoge<br />

leestvormige lengtedoorsne<strong>de</strong>. De kernen<br />

hebben een uitgangslengte <strong>van</strong> 210<br />

tot 220 mm, een breedte <strong>van</strong> 100-120 mm<br />

en een dikte <strong>van</strong> eveneens 100-120 mm.<br />

De restkernen variëren <strong>in</strong> lengte <strong>van</strong> 130<br />

tot 190 mm en <strong>in</strong> <strong>de</strong> breedte <strong>van</strong> 70 tot<br />

120 mm. Franzen & Franzen (1987, 60)<br />

noemen 100 tot 250 mm als lengte <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

restkernen uit Rijckholt.<br />

kan wor<strong>de</strong>n gedacht aan bo<strong>de</strong>mbewerk<strong>in</strong>g,<br />

vorstwerk<strong>in</strong>g en <strong>het</strong> afbran<strong>de</strong>n <strong>van</strong> landbouwpercelen.<br />

Helaas ontbreken momenteel betere<br />

selectiecriteria om gebruikt <strong>van</strong> ongebruikt natuursteen<br />

te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Het aan<strong>de</strong>el natuurstenen<br />

artefacten bedraagt altijd m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

dan 5%, een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is akker 17G met een<br />

percentage <strong>van</strong> 25,8%. Het gaat hier voornamelijk<br />

om gebroken en verbran<strong>de</strong> brokken kwarts,<br />

kwartsiet en kwartsitische zandsteen.<br />

De gebruikte vuursteen is hoofdzakelijk Rijckholt-vuursteen;<br />

<strong>het</strong> aan<strong>de</strong>el <strong>van</strong> dit type varieert<br />

per perceel <strong>van</strong> 83,6 tot 91%. Dit wil niet zeggen<br />

dat <strong>het</strong> altijd om gemijn<strong>de</strong> vuursteen uit een primaire<br />

ligplaats gaat. Rijckholt-vuursteen met<br />

een verweer<strong>de</strong> cortex en rolsteenpat<strong>in</strong>a komen<br />

<strong>van</strong> een secundaire ligplaats. De cortex op <strong>de</strong><br />

artefacten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Rijckholt-vuursteen is vooral<br />

een ruwe cortex; verse cortex ontbreekt nagenoeg.<br />

Het voorkomen <strong>van</strong> Valkenburg-vuursteen<br />

is beperkt tot acht artefacten. Schaars komen <strong>de</strong><br />

zogenoem<strong>de</strong> ‘exotische’ vuursteentypen voor,<br />

<strong>het</strong> gaat hierbij om vijf artefacten: twee <strong>van</strong><br />

Wommersom-kwartsiet, één <strong>van</strong> Rullen-vuursteen<br />

en twee <strong>van</strong> lichtgrijze Belgische vuursteen<br />

(bijlage 1). In sommige gevallen was <strong>het</strong> type<br />

vuursteen niet meer te achterhalen door een <strong>in</strong>tense<br />

verbrand<strong>in</strong>g of pat<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g. Het pat<strong>in</strong>a bestaat<br />

vooral uit een witte of blauwwitte verkleur<strong>in</strong>g<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> oppervlak. Het aan<strong>de</strong>el artefacten<br />

met pat<strong>in</strong>a varieert <strong>van</strong> 0,5% op perceel 349G<br />

tot 31,9% op perceel 069G. In bor<strong>in</strong>g 603 uit<br />

boorraai M op perceel 105 is 37,4% <strong>van</strong> <strong>de</strong> artefacten<br />

gepat<strong>in</strong>eerd. De verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> gepat<strong>in</strong>eer<strong>de</strong><br />

vuurstenen artefacten is niet uniform:<br />

pat<strong>in</strong>a komt vooral voor langs <strong>het</strong> Savelsbos aan<br />

<strong>de</strong> zuidkant <strong>van</strong> <strong>het</strong> mijngebied en aan <strong>de</strong><br />

noordkant <strong>van</strong> <strong>de</strong> Schone Grub. Mogelijk is <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>m <strong>in</strong> dit gebied langer kalkrijk geweest,<br />

waardoor <strong>het</strong> pat<strong>in</strong>a zich over een langere perio<strong>de</strong><br />

kon vormen. In dit gebied zijn ook neolithische<br />

artefacten gepat<strong>in</strong>eerd.<br />

Het aantal categorieën of <strong>de</strong> rijkheid aan gemodificeer<strong>de</strong><br />

artefacten per perceel varieert <strong>van</strong> vijf<br />

tot negen. De categorie diverse geretoucheer<strong>de</strong><br />

artefacten (zoals geretoucheer<strong>de</strong> kl<strong>in</strong>gen, afslagen<br />

en kernvernieuw<strong>in</strong>gsstukken) dom<strong>in</strong>eert <strong>de</strong><br />

assemblage <strong>van</strong> elk on<strong>de</strong>rzocht perceel met een<br />

aan<strong>de</strong>el <strong>van</strong> 44,8% op perceel 069G tot 63,2%<br />

op perceel 009G. Een an<strong>de</strong>re categorie die op elk<br />

perceel voorkomt zijn schrabbers, zij <strong>het</strong> <strong>in</strong> een<br />

beperkt aantal dat varieert <strong>van</strong> één tot drie<br />

exemplaren. Ook bijlen zijn op elk perceel gevon<strong>de</strong>n,<br />

<strong>het</strong> aantal varieert <strong>van</strong> één tot vijf (perceel<br />

17G). De voorbewerkte bijlen of halffabricaten<br />

(n=7) dom<strong>in</strong>eren met zeven exemplaren,<br />

hier<strong>van</strong> zijn er vijf gebroken. Complete gepolijste<br />

bijlen zijn niet gevon<strong>de</strong>n; <strong>het</strong> zijn altijd gebroken<br />

fragmenten of bijlafslagen.<br />

De overige categorieën artefacten komen telkens<br />

slechts met een of twee exemplaren voor<br />

op een beperkt aantal percelen. Uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<br />

vormen <strong>de</strong> klopstenen. Deze komen op vier percelen<br />

voor, op <strong>de</strong> percelen 349G en 069G met<br />

vier exemplaren. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> slijp-<br />

en polijststenen. Ook <strong>de</strong>ze zijn op vier percelen<br />

gevon<strong>de</strong>n waar<strong>van</strong> vier stuks op perceel 17G.<br />

De ongemodificeer<strong>de</strong> artefacten zijn op elke akker<br />

met vijf categorieën aanwezig: brok, kern,<br />

kernvernieuw<strong>in</strong>gsstuk, afslag en kl<strong>in</strong>g (bijlage 1).<br />

Op perceel 17G komen ook nog stekerafslagen<br />

voor. De afslagen dom<strong>in</strong>eren op elk perceel <strong>in</strong><br />

percentages <strong>van</strong> 49,2 (perceel 017G) tot 79,1<br />

(perceel 009G). Het relatief lage aan<strong>de</strong>el op perceel<br />

17G wordt veroorzaakt door <strong>het</strong> al eer<strong>de</strong>r<br />

genoem<strong>de</strong> grote aantal brokken natuursteen.<br />

Over <strong>het</strong> algemeen zijn <strong>de</strong> afslagen relatief kle<strong>in</strong><br />

en beperkt <strong>in</strong> aantal. Uitsluitend op <strong>de</strong> percelen<br />

140G en 009G bedraagt <strong>het</strong> aan<strong>de</strong>el afslagen<br />

>50 mm of macrolithische afslagen meer dan<br />

20% (bijlage 1).215 De twee<strong>de</strong> <strong>in</strong> aantal grootste<br />

categorie omvat <strong>de</strong> kl<strong>in</strong>gen: <strong>het</strong> aan<strong>de</strong>el bedraagt<br />

<strong>van</strong> 9,7% (perceel 139G) tot 25,6% op<br />

perceel 349G. Een opvallen<strong>de</strong> karakteristiek <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> kl<strong>in</strong>gen is <strong>het</strong> hoge percentage breuk dat varieert<br />

<strong>van</strong> 80% (perceel 009G) tot 95,6% op perceel<br />

349G. Complete kl<strong>in</strong>gen ontbreken nagenoeg.<br />

Het is daarom moeilijk vast te stellen of <strong>de</strong><br />

gebroken kl<strong>in</strong>gen kunnen wor<strong>de</strong>n geassocieerd<br />

met <strong>de</strong> gestandaardiseer<strong>de</strong> en gespecialiseer<strong>de</strong><br />

kl<strong>in</strong>gproductie die typisch is voor Rijckholt. Volgens<br />

Waterbolk hebben <strong>de</strong>ze kl<strong>in</strong>gen een lengte<br />

die varieert <strong>van</strong> 120 tot 150 mm en een dikte <strong>van</strong><br />

30 tot 45 mm.216 Kl<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> 120 mm of groter<br />

zijn bij <strong>de</strong> veldverkenn<strong>in</strong>g niet gevon<strong>de</strong>n. Gebro-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!