Download deel 1 - Textualscholarship.nl
Download deel 1 - Textualscholarship.nl
Download deel 1 - Textualscholarship.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
147<br />
strofe- en versvorm, ze missen bovendien vrijwel alle kwaliteiten die ze<br />
volgens Ronsards criteria tot poëzie zouden kunnen maken. Dat laatste<br />
geldt trouwens in zekere zin ook voor Vondels eigen Hymnus, ofte Lof-<br />
Ge.rangh, over de wijd-beroemde scheeps-vaert der Vereenighde Nederlanden<br />
van 1613, dat op zijn beurt door zijn uitvoeriger, op Du Bartas<br />
en Van Borsselen geïnspireerde presentatie van feitelijk materiaal, weer<br />
van deze ofdichten verschilt.<br />
Uitvoerige beeldende beschrijvingen en daarnaast het voortdurend<br />
voorkomen van vergelijkingen met fabels uit de klassieke mythologie vormen<br />
de meest direct in het oog springende verschilpunten tussen Het Lof<br />
der Zee-vaert en de Hymnus. Juist de ontstentenis van vrijwel elke literaire<br />
vormgeving in de strikte zin van het woord, anders dan enkele aan<br />
Van Borsselen of Du Bartas ontleende passages, maakt de Hymnus tot<br />
zo'n fundamenteel ander gedicht dan Het Lof der Zee-vaert. Vergelijking<br />
met het gebruikte bronnenmateriaal leert dat Vondel in de Hymnus zelfs<br />
in stilistisch opzicht weinig `literair' schreef.<br />
Al met al lijkt me de conclusie gewettigd dat Het Lof der Zee-vaert,<br />
samen met Heinsius' Lofsanck van Bacchus en in onderscheiding tot andere<br />
tot dan toe in Nederland beoefende laudatieve literatuur, geplaatst<br />
moet worden in de door Ronsard geïnaugureerde hymnen-traditie. 19 De<br />
binnen deze traditie geschreven lofdichten op `amphidoxa' worden wat<br />
betreft hun inhoud gekenmerkt door een, ook in andere laudatieve<br />
teksten voorkomende, rhetorisch-argumentele structuur, die echter door<br />
narratieve passages, beschrijvingen en mythologische verbeeldingen literair<br />
wordt `ingekleurd' . Zinvolle beeldspraak, stilistische kunstgrepen en als<br />
versvorm gepaard rijmende alexandrijnen completeren het beeld.<br />
3.2.2. Poetica's en rhetorica's<br />
Maar al werkt Vondel dan ook naar het voorbeeld van zijn Franse voorgangers,<br />
toch is het niet zo dat hij de precieze opzet van Het Lof der<br />
Zee-vaert aan hen kan hebben ontleend. Aan de andere kant valt nauwelijks<br />
aan te nemen dat hij zonder nadere instructie is gekomen tot de zo<br />
geëlaboreerde literaire en rhetorisch-argumentele compositie van zijn gedicht.<br />
Een dergelijke instructie boden, in principe, de toenmalige poetica's<br />
en rhetorica's.<br />
Hiervoor kwam al Scaligers Poetices Libri septem ter sprake. Het lijkt<br />
me wel zeker dat de hiervoor geschetste hymnen-traditie met dit werk in<br />
19 Verwantegenres, zoals oals ggeboorte-,e eboo te^len<br />
lijkdichten d laat ik buiten beschouwing. g<br />
Het ets is niet onwaarschij<strong>nl</strong>ijk dat zich z c daarbinnen da b eg een vergelijkbare n o tw ik kelin a afspeelt. f seelt.<br />
Evenee n s buiten bu te bes beschouwing ouwing laat ik de Neolatijnse literatuur. Binnen het bestek van<br />
de ze stud studiewas het niet et mogelijk oekde gJ die echt tb bij lhet<br />
onderzoekk te betrekken. b In de Neola-<br />
ti lnse dicht bundels<br />
die ik bi Jwi lze van pr f oe ilin pe cursorisch g^ heb bekeken – die van<br />
P on ta nus Marullus, a us Sec Secundus, d d de b beide Dousa's, ' Baudius, Heinsius He s s e en Grotius, roti , alsmede<br />
de Delitiae C. PPoetarum r Belgicorum e ^o die Janus a s Gruterus, onder het anagram g Ranutius<br />
Gheros T in 1 6 1 4 uitgaf g – jben be ik niets ets tegengekomen dat zo duidelijk duidelij overeenkomt met<br />
Lof der Zee-vaert als deenoemde g Franse hymnen.<br />
Y