Download deel 1 - Textualscholarship.nl
Download deel 1 - Textualscholarship.nl
Download deel 1 - Textualscholarship.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
216<br />
hij "Sijn bolleckvanger schonck, en smoddig toppers hoetjen" (r. 58).<br />
Deze twee laatste eigenschappen verbinden hen in rechte lijn met het<br />
"Bolkvanger-dragend gild, en blaeuwe toppershoeden" (r. 5) uit het<br />
`exordium', de zeelui van wie eveneens gezegd wordt dat men "koortsen<br />
haelt op 't land, en lucht schept op de vloeden" (r. 6). Zoals Vreeck<br />
verwant is met Venus, zo zijn deze zeelui dat met Venus' zoontje<br />
Cupido: "bepeckt beteert" als ze zijn, herinneren ze aan de Cupido uit<br />
een gedicht van Daniël Heinsius, een Cupido die samen met zijn moeder<br />
Venus naar Holland was gekomen en van wie het heet<br />
[ ... I dat by daer oock al op de selve tijden,<br />
Te schepe leerde gaen, en op het waeter rijden.<br />
Hy was bepeckt, betart, als ons maetroosen sijn,26'<br />
Dit laatste rapprochement was een extraatje voor de wel zeer alerte lezer,<br />
Hooft, Reael, of voor Blaeu zelf, bij wie Heinsius' Nederduytsche Poemata<br />
in 1616 uitgekomen waren; al moet men aan de andere kant de bekendheid<br />
van juist dit gedicht niet onderschatten: vóór de Nederduytsche<br />
Poemata was het al tweemaal eerder in druk verschenen. 262 Maar ook voor<br />
wie de toespeling op Heinsius' gedicht niet herkende, moest de verwantschap<br />
tussen de zeelui uit het `exordium' en Vreeck wel duidelijk zijn.<br />
Beiden, Vreeck en de zeelui, hebben een natuurlijke dispositie tot de<br />
zeevaart. Daarmee is in hun persoon het ene principe van het natuurrecht<br />
gegeven: de eige<strong>nl</strong>iefde, dat wil zeggen het recht het eigen materiële<br />
heil na te streven met de mogelijkheden die men daartoe van nature<br />
heeft. 2G3 Wat de zeelui betreft, is dit ook de reden waarom ze in het<br />
`exordium' aangeroepen worden: ze vormen de natuurlijke grondslag van<br />
de zeevaart en als zodanig moeten ze de dichter het hele gedicht lang<br />
bijblijven op zijn zoektocht naar de lofwaardigheid ervan. Bij de persoon<br />
van Vreeck aangekomen echter wordt speciaal de Hollandse zeeman van<br />
hebzucht beschuldigd en dus van een tekort ten aanzien van het andere<br />
natuurrechtelijke principe: de naaste<strong>nl</strong>iefde. Verderop zullen we zien hoe<br />
dit probleem opgelost wordt, maar eerst is de andere passage aan de orde<br />
waarin Venus figureert.<br />
Ook in de vergelijking met het schip valt Venus te beschouwen als uitdrukking<br />
van de elementaire generatieve kracht. Maar voor het overige<br />
zijn de verschillen met Vreeck levensgroot. Niet alleen is hier sprake van<br />
een vergelijking met Venus zelf, in plaats van alleen maar met enkele<br />
van haar eigenschappen. Deze Venus is bovendien de schoonheid in persoon<br />
en wekt met haar liefde uitstralende blik de wederliefde op van<br />
alles om haar heen. Dit laatste wijst erop dat Vondel zich, behalve op<br />
Van Manders Irtlegginghe, ook heeft geïnspireerd op Hoofts lyriek en<br />
261 Heinsius, d Poemata, . 6 -66 ^ ci<br />
, Ne er u yp t^c eS , citaat t pp o. 66 66.<br />
262` Ve m e er , Een "brief"wisselingen tussen Jan n van der er Does sr. en Daniël He ns'<br />
p. 161-163.<br />
263 Z i^ e commentaar hetbiji r. 1 1-12 12 en r. 113-14 3 in <strong>deel</strong> de 2.<br />
l<br />
Heyns',