Download deel 1 - Textualscholarship.nl
Download deel 1 - Textualscholarship.nl
Download deel 1 - Textualscholarship.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
81<br />
En tenslotte de gebruikers (r. 49-60):<br />
Van een so nutten kunst, krijght haest de nieuwe maren<br />
Sesostris, de Monarch der oude Egyptenaren:<br />
Die door 't Arabisch Meyr een vlote kielen sleept,<br />
En met zijn Oorlooghs-heyr naer Indus over-scheept, (r. 49-52)<br />
Na de Egyptenaren komen de Tyrrhenen (Etrusken), en na deze de Tyriërs.<br />
De conclusie luidt:<br />
[ ... ] en so is voorts verbreyd<br />
Dees vindingh meer en meer, om hare nuttigheyd. (r. 59-60)<br />
Hiermee is het bewijs geleverd voor de algemene stelling, die tenslotte<br />
zelf in de volgende bewoordingen wordt geformuleerd:<br />
En wie erkendt doch niet den grooten heyl en zegen,<br />
Die hier door werd bereyckt, en lichtelijck verkregen,<br />
Waer sy in zwange raeckt, oft uyt-steeckt hare borst<br />
Werd yder Dorp een Stadt, elck Reeder eene Vorst,<br />
Vruchtrijcke Marckten van onnutte en dorre stranden. (r. 61-65)<br />
Meteen daarop schakelt Vondel dan over op zijn specifieke stelling, de<br />
nuttigheid van de Nederlandse zeevaart, en wel met een beroep op de<br />
prent en de daarop afgebeelde steden (r. 66-76):<br />
Getuygen zuldy zijn vereende Nederlanden!<br />
Wiens voorste Zee-steen hier na 't leven afgemaelt,<br />
d'Aenschouwer al verbaest met sijn gesicht bestraelt, (r. 66-68)<br />
Het blijft de vraag hoe Vondel er toe gekomen is de bewijsvoering van<br />
zijn algemene stelling zo keurig volgens de daartoe geëigende toplek te<br />
realiseren. Spiegel zegt daar niets over. Wel heeft hij, zoals we dadelijk<br />
zullen zien, waarschij<strong>nl</strong>ijk ook hier een literair voorbeeld gehad, maar dat<br />
mist toch juist de argumentele coherentie waar Vondels tekst blijk van<br />
geeft.<br />
Wat nu moet volgen is de bewijsvoering ten aanzien van het specifieke<br />
onderwerp, de confirmatio of, in Spiegels woorden, de "bevestighing",<br />
het pièce de résistance van een volgens de rhetorische principes opgezet<br />
gedicht. Spiegel noemt een heel rijtje punten (`loci' of `topoi') die voor<br />
een dergelijke bewijsvoering kunnen dienen:<br />
s'Bewerings plaatsen, zijn betaamlyc, vutbaar, wetlyc,<br />
Lichtdoe<strong>nl</strong>yc, nodigh, wis, ondoe<strong>nl</strong>yc en beletlyc.<br />
Een aantal ervan zullen we ook in de Hymnus tegenkomen, maar het<br />
komt me voor dat de hele opzet van de bewijsvoering in dit gedicht toch<br />
meer afgestemd is op een aanbeveling die Spiegel enige regels verderop<br />
doet, waar hij zegt:<br />
Boven betaamlyckheid vande natuur of zeden,<br />
Trecktmen bevestighing meest van d'Omstandicheden.<br />
Als, ding, persoon, en plaats, tyd, middel en waarom29<br />
^ 9 Spiegel, Rederijck-kunst, p. 192.