Download deel 1 - Textualscholarship.nl
Download deel 1 - Textualscholarship.nl
Download deel 1 - Textualscholarship.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
202<br />
gaat het hierbij om een zuiver aardse aangelegenheid, die weliswaar door<br />
God is ingesteld, maar waaraan geen metafysische consequenties zijn<br />
verbonden. Voor de natuurrechtelijke filosofen en juristen manifesteert<br />
zich in de natuurwet nu juist Gods wil aan de mens en ligt daarin de<br />
ethisch-religieuze imperatief gegeven. Deze laatste opvatting is bijvoorbeeld<br />
de grondslag van het juridische werk van Hugo de Groot. Maar<br />
al voordien treft men soortgelijke opvattingen, zij het niet formeeljuridisch<br />
uitgewerkt, maar geconcentreerd rond de moreel-psychologische<br />
aspecten van de zaak, aan bij Lipsius.X13<br />
Nadat Vondel het verwijt van pronkzucht naar de preekstoel heeft<br />
verwezen, karakteriseert hij het schip als een "Goddelijck gesticht"<br />
(r. 139). De vergelijking met de mythe van Venus' geboorte dient om<br />
deze uitspraak te illustreren (r. 139-146), maar om hem te bewijzen<br />
gebruikt hij louter juridische argumenten. Voordat hij daartoe overgaat,<br />
splitst hij – ik wees er al op – zijn onderwerp op definitorische wijze in<br />
tweeën: de handel, die ter verantwoording komt van de koopman, en het<br />
schip met zijn bemanning (r. 165-168). Dat stelt hem in staat eerst verder<br />
het schip af te handelen en hij doet dat door het te beschrijven als<br />
een rechtsgemeenschap.<br />
Reeds Aristoteles had het recht ver<strong>deel</strong>d in algemene principes van<br />
rechtmatigheid en billijkheid, en het recht in engere zin dat het maatschappelijk<br />
leven reguleert. Dit laatste recht was dan weer ver<strong>deel</strong>d in het<br />
distributieve (toedelende) recht, dat aan ieder zijn specifieke taken en beloningen<br />
binnen de gemeenschap toewijst, en het correctieve (vergeldende)<br />
recht, dat door middel van loon en straf de onderlinge rechtsverhoudingen<br />
handhaaft. Van Thomas van Aquino tot en met Hugo de Groot<br />
was deze indeling ongewijzigd gehandhaafd gebleven. 214 Bij Coornhert<br />
vinden we hem als volgt geformuleerd:<br />
Het ampt des ghemeenen rechtvaardicheyds is de wet ende billicheyd te onderhouden.<br />
[ ... ]<br />
Maar de zonderlinghe rechtvaardicheyd, ghenaamt uytdeylighe [d. i. distributieve]<br />
of onderlinghe [di. correctieve], ghaat meest an d'Overheyd. Deze en bestaat niet<br />
alleen in d'ampteren ende diensten te begheven, maar oock inde straffinghen te<br />
213' Zie. Villey, Y , formation de a penséee ^juridique q moderne, e ,p p. 3 11- 332 , 60 -620 S<br />
^ , en<br />
Oestec Oestreich, ri h Geist estun Gestalt, ,p p. 60, 10 3 , 11 3-11 S.<br />
Vo Vooral oa r 0Oestreich<br />
est c bbenadrukt<br />
de verwantscha<br />
p tussen e uitgangspunten van hetnatuurrechtelijke et<br />
ddenken<br />
en de neostoïsche<br />
opvattingen va n Lipsius. L p s Zie ook: Saunders, > La saus > m.n. p.106 p 80-<br />
. De filosofische<br />
v erhlledeev<br />
sc i n die er vo ens g Li sius p tussen C 1 c er o en e kl sieke as stoic " i beston<br />
en , doen in<br />
dit verband n niet et terzake te a (Saunders, S , Lipsius, ,p p. 17 79 , 110).<br />
214 ' Aristoteles, 1 , Nacomac Nicomachean ea ethics, , V.II. 1- O l 3 (p. p 264-267); Thomas van Aquino, A uino ,<br />
Summa mma Theologica, og ^ II.I. q u. 9, 1 art. 3 (dl. 8, 13) 8. p. 3 en II.II. qu.61,<br />
art. 1 (dl. 10,<br />
p. 1 S8- 1 S9 , De eG Groot, , I<strong>nl</strong>eidinge <strong>nl</strong>ead n ge totot de Hollandsche ollandsc e Rechts-geleertheyd,<br />
Rec<br />
ht s ^ele<br />
e t y , 1.9-10 9 (dl. 1,<br />
p 1-2