Download deel 1 - Textualscholarship.nl
Download deel 1 - Textualscholarship.nl
Download deel 1 - Textualscholarship.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
93 Coen. Bescheiden, dl. 4, pp.<br />
596-597.<br />
Zie hiervoor, 94 hfdst. 1 p. p 68 68-69. 9<br />
95 Coen. Bescheiden, , dl. 4, ,pp.<br />
640.<br />
252<br />
mer sooveel ende meer door toeloop van alderley volck van alle quartieren des<br />
werelts toenemen, als sedert den oorlogh met Spangien geschiet is, [ ... ]<br />
Alle swaericheden, die 't transporteren van collonien onderworpen is, tonnen met<br />
goede regel ende ordonnantie, soo lange het den Almogende Godt gelieft die te<br />
segenen, weghgenomen werden; 't is onnoodich discours van swaricheden, ende wat<br />
raet daertegen zy, te maecken, want in de werelt geen quaet voortcomt, oft Godt<br />
geeft degene, die by behouden wilt, raet daenegen.93<br />
Staatsraison en godsvertrouwen zijn de kernpunten van Coens, bij uitstek<br />
calvinistische, beleidsvisie. Daarin ligt een veel fundamenteler verschil<br />
met Reaels op beleggerswinsten afgestemd pragmatisme, dan in de vraag<br />
of men de Engelsen enig aan<strong>deel</strong> in de handel wilde toestaan of niet en<br />
zelfs of men in principe voor of tegen koloniseren is.<br />
Het is, als ik het goed zie, pas bij de uitgebreide discussie die er in<br />
voc-kringen wordt gevoerd over dit vertoogh van Coen, dat er, naast<br />
vooral financiële, ook natuurrechtelijke argumenten aangevoerd worden.<br />
Dat gebeurt in de IVederlegginge, een reeks marginale kanttekeningen<br />
die iemand, mogelijk Reael of Van der Hagen, maakte bij een samenvatting<br />
van Coens stuk en waaruit ik in het eerste hoofdstuk al uitvoerig<br />
citeerde. 94 Het gebeurt eveneens in een afzonderlijk stuk van begin 1624,<br />
waarin we de volgende argumentatie aantreffen:<br />
De vrage nu waeromme men de vrye luyden [dwz. uit de Republiek aangevoerde<br />
kolonisten] in den i<strong>nl</strong>antschen handel niet soo wel en Boude gedoogen als de Indianen<br />
en heeft alhier geen plaetse, want de negotie is den Indianen in alle dese<br />
eylanden niet alleen simpelijck ontseyt, maer oock met hardicheyt verhindert.<br />
Op alle andere plaetsen in Indien, daer de Compagnie geen contracten en heeft<br />
van alleen te mogen handelen, daer en gedooghl de Compagnie de Indianen oock<br />
niet, maer de Indianen gedoogen de Compagnie.<br />
Godt ende de natuere geeft den Indianen het vrye gebruyck van de wilde zee<br />
ende locht. De navigatie ende coophandel hebbense van haere voorouders van over<br />
veel honden jaren, van handt tot handt, Beerft.<br />
De Compagnie is van buyten ingecomen, heeft der Geunieerde landen vyanden<br />
aengetast, victorien vercregen, alliantie met veele Indische coningen gemaect, met<br />
goede ordre genegocieert Bonder de Indische proffyten te doen vervallen, den Indianen<br />
vorderlijck ende aengenaem geweest; hierdeur is haere negotie van tijt tot tijt<br />
aengegroeyt ende vermeerdert.<br />
Maer de vrye luyden doen de negotie vervallen, brengende de winst van een cent<br />
[<strong>nl</strong>. 100] op 50, van 50 op 25, ende voorts op niet; [ ... ] 95<br />
De winst, daar gaat het om. Vooral de tweede zin van dit citaat wijst<br />
erop dat dit stuk met minstens even grote waarschij<strong>nl</strong>ijkheid aan Reael<br />
toegeschreven kan worden als de Wederlegginge. De daar geformuleerde<br />
opvatting treffen we ook aan in zijn verslag aan de Staten-Generaal van<br />
1620 en later zal hij hem in zijn brief aan Van Walbeeck nogmaals naar