NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Ook in Vlaanderen ging een meer lezersgerichte benadering van het literatuuronderwijs<br />
gepaard met een verbreding van het tekstaanbod. Het literatuuronderwijs<br />
in Vlaanderen zou volgens Ronald Soetaert leerlinggericht zijn, met<br />
de nadruk op de eigen ervaring van de leerling en op diens expressie. Die karakteristiek<br />
komt aardig overeen met Carters <strong>voor</strong>beelden uit de Engelse situatie in<br />
de jaren tachtig. Soetaert bespeurt in de jaren negentig eveneens een back to<br />
basics-tendens. De (terugkeer van de) canon staat weer ter discussie. Hij pleit<br />
<strong>voor</strong> rekening houden met diverse subculturen en met nieuwe media en staat<br />
een herwaardering van de canon <strong>voor</strong>. Het aanleren van ‘geletterdheden’<br />
herinnert aan wat in Nederland het verwerven van literaire competentie heet<br />
(zie Soetaert 2000).<br />
De situatie in Duitsland werd belicht door Petra Wieler, die de belangrijke rol<br />
van de vakdidactiek noemt: uitgegroeid tot een wetenschappelijk discipline werd<br />
die het forum waar men de discussie over literatuuronderwijs voerde. Moesten<br />
nieuwe media worden opgenomen in het literatuuronderwijs? Je zou, meende<br />
men, van de moedertaaldocent ‘mediale meertaligheid’ mogen verwachten. In<br />
elk geval leidde dat tot méér dan alleen canonteksten in de klas. In Duitsland<br />
kwam de canon inmiddels weer op de agenda, onder meer doordat de krant er<br />
over schreef in 1997. Een van de vakdidactici noemde de literaire canon een<br />
‘instrument van selectie (…) ontwikkeld door diegenen die <strong>voor</strong>al zichzelf als de<br />
ware dragers van de cultuur in een maatschappij zien’ (Wieler 2000, p.74),<br />
maar Wieler voegt er aan toe dat de didactici het erover eens zijn dat leerlingen<br />
ook kennis moeten nemen van literaire teksten uit het verleden, of van teksten<br />
die moeilijker toegankelijk zijn en hoge eisen aan de lezer stellen.<br />
Het is opmerkelijk dat er in verschillende landen vergelijkbare ontwik -<br />
kelingen hebben plaatsgevonden. Dat begon met het inrichten van het literatuuronderwijs,<br />
met nationale identiteit als legitimering. Je herkent ook de<br />
verandering van meer tekstgericht naar meer leerlinggericht literatuuronderwijs<br />
en de verbreding van het tekstaanbod in de klas. En de laatste jaren ontstond er<br />
op verschillende plaatsen een discussie over de canon en raakte men her en der<br />
verontrust over leesbevordering. Het literatuuronderwijs blijft een <strong>voor</strong>werp van<br />
aanhoudende zorg.<br />
12