NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Bart Vervaeck<br />
Tekst als context en constructie<br />
Kroniek van de literatuurwetenschap<br />
In Neerlandica Extra Muros van mei 2002 beschreef mijn <strong>voor</strong>gangster Anne<br />
Marie Musschoot hoe het Tijdschrift <strong>voor</strong> literatuurwetenschap opgeheven werd en<br />
vervangen door een Jaarboek. Zij besprak toen het eerste nummer, dat aandacht<br />
had <strong>voor</strong> traumaverwerking in de Europese literatuur. Onder de titel La lotta<br />
continua? Literatuur en klasse is nu de tweede aflevering verschenen. Het vraagteken<br />
in de titel staat letterlijk centraal, want dit boek vraagt zich af wat het<br />
begrip ‘klasse’ in de huidige literatuurstudie nog kan betekenen.<br />
De veertien bijdragen geven verschillende antwoorden en voegen vaak nog<br />
grotere vragen toe, maar over het algemeen ziet men een benadering opduiken<br />
die men constructivistisch en mild deconstructivistisch kan noemen. Klasse<br />
wordt niet meer beschouwd als een gegeven, maar als een constructie,<br />
beïnvloed door talloze factoren (zoals leeftijd, gender, ras en inkomen) die <strong>voor</strong>tdurend<br />
met elkaar interageren. De wisselwerking zorgt <strong>voor</strong> dynamiek, zodat de<br />
klasse niet langer een statisch gegeven is, maar een veranderend proces van<br />
grensdefinitie en grenstransgressie. Dat is dan het mild deconstructivistische<br />
aspect: in de opbouw en het affirmeren van de klasse wordt die steeds iets<br />
anders en in die zin haalt ze zichzelf steeds onderuit.<br />
Vandaar dat nogal wat bijdragen in dit boek een tegendraadse lectuur presenteren,<br />
waarbij tegenstrijdige betekenissen van ‘klasse’ centraal geplaatst worden.<br />
Zo toont Stef Craps dat de roman Last Orders van Graham Swift in de kritiek<br />
onthaald wordt als een <strong>voor</strong>beeld van empathie en sympathie over de klassengrenzen<br />
heen, terwijl de tekstfragmenten waarin de roman zich op zichzelf<br />
bezint net het tegenovergestelde laten zien. Ze prikken de illusie van identificatie<br />
en empathie door. Bart van den Bossche toont iets soortgelijks <strong>voor</strong> twee<br />
‘realistische’ Italiaanse romanciers. In de receptie wordt Ignazio Silone<br />
beschouwd als een auteur van romans met een boodschap, maar zijn<br />
meerstemmige verteltechniek relativeert die boodschap verregaand. Carlo Levi<br />
lijkt dan weer de klassentegenstellingen te onderstrepen, maar de opbouw van<br />
zijn relaas ondermijnt die tegenstellingen.<br />
De verwijzing naar concrete literaire teksten is een constante in dit Jaarboek.<br />
Theoretische beschouwingen gaan hand in hand met concrete casestudy’s. En<br />
ook dat is typisch <strong>voor</strong> veel recente literatuurwetenschap: ze streeft niet langer<br />
via abstractie naar algemene, tijdloze inzichten. Ze is gecontextualiseerd, niet<br />
59