NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Gerard de Vriend<br />
Over literatuuronderwijs<br />
1. Voorschriften en adviezen<br />
Als je het literatuuronderwijs in het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs wilt beschrijven, dien<br />
je er rekening mee te houden dat het een onderdeel is van het moedertaalonderwijs.<br />
Dat was zeker het geval <strong>voor</strong> het onderwijs dat Bildung nastreefde, ofwel<br />
cultuuroverdracht als doelstelling had. In die situatie was het vanzelfsprekend<br />
dat kennismaking met vaderlandse literatuur deel uitmaakte van het moedertaalonderwijs.<br />
Bovendien blijkt dat het vakonderdeel niet alleen het culturele<br />
erfgoed vertegenwoordigt: ‘literatuur’ wordt ook ten <strong>voor</strong>beeld gesteld bij het<br />
(leren) gebruiken van de moedertaal. Mijn beschrijving richt zich <strong>voor</strong>al op de<br />
opvattingen over het literatuuronderwijs in Nederland. Ik vestig de aandacht op<br />
de aard van de publicaties over het Nederlandse (moedertaal- en) literatuuronderwijs<br />
en op de ontwikkelingen in het denken over dat onderwijs. Vervolgens<br />
beschrijf ik de stand van zaken op dit moment en ik probeer die in verband te<br />
brengen met ontwikkelingen van het literatuuronderwijs buiten Nederland.<br />
Tot <strong>voor</strong> kort waren er overigens maar weinig wetenschappelijke gegevens<br />
bekend over het literatuuronderwijs in het Nederlandse <strong>voor</strong>tgezet onderwijs.<br />
Dat is vreemd, omdat in het onderwijsveld van het begin af aan geklaagd is over<br />
de inhoud en de organisatie van het moedertaalonderwijs, waarvan het vakonderdeel<br />
‘literatuur’ zoals gezegd steevast deel uitmaakte. Dat had de aanzet<br />
kunnen zijn <strong>voor</strong> onderzoek naar de feitelijke gang van zaken in de literatuurles<br />
of naar de opzet en de inhoud van het curriculum, zodat er oplossingen konden<br />
worden bedacht <strong>voor</strong> de ondervonden problemen. Maar dat werd niet of nauwelijks<br />
gedaan. 1 Vandaar dat de empirische gegevens waarover we beschikten<br />
<strong>voor</strong>namelijk bestaan uit ervaringen van leraren en schoolleiders. Vanaf het<br />
begin, direct na de officiële instelling van het literatuuronderwijs, 2 maakten zij<br />
hun onvrede over het gebrek aan methodiek en didactiek in het moedertaalonderwijs<br />
kenbaar. Maar de bezinning op het moedertaalonderwijs begon toch al<br />
aan het eind van de negentiende eeuw. 3 In 1893 introduceerde Kalff het denken<br />
over de methodiek van het moedertaalonderwijs en Van den Bosch pleitte in<br />
hetzelfde jaar <strong>voor</strong> een ánder moedertaalonderwijs. Met hun brochures begon<br />
als het ware de vakdidactiek van het moedertaalonderwijs. De auteurs werkten<br />
beiden als leraar in het <strong>voor</strong>tgezet onderwijs en dat verklaart de reflectie op het<br />
moedertaalonderwijs. Ook andere geschriften uit de eerste helft van de<br />
1