NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Carl De Strycker<br />
Een zoon van Boon<br />
Over de poëtica van Dimitri Verhulst<br />
Dimitri Verhulst is een van de productiefste jonge Vlaamse auteurs. Met zes<br />
boekpublicaties in vijf jaar tijd en daarnaast een groot aantal artikelen <strong>voor</strong> het<br />
dagblad De Morgen, komt hij aardig in de buurt van het tempo van snelschrij -<br />
vers als Gerrit Komrij of Herman Brusselmans. Bovendien valt op dat Verhulsts<br />
werk op redelijk veel positieve reacties kan rekenen in de Vlaamse en Nederlandse<br />
pers. Hier en daar is er wel een afkeurend geluid te horen, maar in de<br />
meeste gevallen worden zijn boeken zeer welwillend onthaald. Paul de Wispelaere<br />
karakteriseert hem nu al als een ‘gereputeerde schrijver […] met belangwekkend<br />
werk op [zijn] naam’ (2004, 299) en zelfs Ilja Leonard Pfeijffer, die<br />
verder geen goed woord over heeft <strong>voor</strong> de Vlaamse poëzie – ‘Zij mist grandeur,<br />
lef, lol en avontuur’ (2004, 15) – roemde Verhulst <strong>voor</strong> zijn dichtbundel Liefde,<br />
tenzij anders vermeld: ‘Verhulst blaast branie in de taal’ (2002, 281). En niet<br />
enkel de kritiek intra muros heeft oog <strong>voor</strong> deze jonge hond, ook de buitenlandse<br />
uitgevers hebben hem opgemerkt. Een Deense en een Duitse vertaling<br />
van Problemski hotel verschenen reeds in 2004, een Franse, Engelse en Italiaanse<br />
volg(d)en dit jaar.<br />
Die positieve aandacht <strong>voor</strong> de boeken van Verhulst leidt echter bijna nooit<br />
tot een diepere analyse van zijn werk. Uitzonderingen daarop zijn een recensie<br />
van Liefde, tenzij anders vermeld door Yvan De Maesschalck en het stuk van Bert<br />
van Raemdonck in het ‘tijdschrift <strong>voor</strong> kunstkritiek’ Rekto:verso. Beide critici<br />
leggen verbanden tussen de verschillende werken van Verhulst, maar ze blijven<br />
daarbij toch te veel aan de oppervlakte. De opvattingen die aan de basis van<br />
Verhulsts teksten liggen, leggen zij slechts schetsmatig of gedeeltelijk bloot.<br />
Hier zal daarom geprobeerd worden om een beeld te geven van de poëtica van<br />
deze Vlaamse auteur, die ook langzaamaan in het buitenland bekend wordt.<br />
Opzet van dit onderzoek is dus, zoals Oversteegen het in Beperkingen formuleerde:<br />
‘de beschrijving van de denkbeelden’ van Dimitri Verhulst ‘omtrent aard<br />
en funktie van de literatuur, uitgebreid met een beschrijving van de strategieën<br />
als deze een programmatisch karakter hebben’ (1982, 66). Het begrippenapparaat<br />
dat <strong>voor</strong> een dergelijk onderzoek ter beschikking staat, is afkomstig van<br />
Abrams (Abrams 1953 en 1974) en werd <strong>voor</strong> de neerlandistiek door Wiljan van<br />
den Akker (1985) in zijn proefschrift over de poëtica van Nijhoff vruchtbaar<br />
gemaakt. Het is een reconstructieve methode zoals Van den Akker die <strong>voor</strong>stelt,<br />
15