NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
NEM 3, oktober 2005 - Internationale Vereniging voor Neerlandistiek
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
tegelijkertijd het omgekeerde oproept: een verlangen naar zuiverheid, bij<strong>voor</strong>beeld<br />
in het taalpurisme. Andrea Kunne spreekt over ‘de hybridisering van de<br />
ruimtes’ in het werk van Robert Menasse. De oude en de nieuwe wereld, gesymboliseerd<br />
door Wenen en São Paulo, tasten elkaar aan. De tegenstelling wordt in<br />
elke pool afzonderlijk voelbaar. Zo wordt Brazilië de plek waar antisemieten,<br />
nazi’s én gevluchte joden elkaar ontmoeten in een verlangen naar een tijd en<br />
plaats vóór de Tweede Wereldoorlog. Aleid Fokkema bestudeert de metropool,<br />
vroeger de homogeen blanke moederstad van het kolonialisme, nu de hybride<br />
plek vol migranten. De postmoderne reactie daarop vindt ze bij Rushdie, de<br />
modernistische bij Caryl Phillips. De eerste aanvaardt het onzuivere, onstandvastige<br />
en veelvuldige; de tweede verlangt naar continuïteit en cohesie.<br />
De postkoloniale plek blijkt een strijdperk, niet alleen tussen twee partijen,<br />
maar binnen elke partij afzonderlijk. Dubbelzinnigheden alom. In Zuid-Afrika<br />
bij<strong>voor</strong>beeld, waar de plaas (een reusachtige boerderij) niet meer pluis blijkt. De<br />
vroegere plek van beschaving en beschutting wordt aangetast door de omgeving,<br />
meer bepaald Oost-Kaapland, ‘het strijdperk van blank en zwart bij uitstek’. De<br />
strijd wordt een deel van de identiteit en de plek, zoals Eep Francken mooi laat<br />
zien aan de hand van het werk van Etienne van Heerden.<br />
Een andere strijd bespreekt Elrud Ibsch in haar stuk over de ‘nieuwe’ joodse<br />
identiteit. Traditioneel is die identiteit getekend door de diaspora en de meertaligheid,<br />
maar bij de geboorte van de staat Israël propageert de officiële doctrine<br />
een sedentaire en overwegend eentalige identiteit. Het werk van Amos Oz en<br />
David Grossman relativeert die doctrine door te tonen dat de nieuwe plek en<br />
identiteit vol is van de oude. Anders, maar opnieuw paradoxaal, is de Argentijnse<br />
houding ten opzichte van de gaucho: verguisd en aanbeden, wordt deze<br />
figuur een symbool <strong>voor</strong> een nationale identiteit die nooit eenduidig kan zijn en<br />
die zoekt naar een groots, gemeenschappelijk verleden dat telkens opnieuw<br />
afwezig blijkt. Maarten Steenmeijer vergelijkt die zoektocht met de queeste van<br />
Don Quichot.<br />
De laatste <strong>voor</strong>beelden maken duidelijk dat de locatie niet alleen een kwestie<br />
van ruimte is, maar ook van tijd. De plek is vaak het aanknopingspunt met een<br />
al of niet gedroomd verleden. Voor de migrant is de oorspronkelijke plek soms<br />
geen herinnering maar een puur imaginaire constructie, die toch belangrijk is<br />
<strong>voor</strong> zijn of haar reële identiteit in de nieuwe omgeving. Jacqueline Bel vergelijkt<br />
het imaginaire land van herkomst in de Indisch-Nederlandse en Molukse<br />
migrantenliteratuur: de oorspronkelijke plek is een mythe in de Indische<br />
situatie en een ‘harde realiteit’ in de Molukse. Bovendien is er in het eerste<br />
geval meer sprake van versmelting tussen de oude en de nieuwe plek.<br />
De utopische plaats kan een distopie blijken. Sjef Houppermans voert de<br />
lezer van Rousseau naar Verne en zo naar Rachid Boudjedra. Hij laat zien hoe<br />
de ideale en de slechte plek versmelten. De binaire opsplitsing van pool en<br />
tegenpool wordt vervangen door een fuzzy logic. Arthur Langeveld wijst op iets<br />
soortgelijks in Underground van de Russische romancier Vladimir Makanin. Na<br />
de val van het communisme verliest de schrijver zijn plaats en identiteit: hij is<br />
niet langer een dissident en gaat onder in een wereld zonder duidelijke posities.<br />
62