Download - Svb
Download - Svb
Download - Svb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SVB Beleidsregels<br />
| Deel II Internationaal<br />
6<br />
aan Verordening (EEG) nr. 1408/71 wanneer zich in de situatie van een onderdaan van<br />
een derde land aanknopingspunten voordoen met het Verenigd Koninkrijk.<br />
SB2125<br />
Beginsel van gelijke behandeling naar nationaliteit<br />
artikel 20 VWEU en artikel 4 Vo. 883/2004<br />
Artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat een<br />
ieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit burger van de Unie is. Uit onder meer de<br />
arresten Grzelczyk, Gottardo en D’Hoop van het Hof van Justitie EU blijkt dat dit<br />
burgerschap in samenhang met artikel 18 Verdrag betreffende de werking van de<br />
Europese Unie aanspraak op gelijke behandeling verleent aan alle EU-onderdanen die<br />
zich in gelijke omstandigheden bevinden, ongeacht nationaliteit en onverminderd de<br />
uitdrukkelijk vastgestelde uitzonderingen. De SVB leidt uit deze jurisprudentie van het<br />
Hof van Justitie EU en artikel 4 Verordening (EG) nr. 883/2004 af dat bij de toepassing<br />
van de Nederlandse socialezekerheidswetgeving elk onderscheid naar nationaliteit tussen<br />
Nederlandse onderdanen en EU-onderdanen achterwege moet blijven. Dit beroep op<br />
gelijke behandeling naar nationaliteit kan worden gedaan ongeacht de woonplaats van de<br />
EU-onderdaan.<br />
De SVB leidt uit het arrest Martinez Sala van het Hof van Justitie EU af dat onderdanen<br />
van een lidstaat van de EU of de EER en onderdanen van Zwitserland, die bevoegd zijn<br />
op Nederlands grondgebied te verblijven, onder dezelfde voorwaarden als Nederlandse<br />
onderdanen recht hebben op sociale verzekeringsuitkeringen. Van hen kan niet worden<br />
gevergd dat zij de rechtmatigheid van hun verblijf aantonen door middel van een door<br />
de Nederlandse autoriteiten afgegeven verblijfsdocument. Het arrest Martinez Sala gaat<br />
evenwel niet zo ver dat het een materiële koppeling verbiedt tussen verzekering op<br />
grond van de sociale verzekeringswetten en de rechtmatigheid van het verblijf of de<br />
arbeid in Nederland van de betreffende onderdanen van de EU, de EER en Zwitserland.<br />
Jurisprudentie<br />
HvJ EG 12 mei 1998, nr. C-85/96 (Martinez Sala), Jur. 1998, I-2691, RSV 1998/273,<br />
«USZ» 1998/185<br />
HvJ EG 20 september 2001, nr. C-184/99 (Grzelczyk), Jur. 2001, I-6229, RSV 2002/228<br />
HvJ EG 15 januari 2002, C-55/00 (Gottardo), Jur. 2002, I-413, RSV 2002/176, «USZ»<br />
2002/63<br />
HvJ EG 11 juli 2002, C-224/98 (D’Hoop), Jur. 2002, I-6191, RSV 2002/303<br />
SB2135<br />
Territoriale werkingssfeer<br />
artikel 52 VEU, artikel 355 VWEU, Bijlage II, artikel 1, lid 1, Overeenkomst EG-Zwitserse<br />
Bondsstaat over het vrije verkeer van personen en Bijlage VI bij de Overeenkomst betreffende de<br />
Europese Economische Ruimte<br />
Het toepassingsgebied van de verordening wordt territoriaal begrensd door artikel 52 van<br />
het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 355 van het Verdrag betreffende de<br />
werking van de Europese Unie, die een opsomming bevatten van de lidstaten van de<br />
Europese Unie en van de overige gebieden waarop de verdragen van toepassing zijn. De<br />
toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 is daarom in beginsel slechts aan de orde<br />
als een persoon op het grondgebied van de Europese Unie woont en werkt. Uit het<br />
arrest Salemink blijkt dat in het kader van de sociale zekerheid tot dit grondgebied<br />
eveneens moet worden gerekend het onder de Noordzee gelegen deel van het<br />
continentaal plat waarover Nederland soevereine rechten uitoefent.