Download - Svb
Download - Svb
Download - Svb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SVB Beleidsregels<br />
| Deel III Awb<br />
22<br />
Uit jurisprudentie van de CRvB volgt dat een schadevergoeding moet worden<br />
toegekend als de redelijke termijn als genoemd in artikel 6 EVRM is overschreden bij<br />
het vaststellen van burgerlijke rechten en verplichtingen. Hiervan is sprake als, inclusief<br />
de bezwaarprocedure:<br />
de procedure minimaal 2 jaar heeft geduurd, in geval van beroep bij de rechtbank,<br />
of<br />
de procedure minimaal 4 jaar heeft geduurd, in geval van hoger beroep (CRvB 26<br />
januari 2009 en CRvB 28 april 2009).<br />
De termijn vangt aan op het moment dat een bezwaarschrift is ingediend (CRvB 8<br />
december 2004). Als een deel van de duur van de procedure aan betrokkene moet<br />
worden toegerekend, telt dit deel niet mee.<br />
Uit de jurisprudentie volgt voorts dat het bestuursorgaan aansprakelijk is voor haar<br />
aandeel in de overschrijding van de redelijke termijn als de bezwaarprocedure langer dan<br />
zes maanden heeft geduurd. In dat geval kent de SVB op verzoek van de<br />
belanghebbende een vergoeding toe. Deze bedraagt € 500 als de bezwaarprocedure<br />
langer dan een half jaar heeft geduurd en wordt met eenzelfde bedrag verhoogd voor elk<br />
volledig half jaar dat de SVB heeft verzuimd te besluiten op het bezwaarschrift. Uit de<br />
jurisprudentie van het EHRM volgt dat de introductie van een versnellende procedure,<br />
zoals de dwangsomregeling, gevolgen mag hebben voor de hoogte van de vergoeding<br />
mits deze snel wordt toegekend en voldoende is gemotiveerd. De SVB brengt daarom<br />
reeds uitbetaalde dwangsommen in mindering op de vergoeding.<br />
Jurisprudentie<br />
EHRM 26 oktober 2000 (Kudla), «USZ» 2001/37, EHRC 2000/89<br />
CRvB 8 december 2004, RSV 2005/71, LJN AR7273<br />
CRvB 26 januari 2009, LJN: BH1009<br />
CRvB 28 april 2009, LJN BI2748<br />
EHRM 29 maart 2006 (Pizzati), JB 2006/134<br />
SB3222<br />
Overige schade<br />
Eventuele andere schadeposten dan renteschade en schade wegens overschrijding van de<br />
redelijke termijn, zoals schade in de fiscale sfeer, kunnen voor vergoeding in aanmerking<br />
komen voor zover de belanghebbende om vergoeding daarvan verzoekt en hij de<br />
geleden schade kan aantonen.<br />
Bij de beoordeling van een verzoek om vergoeding van overige schade fungeren de<br />
bepalingen uit het BW over schadevergoeding als leidraad voor de vaststelling van de<br />
schade (zie bijvoorbeeld CRvB 30 maart 1995 en 9 januari 1996). Er wordt getoetst of<br />
de belanghebbende als gevolg van de onrechtmatige daad van de SVB een bepaald<br />
voordeel heeft verkregen waardoor de totale schade gematigd is, en of de schade door de<br />
belanghebbende beperkt had kunnen worden. Een verkregen voordeel kan bijvoorbeeld<br />
zijn een uitkering van een andere instantie of een subsidie, waarop de belanghebbende<br />
geen recht zou hebben gehad als de SVB juist zou hebben gehandeld.<br />
Uit de jurisprudentie van de CRvB (16 april 1996 en 8 april 1997) leidt de SVB af dat<br />
vergoeding van immateriële schade die geen verband houdt met de overschrijding van de<br />
redelijke termijn slechts onder uitzonderlijke omstandigheden kan plaatsvinden. Met<br />
name moet hiervoor sprake zijn van ernstige inbreuken op de persoonlijke levenssfeer,<br />
dan wel op andere persoonlijkheidsrechten van de betrokkene. De SVB acht een ernstige