Download - Svb
Download - Svb
Download - Svb
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SVB Beleidsregels<br />
| Deel II Internationaal<br />
33<br />
toepassing aan het beleid betreffende de overgang van werkzaamheden naar inactiviteit<br />
(zie SB2263 Tijdvakken op grond van Verordening (EG) nr. 883/2004).<br />
Uit de systematiek van de Verordening en van Besluit nr. F1 leidt de SVB af dat een<br />
recht op gezinsuitkering, ongeacht de aard van het uitkeringsstelsel, moet worden<br />
beschouwd als te zijn gebaseerd op ingezetenschap indien een persoon niet onder een<br />
van de bovengenoemde situaties valt en een betrokkene evenmin een pensioen ontvangt.<br />
SB2270<br />
Wijziging van toepasselijke wetgeving of bevoegdheid tot betaling<br />
artikel 59 Vo. 987/2009<br />
Artikel 59, eerste lid Verordening (EG) nr. 987/2009 regelt de situatie waarin door een<br />
wijziging in de omstandigheden van een persoon in de loop van een maand na elkaar<br />
twee verschillende lidstaten bij voorrang gezinsuitkering moeten uitbetalen. De SVB past<br />
artikel 59 eveneens toe in de situatie waarin de overgang van bevoegde lidstaat niet<br />
plaatsvindt in de loop van een maand maar samenvalt met de overgang van een maand<br />
op een andere maand (zodat op de laatste dag van de maand lidstaat A bevoegd is en op<br />
de eerste dag van de volgende maand lidstaat B).<br />
Als een persoon ophoudt onderworpen te zijn aan de wetgeving van een andere lidstaat<br />
en aansluitend de verzekering ingevolge de AKW van deze persoon begint, ontbreekt in<br />
Verordening (EG) nr. 883/2004 een bepaling op grond waarvan de voorwaarde van<br />
verzekering ingevolge de AKW op de peildatum van een kwartaal, buiten toepassing kan<br />
worden gelaten. Een dergelijke bepaling is voor pensioenen, zoals de<br />
nabestaandenuitkering op grond van de Anw, opgenomen in artikel 51, derde lid, van<br />
Verordening (EG) nr. 883/2004 en was in Verordening (EEG) nr. 1408/71 opgenomen<br />
in Bijlage VI, onder R, onderdeel 5. Ingevolge de AKW ontstaat daarom strikt genomen<br />
eerst recht op kinderbijslag met ingang van het kwartaal waarin een verzekerde op de<br />
eerste dag in Nederland verzekerd is. In document 15514/07 van de Raad van de<br />
Europese Unie van 28 november 2007 staat echter toegelicht dat de Uniewetgever<br />
aanneemt dat in die situatie de toepassing van artikel 59, tweede lid Verordening (EG)<br />
nr. 987/2009 ertoe zal leiden dat Nederlandse kinderbijslag wordt betaald met ingang<br />
van de eerste dag van de maand volgende op die waarin de betaling van gezinsbijslagen<br />
uit een andere lidstaat stopt. De SVB hanteert daarom in deze gevallen de fictie dat op de<br />
peildatum van het kwartaal verzekering in Nederland bestaat. Wordt met toepassing van<br />
die fictie voldaan aan de voorwaarden voor het recht op kinderbijslag op grond van de<br />
AKW dan wordt dit recht met toepassing van artikel 59 Verordening (EG) nr. 987/2009<br />
toegekend. De SVB past deze handelwijze naar analogie toe in de situatie waarin artikel<br />
59 Verordening (EG) nr. 987/2009 niet van toepassing is omdat in de laatstelijk<br />
bevoegde lidstaat geen gezinsbijslagen verschuldigd waren.<br />
SB2271<br />
Aanvullend voordeel bij gezinsuitkeringen<br />
Artikel 68, lid 2 Vo. 883/2004 en Besluit nr. F1 van de Administratieve Commissie van 12<br />
juni 2009<br />
De prioriteitsregels voor gezinsuitkeringen hebben in beginsel tot gevolg dat<br />
gezinsuitkeringen slechts op grond van de wetgeving van één enkele lidstaat tot<br />
uitbetaling komen. Het Hof van Justitie EU heeft echter bepaald dat toepassing van de<br />
prioriteitsregels niet tot gevolg kan hebben dat de betrokkene het hoogst mogelijke<br />
bedrag aan gezinsuitkeringen wordt onthouden. Een lidstaat met een hogere<br />
gezinsuitkering dan de bij voorrang aangewezen lidstaat dient daarom een aanvulling te