Download - Svb
Download - Svb
Download - Svb
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SVB Beleidsregels<br />
| Deel I AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, MKOB, TOG, TAS en TNS<br />
58<br />
Daarnaast wijkt de SVB met toepassing van artikel 4:1, negende lid van het besluit in de volgende gevallen af van de<br />
bepalingen in het besluit:<br />
Voor een kleine groep AOW-gerechtigden met een wegens inkomen gekorte toeslag valt het gezinsinkomen<br />
lager uit dan het gezinsinkomen van AOW-gerechtigden van wie het gezinsinkomen bestaat uit een AOWpensioen<br />
met volledige toeslag. De verklaring hiervoor is dat de Nederlandse loonheffing verschillende tarieven<br />
kent voor personen ouder respectievelijk jonger dan 65 jaar. Als de Nederlandse loonheffing tot resultaat heeft<br />
dat het netto inkomen van de AOW-gerechtigde en zijn partner lager uitvalt dan het netto AOW-pensioen met<br />
volledige toeslag, verlaagt de SVB het overig inkomen van de partner zodanig, dat het netto gezinsinkomen van<br />
de AOW-gerechtigde even hoog is als het netto AOW-pensioen met volledige toeslag. Of dit beleid toegepast<br />
moet worden beoordeelt de SVB zoveel mogelijk zelf, aan de hand van de door de AOW-gerechtigde<br />
aangeleverde gegevens over zijn inkomen en dat van zijn partner.<br />
Ten aanzien van nabestaanden van personen die als Belgisch grensarbeider in Nederland hebben gewerkt en die<br />
voor de jaren van arbeid in Nederland van Belgische zijde een aanvulling ontvangen op het Belgische<br />
overlevingspensioen, hanteert de SVB het volgende beleid. Om een spiraalwerking van een steeds hoger<br />
wordende aanvulling uit België en een steeds groter wordende korting op de Nederlandse nabestaandenuitkering<br />
te voorkomen, beschouwt de SVB de Belgische aanvulling niet als inkomen in de zin van het Inkomensbesluit.<br />
Krachtens artikel 2:5, eerste lid Inkomensbesluit worden vakantiebonnen niet aangemerkt als inkomen uit arbeid<br />
of overig inkomen. Een vakantiebon wordt aan sommige werknemers en uitkeringsgerechtigden verstrekt en<br />
vervangt de vakantie-uitkering waarop de meeste werknemers of uitkeringsgerechtigden aanspraak kunnen<br />
maken. In sommige situaties vervangt de vakantiebon eveneens de loondoorbetaling tijdens verlof. Op het<br />
moment dat een vakantiebon wordt verzilverd wordt het daardoor verkregen inkomen door de SVB als inkomen<br />
in de zin van het Inkomensbesluit aangemerkt. De SVB voert daarbij als beleid dat zij slechts het gedeelte van de<br />
vakantiebon dat bedoeld is als loondoorbetaling tijdens verlof in aanmerking neemt als inkomen. Het gedeelte<br />
van de vakantiebon dat bedoeld is als vakantie-uitkering wordt derhalve niet in mindering gebracht op de<br />
uitkering. Dit beleid hanteert de SVB eveneens bij reserveringen van loon voor vakantie- en verlofperioden bij<br />
uitzendkrachten.<br />
Op grond van artikel 4:1, zesde lid, Inkomensbesluit heeft de SVB de bevoegdheid om bij per maand wisselende<br />
inkomsten op basis van een geschat inkomen een gemiddeld inkomen te bepalen. In dat geval dient na een periode van<br />
ten hoogste twaalf maanden een herberekening plaats te vinden op basis van het reëel genoten inkomen.<br />
Bij wisselende inkomsten vraagt de SVB de betrokkene een schatting te maken van het te verwachten inkomen per<br />
maand. Periodiek onderzoekt de SVB het werkelijk genoten inkomen. Als dit inkomen gedurende de volledige<br />
periode, of gedurende een deel daarvan, heeft gelegen binnen de grenzen waartussen een gekorte toeslag of<br />
nabestaandenuitkering wordt verleend, wordt het recht over de betreffende periode vastgesteld met behulp van het<br />
gemiddelde inkomen per maand in deze periode. Voor zover het inkomen buiten deze grenzen heeft gelegen wordt de<br />
hoogte van het recht vastgesteld op basis van het feitelijk in de betreffende maand genoten inkomen. In totaal ontvangt<br />
betrokkene dan een even groot bedrag aan toeslag of nabestaandenuitkering als hij zou ontvangen bij vaststelling per<br />
maand op basis van het feitelijk genoten inkomen.<br />
Jurisprudentie<br />
CRvB 15 november 2002, RSV 2003/59, «USZ» 2003/24<br />
SB1050<br />
Schuldige nalatigheid<br />
artikel 13 AOW, artikel 61 en artikel 62 Wfsv<br />
Indien een verplicht verzekerde krachtens de volksverzekeringswetten de verschuldigde premie niet voldoet, beslist de<br />
SVB dat sprake is van schuldig nalaten als bedoeld in artikel 13 AOW. Schuldige nalatigheid leidt tot een korting op<br />
het ouderdomspensioen.