10.07.2015 Views

kennispoort_jaarindex 2014_def

kennispoort_jaarindex 2014_def

kennispoort_jaarindex 2014_def

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

48 JAARINDEX <strong>2014</strong> KENNISPOORT VERLOSKUNDEWWW.KENNISPOORT-VERLOSKUNDE.NL 4948 49“Voor vrouwen moet de zorg van verloskundigenen gynaecologen naadloos in elkaar overlopen.Hoe bereiken we dat op een kosteneffectieve manier dieleidt tot de beste uitkomsten en tevreden vrouwen?”ORGANISATIEHET VERLOSKUNDIGE ZORGSYSTEEMORGANISATIEHET VERLOSKUNDIGE ZORGSYSTEEMIntegrated Care System during labour (INCAS)Determinanten en patronen van zorggebruik bij zwangeren in de eerste lijnIntegratie van eerste- en tweedelijns verloskundige zorg tijdens de baring komt tegemoet aan een belangrijke maatschappelijkebehoefte. Integrale zorg kan de kans op goede baringsuitkomsten bevorderen en leiden tot betere ervaringen van vrouwen. Ookkan het onnodige medische interventies verminderen en gezondheidszorgkosten beperken. In INCAS-1 is een implementatiestrategieontwikkeld voor integratie van verloskundige zorg door middel van de volgende deelstudies: 1. Dossieronderzoek omverwijzingen durante partu en het verloop van deze baringen na verwijzing in kaart te brengen, 2. Delphi onderzoek om karakteristiekenvan een optimaal model voor integrale zorg te <strong>def</strong>iniëren, 3. Kwalitatief en kwantitatief onderzoek om bevorderende enbelemmerende factoren voor integrale zorg te identificeren, 4. Ontwikkeling van een implementatiestrategie. In INCAS-2 wordtde implementatiestrategie toegepast in een aantal regio’s. Het verloskundig samenwerkingsverband in een regio bepaalt zelfwelke zorgpaden ze willen ontwikkelen. De afdeling Midwifery Science en het Athena instituut ondersteunen de regio’s bij hetontwikkelen van de zorgpaden door middel van reflexive monitoring en door het evalueren van de effecten via voor- ennametingen.Zorggebruik van eerstelijns zwangeren. Uit registraties van huisartsen blijkt dat zwangere vrouwen, naast het contact met deverloskundige, ook geregeld contact hebben met de huisarts. De redenen hiervoor zijn onbekend. Daarnaast blijkt uit onderzoekdat er een onduidelijke taakafbakening bestaat tussen huisartsen, verloskundig actieve huisartsen en verloskundigen. Een goedeafstemming tussen de verschillende professies is alleen mogelijk indien er gegevens bekend zijn over de zorgbehoefte, zorgvraagen zorggebruik van de zwangere. Daarnaast is het belangrijk inzicht te genereren in de factoren die zorggebruik bepalen. Alleenmet deze informatie kunnen beleidsinterventies worden vastgesteld en ingezet ter bevordering van een adequaat zorggebruik.Dataverzameling zal plaatsvinden binnen de DELIVER-studie (Data EersteLIjnsVERloskunde) en bij huisartsen (LINH-database).Aan zwangeren wordt op meerdere momenten tijdens de zwangerschap een vragenlijst voorgelegd - gebaseerd op het AndersenBehavioral Model of Health Services Use - waarmee de gezondheidstoestand, de zorgbehoeften en het zorggebruik van de eerstelijnszwangere in kaart wordt gebracht.DoelINCAS-2 kent de volgende doelstellingen:• Kwaliteit van zorg verbeteren door meer continuïteit van zorg.• Bepalen kosteneffectiviteit van integrale zorg in vergelijking totbestaande zorg.• Passende financieringsstructuur voor integrale zorg vaststellen.Vraagstelling/HypotheseDe hypothese van het onderzoek is dat integrale zorg tijdens debaring leidt tot beter uitkomsten, meer tevredenheid bij vrouwen enzorgverleners en lagere gezondheidszorgkosten.RelevantieEen betere integratie van eerste- en tweedelijns verloskundige zorgzal waarschijnlijk leiden tot meer continuïteit van zorg. De kunst isom de nadelen van het Nederlandse verloskundige systeem teverminderen, vooral wat betreft het gebrek aan continuïteit van zorg,maar om de voordelen ervan te behouden. Een belangrijk voordeelis de lage incidentie van medische interventies. Als het lukt om deeerste- en tweedelijns zorg beter te integreren, zal dit leiden totrevolutionaire veranderingen in de verloskundige zorg.Projectleider(s)Dr. Ank de JongeProjectuitvoerder(s)Afdeling Midwifery Sciences, VUmc - Dr. Corine Verhoeven,Drs. Hilde Perdok, Prof. Francois Schellevis, Athena instituut,VU - Drs. Sarah Lips, Dr. Tjerk-Jan Schuitmaker, Prof. JacquelineBroerse, Afdeling Health Sciences - Dr. Judith Bosmans.Contact projectDr. Ank de Jongeank.dejonge@vumc.nlBegin en einddatum/looptijdINCAS-1 liep van 1 januari 2012 tot 31 maart 2013.INCAS-2 loopt van 1 januari <strong>2014</strong> tot 31 december 2017.SamenwerkingspartnersStuurgroep: Rachel Verweij, namens Het Ouderschap, Joris van derPost (hoogleraar obstetrie en gynaecologie), AMC, Amsterdam,Jeroen van Dillen (gynaecoloog), Radboud UMC, Nijmegen, FeddeScheele (gynaecoloog), St Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam,Pien Offerhaus, verloskundige onderzoeker, KNOV, Willem JanLieve, adviseur, KNOV, Antje Beuckens, verloskundige, KNOV,Marlies Buurman, namens Actiz, Corrie Hartog-Beukeboom,namens de V&VN VOG. Dit onderzoek wordt gefinancierd doorzorgverzekeraars. Voor de pilot in Leiden is financiering ontvangenvan Achmea en Zorg en Zekerheid. De KNOV heeft subsidieverleend aan Hilde Perdok voor het afronden van haar promotie opdeze studie.Trefwoorddelivery of health care, integratedDoelHet doel van de studie is het beschrijven van patronen vanzorggebruik en het nagaan welke factoren van invloed zijn op hetzorggebruik bij zwangeren in de eerste lijn.Vraagstelling/Hypothese• Wat is het zorggebruik van zwangere vrouwen in de eerste lijn?• Welke factoren zijn van invloed op het zorggebruik van zwangerevrouwen in de eerste lijn?RelevantieWetenschappelijke relevantie: dit onderzoek zal inzicht opleveren inde factoren die zorggebruik van eerstelijns zwangeren bepalen.Beleidsmatige relevantie: zorggebruik heeft in Nederland een alsmaargroeiende beleidsmatige aandacht. De overheid streeft zoveelmogelijk naar een adequate inzet van middelen, ook in deverloskundige zorg. Belangrijke vragen hierbij zijn welke zwangereneen hoog zorggebruik met zich meebrengen en in hoeverre hetgebruik ongelijk verdeeld is in relatie tot andere kenmerken van dezwangeren. Om deze vraag te kunnen beantwoorden dient inzicht teworden verkregen in de patronen van zorggebruik en factoren diezorggebruik bepalen. Inzicht hierin zal kunnen bijdragen aan verdereoptimalisering van de inzet van schaarse middelen in degezondheidszorg. Maar zal ook kunnen leiden tot een betere eneffectieve samenwerking tussen de eerstelijns zorgverleners.Maatschappelijke relevantie: dit onderzoek zal gegevens genererenover de gezondheidstoestand, zorgbehoefte en zorggebruik van deeerstelijns zwangere. Vragen die hierbij beantwoord zullen worden zijnonder andere of het gebruik ongelijk verdeeld is in relatie tot anderekenmerken van de zwangeren, zoals sociaaleconomische status enleefstijl. Inzicht hierin zal kunnen bijdragen aan een adequate inzet vanmiddelen voor alle zwangeren.Projectleider(s)Prof.dr. S.A. ReijneveldProf.dr. F.G. SchellevisDr. D.E.M.C. JansenDr. F. BaarveldProjectuitvoerder(s)Drs. E.I. Feijen-de JongContact projectDrs. E.I.Feijen-de JongEsther.Feijen@inholland.nlBegin en einddatumBegindatum: 2008Einddatum: 2015Publicaties• Esther I Feijen-de Jong, Danielle EMC Jansen, Frank Baarveld, Cees Pvan der Schans, François G Schellevis, and Sijmen A ReijneveldDeterminants of late and/or inadequate use of prenatal healthcare inhigh-income countries: a systematic review Eur J Public Health firstpublished online November 21, 2011 doi:10.1093/eurpub/ckr164• Feijen-de Jong et al.: Do pregnant women contact their generalpractitioner? A register-based comparison of healthcare utilisationof pregnant and non-pregnant women in general practice. BMCFamily Practice 2013 14:10.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!