10.07.2015 Views

kennispoort_jaarindex 2014_def

kennispoort_jaarindex 2014_def

kennispoort_jaarindex 2014_def

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

64 JAARINDEX <strong>2014</strong> KENNISPOORT VERLOSKUNDEWWW.KENNISPOORT-VERLOSKUNDE.NL 65“Gezondheid en welzijn van moeder en kind zijn in het geding bij eerstelijns64 65verloskundige zorg. De veiligheid van de verloskundige zorg roept niet voor nietszoveel emoties op in de media. Goede evaluatie van de risicoselectie, waarbij rekeningwordt gehouden met zowel over- als ondermedicalisering, is noodzakelijk maarcomplex. Ik wil daar graag een bijdrage aan leveren, zodat een veilige bevallingmogelijk blijft op de plaats waar de moeder dat wenst.”ORGANISATIEINNOVATIEORGANISATIEINNOVATIEHealthy Pregnancy 4 All (HP4All): Monitoring en evaluatie van het progammaManagement of labour painNederland heeft een ongunstige positie in Europa op het gebied van perinatale gezondheid. Perinatale sterfte berust voor 85%op aangeboren afwijkingen, vroeggeboorte, ondergewicht en lage Apgar (de BIG4). Het terugdringen hangt af van preventie vandeze voorliggende perinatale ziekten. Onderkend werd dat een gezonde start ook voor het latere leven van betekenis is (oa hartvaatziekten,obesitas, psychische aandoeningen). Er zijn grote verschillen in zwangerschapsuit komsten tussen verschillendegroepen. Allochtone vrouwen, vrouwen met een lage sociaaleconomische positie en vrouwen die wonen in achterstandswijkenhebben een verhoogde kans op een slechte uitkomst. Het project Healthy Pregnancy 4 All heeft als doel een bijdrage te leverenaan de verbetering van perinatale uitkomsten via projecten in de verloskundige keten die bijdragen aan een betere gezondheidvan zwangere vrouwen en hun kinderen, maar ook door de kwaliteit van de (keten)zorg te optimaliseren.DoelHet doel van het onderzoek is de monitoring en evaluatie van hetlandelijke programma Healthy Pregnancy 4 All, van zowel proces- alsuitkomstmaten. In veertien gemeenten worden experimenten ingezetop het gebied van:• programmatische preconceptiezorg;• vernieuwde risicoselectie in de zwangerschap en;• het bereiken van hoogrisicogroepen.In deze gemeenten wordt aangesloten bij het lokale gezondheidsbeleidvan gemeenten (lokale nota’s gezondheidbeleid), bestaande lokaleinitiatieven op het gebied van aanpak van de perinatale problematiek ende afspraken binnen Verloskundige Samenwerkingsverbanden (VSV’s).Vraagstelling/Hypothese1. In welke gemeenten is de perinatale gezondheid (sterfte enmorbiditeit), onderscheiden naar deelgemeenten/buurten, hogerdan gemiddeld?2. Hoe verlopen de zorgexperimenten in de veertien gemeenten en watzijn de succes- en faalfactoren bij de implementatie van dezezorgexperimenten?3. Hoe veranderen de perinatale gezondheidscijfers over de tijd en inde gemeenten na de implementatie van de zorgexperimenten?RelevantieNederland kent hoge perinatale sterftecijfers met grote verschillen naaretniciteit, sociaaleconomische status, inwoner zijn van een grote stad/prachtwijk. Preconceptiezorg stelt in staat tot opsporing en aanpakvan risicofactoren nog vóór de conceptie. Via de R4U kunnen derisicofactoren die een verhoogde kans geven op de BIG 4 vroegtijdigin de zwangerschap gesignaleerd worden. Door deze risicofactoren teverminderen zal dit effect hebben op hun gevolgen en dus uiteindelijkook op de perinatale sterfte. Via monitoring en evaluatie worden deslaag- en faalfactoren voor de invoering van deze zorgexperimentengeïdentificeerd. In de analyse worden praktische-, bestuurlijke- enzorgfactoren in acht worden genomen. De ontwikkelde kennis zalworden ontsloten naar andere gemeenten in Nederland.Projectleider(s)Prof.dr. E.A.P. Steegers, programmadirecteurDr. L.C. de Jong-Potjer, projectleiderDrs. A.J.M. Waelput, projectleiderContact projectDrs. A.J.M. Waelput, projectleiderAfdeling Verloskunde & GynaecologieErasmus MC Rotterdama.waelput@erasmusmc.nlBegin en einddatumapril 2011 - december <strong>2014</strong>SamenwerkingspartnersSamenwerking met de PRN en in veertien gemeenten met:gemeentebestuur, GGD, huisartsen, verloskundigen, gynaecologen,Centra voor Jeugd en Gezin/Jeugd Gezondheidszorg, sociaalmaatschappelijkeorganisaties, onderzoeksconsortia in het kader vanhet ZonMw-programma Zwangerschap en Geboorte & universitairmedische centra, laboratoria, zorgcampusPublicatiesDenktas S, Poeran J, van Voorst SF, Vos AA, de Jong-Potjer LC, WaelputAJM, Birnie E, Bonsel GJ, Steegers EAP.Design and outline of the Healthy Pregnancy 4 All Study. BMCPregnancy and Childbirth <strong>2014</strong>, 14.Trefwoordpreconception care, pregnancy, prenatal care, avoidable risk factors,shared care, systematic risk selection, care pathways, collaboration,prevention, perinatal death, perinatal morbidity, suboptimal care, urbandeprived neighbourhoods, ethnicity, socioeconomic status, lifestylerecommendationsDe zelfstandig werkende verloskundige is niet bevoegd om in de eerste lijn medicamenteuze pijnstilling voor te schrijven.Behoudens een enkel slaaptablet of orale sedativa, veelal via de huisarts of via de poli gynaecologie voorgeschreven, maakt deeerstelijns verloskundige gebruik van een aantal vormen van niet-medicamenteuze pijnstilling. Verschillen in de benadering vanverloskundige zorgverleners ten opzichte van pijn tijdens de baring, en vooral in het faciliteren van een keuze voor pijnstilling,beïnvloeden de mate van tevredenheid over de bevalling van cliënten. In februari 2009 is zowel de KNOV-standaard ‘Prenataleverloskundige begeleiding’ als de CBO-richtlijn ‘Medicamenteuze pijnbestrijding tijdens de baring’ gepubliceerd. Hoe werkenverloskundigen met deze richtlijn en standaard? De kwantitatieve data zijn verzameld in de Deliver-studie in twintig eerstelijnsverloskundige praktijken (www.deliver-studie.nl). De kwalitatieve data zijn verkregen via diepte-interviews met zwangeren enrecent bevallen vrouwen en focusgroepen met verloskundigen. Daarnaast is het effect en de obstetrische voor- en nadelen van‘Inhaled pain relief during labour’ onderzocht met een systematic review voor de Cochrane collaboration.DoelInzicht verkrijgen in de baringspijn van zwangeren in Nederlandvanuit het perspectief van barende vrouwen en vanuit hetperspectief van hun begeleidende verloskundigen.Vraagstelling/Hypothese1. Wat is het effect van geïnhaleerde pijnbeheersing voor barendevrouwen met een spontane baring en wat zijn de obstetrischevoor- en nadelen van deze pijnbeheersing?2. Welke voorkeuren van pijnbeheersing tijdens de baring hebbenvrouwen voorafgaande aan hun baring en van welke vormenvan pijnbeheersing tijdens de baring wordt gebruik gemaakt?3. Wat zijn de ervaringen van bevallen vrouwen met deze pijn enpijnbeheersing?4. Welke verwachtingen hebben eerstelijns verloskundigen inNederland over de perceptie van hun cliënten over de teverwachten pijn en pijnbeheersing tijdens de baring?5. What is the sense of control among women who weretransferred to obstetric-led care during labour according toplanned place of birth: home versus hospital.RelevantieIn 2007 hebben 6.8% (2005: 4.8%, 2006: 5.7%) van de spontaanbevallen vrouwen een epiduraal als vorm van pijnstilling ondergaandurante partu (PRN-data, 2007). Van de kunstverlossingen was dat,19.0% (2005:13.3%, 2006: 15.9%) en van de kunstverlossingen23.9% (2005:19.4%, 2006: 21.6%). Uit de laatste vrijgekomenLVR1-data is bekend dat het percentage overdrachten van de eerstenaar tweede lijn wegens epiduraal/spinaal gestegen is van 2% in2000 naar 6% in 2009 (PRN, LVR1 2009). De verwachting is datdeze cijfers verder stijgen, mede door het uitbrengen van deCBO-richtlijn ‘Medicinale pijnbestrijding tijdens de baring’.We willen voor de cliënten een meest optimale (preferenties enbewezen effectiviteit) en veiligste behandeling kunnen aanbiedenten aanzien van pijnbeheer sing tijdens de bevalling. De studie sluitaan bij vragen uit de dagelijkse verloskundige praktijk.Projectleider(s)Prof.dr. A.L.M. (Toine) Lagro-Janssen, UMC St RadboudProf.dr. E. (Eileen) Hutton, Midwifery Science, EMGO+, VUmcDr. A. (Ank) de Jonge RM, Midwifery Science, EMGO+, VUmcDr. M.N.N. (Mireille) van Poppel, EMGO+, VUmcOnderzoeker: G.M.T. (Trudy) Klomp MSc, RM, docent VerloskundeAcademie Amsterdam (AVAG), onderzoeker VUmc, MidwiferyScienceContact projectG.M.T. (Trudy) Klomp MSc RMTrudy.klomp@inholland.nlBegin en einddatumBegindatum: mei 2008Einddatum: medio <strong>2014</strong>SamenwerkingspartnersUMC St Radboud Nijmegen, Prof.dr. Toine Lagro,A.Lagro-Janssen@hag.umcn.nlMidwifery Science, EMGO+ instituut, VUmc, Dr. Ank de Jonge RM,ank.dejonge@vumc.nlNivel, Dr. T.A. Wiegers, t.wiegers@nivel.nlEMGO+, VUmc, Dr. M.N.N. van Poppel, mnm.vanpoppel@vumc.nlTrefwoorddelivery, labour pain, pain management, inhaled pain relief, birth,primary midwife led-care

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!