10.07.2015 Views

kennispoort_jaarindex 2014_def

kennispoort_jaarindex 2014_def

kennispoort_jaarindex 2014_def

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

68 JAARINDEX <strong>2014</strong> KENNISPOORT VERLOSKUNDEWWW.KENNISPOORT-VERLOSKUNDE.NL 6968 69“Ieder kind dat niet ziek wordt door GBS is er éénen dat kunnen we samen bereiken!”ORGANISATIEINNOVATIEORGANISATIEINNOVATIEAanvalsplan Perinatale Sterfte Rotterdam, programma Klaar voor een Kind: De effectenvan geboortecentrum Sophia in Rotterdam op perinatale uitkomsten en geboortezorgImplementatie van een kosteneffectieve strategie om neonatale infectie door groepB-hemolytische streptokokken te voorkomenNederland kent hoge perinatale sterftecijfers met grote verschillen naar etniciteit, sociaaleconomische status, inwoner zijn vaneen grote stad/prachtwijk. In Rotterdam werd op grond van de cijfers een grootstedelijk gezondheidsprogramma gestart. Onderkendwerd dat een gezonde start ook voor het latere leven van betekenis is (hartvaatziekten, obesitas, psychische aandoeningen).Deze landelijke en lokale context bepaalt de primaire relevantie. Perinatale sterfte berust voor 85% op aangeboren afwijkingen,vroeggeboorte, ondergewicht en lage Apgar. Het terugdringen hangt dus af van preventie van deze voorliggende perinataleziekten.In dat kader zijn in het programma Klaar voor een Kind binnen deschakel geboortezorg bestaande interventies verbeterd en nieuweinterventies ontwikkeld. Op tijd herkennen van risicofactoren eninterveniëren bij elke (aanstaande) zwangere is van groot belang.Met behulp van expertisegroepen zullen evidence basedzorgprotocollen op het gebied van bevalzorg en kraamzorgontwikkeld worden. In dit onderzoek worden via een baselinemeting,tussentijdse evaluaties en een nameting de effecten van deinterventies geëvalueerd. De methode van onderzoek betreffen hiervragenlijstonderzoek en analyse van registratiebestanden (PRN).Resultaten van dit onderzoek kunnen uitgerold worden naar anderegeboortecentra in het land.Doel1. Analyse van de invloed van een eerstelijns geboortecentrum opperinatale uitkomsten, de verloskundige zorgketen.2. Analyse van de implementatie van de risicogeleide verloskundigezorg.Vraagstelling/HypotheseDe hoofdvragen waren:1. Leidt de implementatie van een eerstelijns geboortecentrum,aanpalend aan een tweedelijns/derdelijns verloskunde afdeling,tot betere perinatale uitkomsten?2. Draagt de implementatie van een eerstelijns geboortecentrum,aanpalend aan een tweedelijns/derdelijns verloskunde afdeling,tot optimalisatie van de verloskundige zorgketen?3. Leidt risicogeleide zorg tot betere perinatale uitkomsten?RelevantieZowel de kraamverzorgenden als de verloskundigen van hetGeboortecentrum Sohpia (GCS) en de zorgverleners uit het ErasmusMC zien nu het GCS als een toegevoegde waarde, niet alleenvanwege de uitbreiding van de capaciteit, maar ook vanwege het feitdat via het Expertisecentrum structureel en permanent wordtbijgedragen aan personele kwaliteit en zorgkwaliteit.Gebleken is dat het benutten van de gegevens van de registraties ende uitkomsten van tevredenheidonderzoek, aanknopingspuntenbieden voor verbetering van de zorg. Hierin wil het ExpertisecentrumGCS gezien hun voortrekkersrol een belangrijke functie blijvenspelen. Misschien wel de belangrijkste ontwikkeling, welke moeilijkin cijfers is uit te drukken, lijkt de sterk toegenomen overtuiging vande eerstelijns zorgverleners inclusief de kraamverzorgden dat desamenwerking in het GCS een toekomstbestendige samenwerking isdie nieuwe wegen inslaat, en die een nieuwe identiteit creëert.Projectleider(s)Dr. J.P. de GraafProjectuitvoerder(s)Dr. J. van der KooyT.C. Heil, BScContact projectDr. J.P. de Graafj.degraaf@erasmusmc.nlBegin en einddatumBegindatum: oktober 2009Einddatum: december 2013SamenwerkingspartnersVerloskunde Academie Rotterdam, Gemeente Rotterdam,GGD Rotterdam Rijnmond, CJG, Verloskunde Maatschap West,Verloskundige praktijk Oost, Kraamzorg Rotterdam, Achmea zorg,Frontlijn RotterdamTrefwoordvan der Kooy J, Poeran J, de Graaf JP, Birnie E, Denktaş S, SteegersEA, Bonsel GJ. Planned home compared with planned hospitalbirths in the Netherlands: intrapartum and early neonatal death inlow-risk pregnancies. Obstet Gynecol. 2011;118:1037-46. Perinataloutcome, birthcenter, risk guided interventions, urban perinatalhealthEen infectie bij de pasgeborene tijdens de geboorte of binnen de eerste week door groep B streptokokken (EOGBS) komt voorbij ongeveer twee tot drie per duizend levendgeborenen. Het is een belangrijke oorzaak van perinatale sterfte. EOGBS kan voorkomenworden door intraveneuze behandeling met antibiotica van de moeder tijdens de baring. Er zijn meerdere strategieënmogelijk in preventie van EOGBS. Deze onderscheiden zich door opsporing van GBS in de zwangerschap of het optreden vanrisicofactoren tijdens zwangerschap of bevalling. Na introductie van de NVOG/NVK-richtlijn in 1998 is de incidentie van EOGBSlicht gedaald. Er is geen verschil in ernstige neonatale morbiditeit en sterfte opgetreden.Focusgroepen van zorgverleners en zwangeren leveren informatie over knelpunten en bevorderende factoren van de verschillendestrategieën. Met deze informatie wordt een implementatieplan ontwikkeld waarmee haalbare preventieve strategieën in de praktijkworden ingevoerd in pilotregio’s. De uitkomsten worden vervolgens in een kosteneffectiviteitsanalyse met elkaar vergeleken.DoelHet doel van dit onderzoek is het verbeteren van de preventie vanvroege neonatale infecties door groep B streptokokken (EOGBS) .De resultaten van dit project zullen informatie opleveren die debeslissing ondersteunen over landelijke implementatie van de meestkosteneffectieve en haalbare preventieve strategie om EOGBS tevoorkomen.Vraagstelling/Hypothese1. Wat zijn bevorderende en belemmerende factoren bijimplementatie van vier preventieve EOGBS-strategieën?2. Wat zijn de effecten van implementatie van de preventieveEOGBS-strategieën? Met speciale aandacht voor de gevolgdestrategie, de klinische uitkomsten voor moeders en hun baby’s,plaats en tijdstip van bevallen en de tevredenheid.3. Wat is de kosteneffectiviteitsratio van de preventieve EOGBSstrategieënin de praktijk?RelevantieIn 2007 was het sterftecijfer onder pasgeborenen met EOGBS9,2%. Mogelijk is een andere strategie van preventie (kosten)effectiever in het voorkomen van ernstige neonatale morbiditeit ensterfte.Projectleider(s)Dr. M.E.B. Rijnders, TNODr. M.G.A.J. Wouters, VUmcProf.dr. C.J.M. de Groot, VUmcProjectuitvoerder(s)G.E. Kolkman MSc, TNO VUmcDr. M.A.H. Fleuren, TNODr. M.G.A.J. Wouters, VUmcDr. M.E.B. Rijnders, TNOContact projectG.E. Kolkman MSc verloskundige onderzoeker, promovendusdiny.kolkman@tno.nlBegin en einddatumStart: december 2010Looptijd: 39 maandenSamenwerkingspartnersZonMw studie Programma Preventie, deelprogramma Screening enpreventieve interventies. Projectnummer 200320008,Samenwerking tussen TNO en VUmc, verschillende VSV’s(Verloskundige samenwerkingsverbanden)PublicatiesImplementation of a cost-effective strategy to prevent neonatalearly-onset group B haemolytic streptococcus disease in theNetherlands Kolkman DG, Rijnders ME, Wouters MG, van denAkker-van Marle M, van der Ploeg C, de Groot CJ, Fleuren MA BMCPregnancy and Childbirth 2013, 13:155 (30 July 2013)Trefwoordprevention, pregnancy, prenatal care, perinatal mortality, quality ofhealth care, health plan implementation

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!