11.07.2015 Views

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

hem bleef haken: ‘Ik zal u onderwijzen en u leren van den weg, dien gij gaan zult; Ik zal raad geven,Mijn oog zal op u <strong>zijn</strong>’.Op het moment dat <strong>Eliëzer</strong> had besloten om zich bij de Groninger kas ‘Ex bonis publicis’ te melden,om op die manier <strong>zijn</strong> studie te kunnen financieren, werd hij door ‘een aanzienlijk heer’ in staat gesteldom te gaan studeren. 77 Financieel gezien maakte hij echter geen goede start, omdat <strong>zijn</strong> werkgeverhem bij het beëindigen van het dienstverband in plaats van achthonderd gulden slechts vijf gulden enwat schrijfbehoeften kon uitbetalen. Toen hij nog maar vijfenzeventig cent had, ontving hij echter eenbrief met daarin twintig gulden en vanaf die tijd kwam hij niets meer tekort. Op dinsdag 7 juli 1868deed <strong>Eliëzer</strong>, samen met zeven andere studenten, <strong>zijn</strong> zogenaamde ‘Litterarisch examen’. Allereerstlas hij een opstel voor, getiteld: ‘David, als dichter’. Het examen werd voortgezet ‘in de Nederduitschetaal en Stijl, het Redekundig Ontleden en in het Latijn’. Op één student na, A. van Wijk, die nota beneeen opstel had gehouden met de titel ‘Een troostbrief aan een vriend’, behaalden zij alle hetexamen. 78 <strong>De</strong> studie verliep vlot en op 14 juli 1870 deed <strong>Eliëzer</strong> examen. ’s Morgens moest hijdaarvoor een zogenaamde ‘improvisatie’ leveren over Handelingen 4: 12. Daarna werd het examennog afgenomen in de ‘Geographie van Palestina, Joodsche antiquiteiten en Bijbelsche geschiedenis’.’s Middags werd hij nog geëxamineerd in de ‘Kerkgeschiedenis, Hermeneutiek, Exegese, Kritiek,inleiding op de Godgeleerdheid, stellige, wederleggende en beoefenende Godgeleerheid; tenslottewordt er een onderzoek ingesteld naar het persoonlijk geloof in den Heere Jezus en de roeping tot debediening van het Evangelie’. 79<strong>Eliëzer</strong> slaagde, waarna hij beroepbaar was. 80 Overigens was hij al tijdens <strong>zijn</strong> studie benaderd doords Pauli uit Amsterdam, met de vraag of <strong>Eliëzer</strong> <strong>zijn</strong> opvolger wilde worden als zendingsleraar onderde joden. 81 Hij zou dan naar Londen moeten vertrekken om daar eerst voor het diaconaat envervolgens voor het predikambt te worden opgeleid. Voorwaarde was wel, dat hij lid moest wordenvan de Episcopale Kerk van Engeland. Vanwege <strong>zijn</strong> bezwaren daartegen én omdat hij zich niet aande kring kon onttrekken waar God hem, naar <strong>zijn</strong> overtuiging, had geplaatst, vertrok hij niet naarLonden, maar zette hij <strong>zijn</strong> studie in Kampen door. Al liep hij er 4800 gulden, die hij jaarlijks alszendingsleraar van de Episcopale Kerk van Engeland zou verdienen, door mis.PredikantschapVoor hij de examinatoren verliet was hem het eerste beroep al overhandigd. Uiteindelijk ontving hij ervier en nam hij dat naar Veldhausen (Grafschaft Bentheim) aan. 82 Op 15 september trad hij in het77Over ex bonis publicis: de onvermogende studenten werden in het verleden door de overheid in de gelegenheid gesteld inhun onderhoud te kunnen voorzien. ‘<strong>De</strong> gemeenten die ontstaan <strong>zijn</strong> uit de Afscheiding of Wederkeer in de vorige eeuw,hebben van den beginne aan zelf het onderhoud van het gehele kerkelijke <strong>leven</strong> en dus ook van de hulpbehoevende studentenmoeten bekostigen, zonder de kas ex bonis publicis. Door middel van collecten werd een kas in het <strong>leven</strong> geroepen, waaruit dehulp voor arme studenten moest komen, alhoewel velen aanvankelijk nog op verkeerde wijze van deze kas b<strong>leven</strong> spreken alsde kas ex bonis publicis’, zie: K. de Gier, <strong>De</strong> Dordtse kerkorde, Houten 1989. Er bestonden provinciale kassen om studentenvan de Theologische (Hoge)school in Kampen te onderhouden. Volgens Van Gelderen is <strong>Kropveld</strong>s weldoener <strong>zijn</strong> latereschoonvader (Jacob Jacobs Kuipers) geweest (in een persoonlijk gesprek).78Handelingen der Twee-en-twintigste Vergadering van Kuratoren der Theologische School, der Christelijk AfgescheideneGereformeerde Kerk in Nederland, gehouden te Kampen den 7den Julij 1868 en volgende dagen, Kampen 1868.79Handelingen der Vijf-en-twintigste Vergadering van Kuratoren der Theologische School, der Christelijke Gereformeerde Kerkin Nederland; Gehouden te Kampen 12 Juli 1870 en volgende dagen, Kampen 1870.80Er zouden die dag vier examinandi <strong>zijn</strong>, maar één van hen moest vanwege koorts na de morgenzitting afhaken. Zo deed<strong>Kropveld</strong> samen met A. van Wijk (NB. dezelfde die in 1868 <strong>zijn</strong> ‘litterarisch examen’ niet haalde) en J. Verhaven examen enwerden zij ‘tot Candidaten tot de Heilige Dienst bevorderd. Met de mededeeling van dit oordeel der Curatoren, welke depraeses in eene hartelijke toespraak met vaderlijke vermaningen deed, werd de zitting verblijd en dankbaar gesloten’. <strong>De</strong>Bazuin XVIII no. 28 (15 juli 1870).81Met ds Pauli wordt ds C.W.H. Pauli bedoeld, een Duitse Jood, die uit Engeland naar Nederland was gezonden. Hij was zeergeleerd, wat alleen al blijkt uit het feit, dat hij veertien talen sprak. Hij stichtte de Nederlandsche Vereeniging tot medewerkingaan de uitbreiding van het Christendom onder de Joden. Hij was dertig jaar werkzaam in Amsterdam en doopte in die tijdhonderdenvijf Joden. Zijn opvolger werd uiteindelijk August Charles Adler. Zie verder onder anderen: J.C. Rullmann, ‘Pauli(C.W.H.)’ in Christelijke Encyclopedie voor het Nederlandsche volk (IV), Kampen s.a., p. 537/38; R.B. Evenhuis, Ook dat wasAmsterdam (V), Baarn 1978, p. 258/59.<strong>De</strong> Haas merkt op: ‘<strong>De</strong> Jodenzending had de liefde van <strong>zijn</strong> (<strong>Kropveld</strong>s, lvr) hart; hij had echter geen vrijmoedigheid om zichuitsluitend aan deze arbeid te geven. Ds Pauli, zendeling-leraar te Amsterdam heeft hem aangeboden <strong>zijn</strong> arbeid aan K. over tedragen, doch dit is toen door hem afgewezen’. Joh. de Haas, Gedenkt uw voorgangers, Haarlem 1984, p. 193. Tweeopmerkingen: 1. Het is de vraag of <strong>Kropveld</strong> geen vrijmoedigheid had om zich geheel aan de zendingsarbeid te wijden, of datde kerk hem heeft gepasseerd. Vermoedelijk is het laatste het geval. 2. <strong>Kropveld</strong> wees het aanbod van Pauli af, niet vanwegehet werk, maar omdat hij dan lid moest worden van de Episcopale Kerk van Engeland, zoals al opgemerkt. <strong>Kropveld</strong> hadbezwaren tegen de liturgie, de staatskerk, het ritualisme en de kerkregering, hoewel hij veel waardering had voor het werk vands Pauli.82In <strong>De</strong> Bazuin XVIII no. 33 (19 augustus 1870) werd geschreven: ‘Veldhuizen, (Graafschap Bentheim,) 14 Aug. 1870. Hedenwerden wij grootelijks verblijd, door uit den mond van onzen broeder uit Israël, den Eerw. Heer E. <strong>Kropveld</strong> te vernemen, datZEw. het beroep naar deze gemeente met volle vrijmoedigheid heeft aangenomen. <strong>De</strong> blijdschap was op aller aangezichtkenbaar, en de hartelijke woorden na het eindigen der godsdienstoefening, waren de tolken der vreugde. Dat de Heere des16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!