Uit de notulen van ‘Filippus’ blijkt, dat <strong>Kropveld</strong> zeer plichtsgetrouw was en uitermate ijverig. Dat hijvoor <strong>zijn</strong> werkzaamheden gehonoreerd werd doet daaraan, zeker gezien de tijd die er mee gemoeidwas, niets af.28
Hoofdstuk III<strong>Kropveld</strong> en de zending onder de JodenOver <strong>Kropveld</strong>s betrokkenheid bij het werk van de zending onder de Joden en de Commissie voor dezending onder Israël gaat dit hoofdstuk. Ik beschrijf dit, anders dan anderen, die dit doen aan de handvan de acta van de synoden en de notulen van de commissie (Van Gelderen, Van Klinken), vooraldoor gebruik te maken van wat <strong>Kropveld</strong>, met name, publiceerde in <strong>De</strong> Bazuin. Wat ik in <strong>De</strong> Bazuinvond stemt echter, is mij gebleken, overeen met wat Van Gelderen en Van Klinken tegenkwamen inde acta en notulen.Van Gelderen schrijft, dat <strong>Kropveld</strong> al in <strong>zijn</strong> studententijd schreef in <strong>De</strong> Bazuin over onderwerpen uitde Joodse wereld, die hij vanuit christelijk perspectief belichtte. 114 Met deze wetenschap heb ik in debibliotheek van de Protestantse Theologische Universiteit te Kampen de jaargangen van <strong>De</strong> Bazuinvan 1862, 1866 t/m 1908, 1910 en 1920 doorgenomen, op zoek naar artikelen van <strong>Kropveld</strong>s hand ofartikelen óver <strong>Kropveld</strong> geschreven. In de jaargang 1862 vond ik een artikeltje, geschreven door dsSchoenmaker, over <strong>Kropveld</strong>s doop, dat ik op heb genomen in het eerste hoofdstuk. <strong>Kropveld</strong> begoneind 1864 met voorbereidend onderwijs bij ds W. Diemer in Alphen a/d Rijn en zal in 1865 <strong>zijn</strong>theologische studie <strong>zijn</strong> aangevangen. 115 Als hij als student al schreef in <strong>De</strong> Bazuin zal dat niet directin het eerste jaar <strong>zijn</strong> geweest, vandaar dat ik voor 1866 als begin koos. Het eerste artikel van <strong>zijn</strong>hand kwam ik echter pas tegen in de jaargang 1869. Ik ben tot 1908 doorgegaan, omdat dit het jaarwas, waarin <strong>Kropveld</strong> <strong>zijn</strong> werkzaamheden voor het <strong>De</strong>putaatschap voor zending onder de Jodenbeëindigde. <strong>De</strong> jaargang 1910 nam ik door in verband met <strong>Kropveld</strong>s emeritaat en die van 1920 inverband met <strong>zijn</strong> overlijden.<strong>Kropveld</strong> schreef in <strong>De</strong> Bazuin, vooral toen hij later redacteur van de ‘Filippus’-rubriek werd, tallozestukjes over nut en noodzaak van traktaatverspreiding en over de verspreiding van christelijkescheurkalenders in de kazernes. Een enkele keer heb ik er in hoofdstuk II iets van weergegeven.<strong>De</strong> Bazuin werd voor dit hoofdstuk vooral gelezen vanwege <strong>Kropveld</strong>s betrokkenheid bij de zendingonder de Joden. Als secretaris-penningmeester vermeldde hij de giften die hij ontving voor dat werk in<strong>De</strong> Bazuin. Die stukjes <strong>zijn</strong> niet zo interessant, maar hij doet ook regelmatig verslag van dewerkzaamheden van de commissie en geeft geregeld <strong>zijn</strong> visie op Israël en de zending onder Jodenen heidenen. Aan de hand van deze artikelen, aangevuld met materiaal uit secundaire literatuur (VanGelderen, Van Klinken, Drayer), beschrijf ik <strong>Kropveld</strong>s betrokkenheid bij de commissie (later:deputaatschap) en poog ik inzicht te geven in <strong>zijn</strong> visie op (zending onder) Israël.<strong>De</strong> artikelen van <strong>Kropveld</strong>s hand in <strong>De</strong> Bazuin komen soms ook in andere bladen voor, zoalsbijvoorbeeld <strong>De</strong> Roeper. Niet vreemd, wanneer de lezer weet, dat <strong>Kropveld</strong> met enige regelmaatoproepen doet om het in <strong>De</strong> Bazuin gepubliceerde ook over te nemen in andere kerkelijkeperiodieken.<strong>De</strong> Bazuin<strong>De</strong> Bazuin kwam oorspronkelijk uit met als ondertitel Gereformeerde stemmen uit de ChristelijkeAfgescheidene Kerk in Nederland. Vanaf 1 februari 1856 droeg het blad als ondertitel Stemmen uit deChristelijke Afgescheidene Gereformeerde Kerk in Nederland (ten voordeele der Theologische Schoolte Kampen). Op 2 juli 1869 luidde de ondertitel Stemmen uit de Christelijke Gereformeerde Kerk inNederland en vanaf 14 juni 1892 Stemmen uit de Gereformeerde Kerken in Nederland. 116 Bijverwijzingen laat ik de ondertitel achterwege. Het blad kwam wekelijks uit. Helaas ontbreken in debibliotheek van de Protestantse Theologische Universiteit in Kampen de jaargangen 1884 en 1885 (ditis ook vastgesteld door de beschrijver van <strong>De</strong> Bazuin in de Bibliografie van Nederlandse ProtestantsePeriodieken II).LandsmannHet eerste bericht dat ik in <strong>De</strong> Bazuin vond van <strong>Kropveld</strong>s hand – nog wel op de voorpagina - dateertvan 12 februari 1869 (XVII no.7), maar werd al geschreven op 28 oktober 1868. <strong>De</strong> titel luidt: ‘Tweebrieven uit Constantinopel’.114Van Gelderen, ‘Kerk en Israël op de drempel van een nieuwe eeuw 1875-1908’, p. 16.115Ds W. Diemer (1837-1926) diende van 1861 tot 1864 de gemeente te Stadskanaal, waar <strong>Kropveld</strong> hem leerde kennen.116Zie voor meer informatie over <strong>De</strong> Bazuin: G. Harinck, W. Berkelaar e.a. (red.), Bibliografie van Nederlandse ProtestantsePeriodieken II (BNPP), Amstelveen 2006, p. 34-36.29
- Page 1 and 2: Leven en werkvanEliëzer Kropveld18
- Page 3 and 4: Woord voorafMet deze scriptie komt
- Page 5 and 6: Hoofdstuk IEliëzer Kropveld: zijn
- Page 7 and 8: etrekking kreeg bij de familie Denn
- Page 9 and 10: Tussen 1855 en 1860 kwam Eliëzer v
- Page 11 and 12: dwaasheid, opdat hij in zijn ogen n
- Page 13 and 14: Eliëzer liet zich niet voor de der
- Page 15 and 16: De doopdienst werd druk bezocht. Ds
- Page 17 and 18: Friese Bergum in het huwelijk met G
- Page 19 and 20: ‘Ds. Kropveld was een bezield en
- Page 21 and 22: oeken en wetenschappelijke werken
- Page 23 and 24: ubriek benoemd’. 106 Deze benoemi
- Page 25 and 26: Vanaf eind 1906 komt het steeds vak
- Page 27: is. Professor Noordtzij is het daar
- Page 31 and 32: Doen wij maar steeds, hetgeen de He
- Page 33 and 34: In een bericht van de commissie, ge
- Page 36 and 37: teleurstellende ervaring voor hem g
- Page 38 and 39: de Joden is aangesteld. Smit doet z
- Page 40 and 41: Israël en de kerkdienstIn De Bazui
- Page 42 and 43: Och dat Israël geloofde,Dat Hij re
- Page 44 and 45: Terugkeer van de Joden naar Israël
- Page 46 and 47: Hoofdstuk IVKropvelds theologische
- Page 48 and 49: antiquiteit, maar het levende Woord
- Page 50 and 51: plaats als Christus wederkomt. Uit
- Page 52 and 53: Protestantse Kerk in Nederland (200
- Page 54 and 55: overgave, en om alle verantwoording
- Page 56 and 57: Palestina zal terugkeren en er zelf
- Page 58 and 59: Molochsdienst, Breukelen 1902, nr.
- Page 60 and 61: Bijlagen1. Eliëzer Kropveld en zij
- Page 62 and 63: Duitsland, Rusland, Engeland en Ame
- Page 64 and 65: orst van zoo menig jongeling en jon
- Page 66 and 67: komen, want bij Hem wordt de ware r
- Page 68 and 69: ongelukkige gevangene, of krankzinn
- Page 70 and 71: weer hebben ingevoerd?’ Kropveld
- Page 72 and 73: niet aan, anderen vonden in dit woo
- Page 74 and 75: wij op onze braafheid niet kunnen s
- Page 76 and 77: ‘antichristelijke ongeloofsbegins
- Page 78 and 79:
Hoe het Doekele ging op het feest v
- Page 80 and 81:
egraven vandaag onzen Herder en Lee
- Page 82 and 83:
De bijbel vermaant ons in allerlei
- Page 84 and 85:
Kropveld ziet in zijn tijd veel ‘
- Page 86 and 87:
Iets uit de Geschiedenis van den Bi
- Page 88 and 89:
maar zijn vrouw hield het op de woo
- Page 90 and 91:
BIJLAGE 3Eliëzer Kropveld en zijn
- Page 92 and 93:
maar dat het er hem om te doen is,
- Page 94 and 95:
zone Abrahams onder de aandacht bre
- Page 96 and 97:
BIJLAGE 5Berichten rondom het beroe
- Page 98 and 99:
XL no. 44 (28 oktober 1892):Driesum
- Page 100 and 101:
LVI no. 6 (7 februari 1908):Zondag,
- Page 102 and 103:
R.B. Evenhuis, Ook dat was Amsterda
- Page 104 and 105:
B. Wentsel, De Heilige Geest, de ke