11.07.2015 Views

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Iets uit de Geschiedenis van den Bijbel 275Vanwege de omvang van dit boek én omdat hierin duidelijk <strong>Kropveld</strong>s bijbelvisie naar voren komt,geef ik vrij uitvoerig de inhoud van dit boek weer. Het kent een vijftal hoofdstukken:I. Hoe de Bijbel is ontstaan;II. Hoe hij is bewaard;III. Hoe hij is verspreid;IV. Hoe hij is begeerd; enV. Welken invloed hij heeft uitgeoefend.I. Het staat voor <strong>Kropveld</strong> ‘en alle belijders der waarheid’ vast, dat God de auteur van de bijbel is,evenals dat het een genadegave van God is. God openbaarde zich in de natuur, waarin we <strong>zijn</strong>macht, majesteit en wijsheid zien, maar niet <strong>zijn</strong> genade en barmhartigheid, noch de rechte kennis ende diepte van de ellende van een mens. Daartoe gaf God de bijbel.Dat de bijbel het boek van Gods openbaring is, blijkt onder meer uit de beschrijving van Gods wezenen eigenschappen, uit ‘de meededeling van het verleden’ (bedoeld wordt, blijkt uit het vervolg, ‘welkeZijn besluiten van eeuwigheid <strong>zijn</strong> geweest’ en de schepping van hemel en aarde) en uit devoorspelling van de toekomst (zo werd bijvoorbeeld de verwoesting van Jeruzalem voorzegd, maarook de verlossing van Israël uit Egypte en de ballingschap en in het bijzonder de voorspelling van watmet de persoon en het werk van Jezus te maken heeft).We hebben overigens ook te rekenen met het getuigenis van de Heilige Geest in het hart van degelovigen. Waar God een mens in het hart grijpt, daar krijgt men de bijbel lief en zeggen zij er vanharte ja en amen op.<strong>De</strong> Here Jezus beriep zich ook steeds op het Oude Testament en Hij beloofde <strong>zijn</strong> discipelen, datGods Geest hen in alle waarheid zou leiden. Het is derhalve duidelijk, dat God de auteur van de bijbelmoet <strong>zijn</strong>. Zelfs iemand als Rousseau moest erkennen, dat de bijbel toch niet ‘blootelijk het werk vanmenschen’ kon <strong>zijn</strong>.<strong>De</strong> bijbel vertoont ook een eenheid, want van Genesis 1 tot Openbaring 22 is Christus er in tevinden, ‘hetzij in woord of voorbeeld, in schaduw of vervulling’.<strong>Kropveld</strong> heeft oog voor, dat de bijbel dan wel een goddelijk boek is, maar dat hij ‘langs denmiddelijken weg tot ons gekomen [is], want de verschillende boeken <strong>zijn</strong> door Profeten, Apostelen en<strong>Evangelist</strong>en geschreven’. Ze hebben ook gebruik gemaakt van orale overleveringen, bronnen,documenten. Zo heeft bijvoorbeeld Lucas voor hij met schrijven begon alles nauwkeurig onderzocht.Het schrijven is ook niet buiten de persoonlijkheid van de schrijvers om gegaan. Zij hebben ‘alsredelijke en denkende wezens’ geschreven. Maar zij waren daarin onfeilbaar, dat wil zeggen, dat zij inhun schrijven niet konden dwalen, want zij werden door de Geest geleid.Met behulp van citaten uit geschriften van Tertullianus en Bavinck maakt <strong>Kropveld</strong> aan het eind vandit hoofdstuk nog duidelijk hoe de verschillende boeken tot één bijbel <strong>zijn</strong> geworden, dus als canonwerden vastgesteld. Hij dateert het einde van het canoniseringsproces tegen het midden van devierde eeuw.II. Voor de bewaring van het Woord heeft de Here in de eerste plaats ‘<strong>zijn</strong> Oud Volk’ gebruikt.Weliswaar lieten zij zich vaak aan de inhoud van het Woord niets gelegen liggen, maar voor het Boekals zodanig hebben zij wel veel zorg aan de dag gelegd. Zij hebben zelfs geteld hoe vaak deverschillende letters er in voorkomen, in totaal 815.140 letters. Het zegt ons, dat men het Boekongeschonden wilde bewaren. Jezus heeft hen ook niet kunnen verwijten dat ze de Heilige Schrifthadden geschonden.<strong>De</strong> Here God gaf bovendien een heidense koning, Ptolomaeus Philadelphus in het hart het OudeTestament in het Grieks te laten vertalen, de zogenaamde Septuaginta. 276 Ook in deintertestamentaire periode heeft de Here door middel van Joden <strong>zijn</strong> Woord bewaard. Zelfs de kerkvan Rome heeft God gebruikt om <strong>zijn</strong> Woord te bewaren. En in de kloosters hielden monniken ennonnen zich bezig met het overschrijven van het Woord. Zij waren misschien ‘vreemd van het <strong>leven</strong>,dat in dat Woord van God beschreven en aangeprezen wordt, maar dat doet er niet toe’. Godgebruikte ook Bileam om Israël te zegenen en Kajafas om te laten zeggen, dat het goed was, datJezus zou sterven voor <strong>zijn</strong> volk, enzovoorts. Het is trouwens ‘onmogelijk, dat Gods getuigenis, dateeuwig zeker is, uitgeroeid zou kunnen worden’. Het Woord des Heren zal tot in eeuwigheid bestaan!275Breukelen 1912 – boekje CCVIII.276Ptolomaeus Philadelphus leefde van 309-246 v. Chr. en was van 285 tot <strong>zijn</strong> dood koning van Egypte.86

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!