11.07.2015 Views

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tussen 1855 en 1860 kwam <strong>Eliëzer</strong> vaak bij de familie Beuker in Volzel, omgeving Emlichheim, opbezoek. Eén van de zonen van de familie, Henricus Beuker (1834-1900), heeft hij er in die tijd ookmeerdere malen horen preken. 31Van ds Moolhuizen leerde hij Jesaja 53, maar ook een tekstgedeelte als Micha 4: 1-4 geestelijkverstaan, dat wil zeggen, dat hij de teksten moest lezen met het oog op Christus. Toch was <strong>Eliëzer</strong>nog niet geheel overtuigd, dat Jezus wel de Messias moest <strong>zijn</strong>. Maar ‘door Zijne genade, en doorZijne genade alleen, werd ik tot verder onderzoek der waarheid genoopt, om toch goed te weten, ofJezus de Messias was, ja dan neen’. 32 Zo kwam hij tot bestudering van teksten als Genesis 49:10,<strong>De</strong>uteronomium 18: 15, Psalm 2, Psalm 100 en Daniël 9. Maar hoewel ‘het Woord des HEEREN mijsterk drong om ernstig na te denken, of ik niet het kindeke in Bethlehem geboren, als den eenigenMessias moest erkennen’, zoals hij schrijft, kwam het niet tot geloof in Jezus. 33Op tweede Paasdag 1861 bezocht <strong>Eliëzer</strong> tweemaal de dienst in de Altreformierte Kirche, waar dsMoolhuizen voorging. Twee diensten waar hij erg van onder de indruk was. In de eerste plaatsvanwege de eerbied en de orde die er heersten in de samenkomsten, maar ook vanwege de inhoud.Zijn kerkbezoek was niet onopgemerkt geb<strong>leven</strong>. Bovendien begon ook <strong>zijn</strong> veranderende<strong>leven</strong>shouding op te vallen. Hij was nauwgezetter en ernstiger in het verrichten van <strong>zijn</strong> gebeden, degesprekken waren van een andere aard en <strong>zijn</strong> werk deed hij rustiger en nauwgezetter. Bovendien lashij andere boeken dan voorheen. Zo las hij de bekeringsgeschiedenis van Salomon Duitsch en vaneen zekere Gerrit van Doesburg. 34Op 5 mei 1861 ontving <strong>Eliëzer</strong> bericht, dat <strong>zijn</strong> moeder in Hardenberg was overleden. Het hinderdehem, dat hij, ‘volgens Joodsche wijze’ genoodzaakt was voor <strong>zijn</strong> overleden moeder te bidden, ‘’t welkgenoemd wordt: ,,Kaddisch zeggen”’. 35 Zijn tegenzin kon hij niet verbergen. Trouwens, <strong>zijn</strong>verandering was toch al niet onopgemerkt geb<strong>leven</strong>. Hij was ‘met den zuurdesem der Christenenbesmet’, werd hem duidelijk gemaakt, maar zo werd het hem, naar eigen zeggen, ‘vergund, om, zij hetook onbewust, de smaadheid van Christus te dragen’. 36<strong>De</strong> heer <strong>De</strong>nneboom, <strong>zijn</strong> werkgever, vond het nodig om <strong>Eliëzer</strong>s familie in Coevorden in te lichtenover de verandering die <strong>Eliëzer</strong> had ondergaan. Hij wilde later niet het verwijt krijgen, dat hij niet hadgewaarschuwd. <strong>Eliëzer</strong> vond er een bewijs in, dat een mens, ‘ook met het beste karakter ter wereld,een volslagen vijand is van God en Zijn dienst!’ 37 <strong>Eliëzer</strong>s familie eiste van hem, dat hij op hetPinksterfeest (1861) bij hen zou komen, om hem te onderhouden over de dingen die <strong>De</strong>nneboom hunhad verteld.Confrontatie en strijdEen dag voor het Joodse Pinksterfeest vindt de confrontatie plaats met <strong>Eliëzer</strong>s familie. Die met <strong>zijn</strong>zus viel mee, maar die met de ooms en tantes niet. Zij spraken hem streng en vermanend toe. Eentante wilde hem zelfs de deur uitwerpen, ‘wijl ik reeds zoogoed als gedoopt was, en mij niets meerontbrak dan het Majim, het water’. En een ander voegde er ‘de liefelijke ontboezeming aan toe, dat hetbeter zou geweest <strong>zijn</strong>, dat ik als kind van acht dagen gestorven ware, dan dat ze zoo iets van mijmoesten be<strong>leven</strong>’. En weer een ander, dat hij <strong>zijn</strong> ‘tijdelijk en eeuwig geluk verwoestte’. 38 Argumententegen <strong>Eliëzer</strong>s opvattingen werden niet aangedragen. Slechts één van de aanwezigen, een zekereheer M. Frank, begreep dat, wilde <strong>Eliëzer</strong> voor het Joodse geloof behouden blijven, hem met krachtvan argumenten duidelijk gemaakt moest worden, dat het Joodse geloof het ware geloof is.31Zie: Beuker, Abgeschiedenes Streben nach Einheit, p. 36. Henricus Beuker diende de gemeenten Zwolle (1862), Rotterdam(1864), Giessendam (1867), Harlingen (1869), Amsterdam (1873), Emlichheim (1881), Leiden (1884), waarna hij overging tot deChr. Reformed Church in de Verenigde Staten van Amerika, 1893. Beuker (geen familie) schrijft erbij, dat Henricus Beuker latervoor <strong>Kropveld</strong> een ‘geschätzter Kollege’ werd. Toen <strong>Kropveld</strong> hem hoorde preken in Volzel volgde Beuker een soortvooropleiding bij ds J.H. Schoemakers (1826-1885) in Wilsum (Duitsland) of was hij student in Kampen (vanaf september 1858).32<strong>Kropveld</strong>, a.w. , p. 77.33A.w. , p. 78.34Met de bekeringsgeschiedenis van Salomon Duitsch (1734-1795) zal bedoeld <strong>zijn</strong>: <strong>De</strong> wonderlijke leidingen Gods omtrenteen blinden leidsman der blinden, Amsterdam 1768. Duitsch was van Hongaarse afkomst en Jood. Hij studeerde in Praag aaneen Joodse academie, werd rabbijn, maar ging tenslotte over naar het christendom. Die overgang kostte hem <strong>zijn</strong> (tweede)huwelijk. In 1767 deed hij in Nederland belijdenis van <strong>zijn</strong> geloof, studeerde theologie te Utrecht en werd in 1777 predikant teMijdrecht. Tot in de 20 e eeuw werd dit boek herdrukt. Bron: J.H. Landwehr, ‘Duitsch (Salomon)’, in: Christelijke encyclopaedievoor het Nederlandsche volk, Kampen 1925.Met de bekeringsgeschiedenis van Gerrit van Doesburg zal bedoeld <strong>zijn</strong>: Het <strong>leven</strong> en zalig afsterven van Gerrit van Doesburg.Gerrit werd in 1839 geboren in Alkmaar en stierf er in 1849 op tienjarige leeftijd. Bron: Joh. Westerbeke, Jonge zangers(deel I).Het <strong>leven</strong>seinde en de verwachting van: Gerrit van Doesburg/ Leuntje van Rhijn / Lena Adriana Lampers /Adriana AlidaLeeuwenburg, Middelburg 1997. Onduidelijk is waarom <strong>Kropveld</strong> juist de bekeringsgeschiedenis van Gerrit van Doesburg las. Ishet omdat de overgrootmoeder van Gerrit van Doesburg bevriend was geweest met Salomon Duitsch?35<strong>Kropveld</strong>, a.w., p. 85.36A.w., p. 86.37A.w., p. 88.38A.w., p. 92.9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!