InhoudsopgaveWoord vooraf 2Inleiding 3Hoofdstuk I - <strong>Eliëzer</strong> <strong>Kropveld</strong>: <strong>zijn</strong> <strong>leven</strong> 4Hoofdstuk II - <strong>Kropveld</strong> en <strong>zijn</strong> werkzaamheden voor Traktaatgenootschap ‘Filippus’ 19Hoofdstuk III - <strong>Kropveld</strong> en de zending onder de Joden 28Hoofdstuk IV - <strong>Kropveld</strong>s theologische opvattingen 45Eindconclusie 54Voorlopige bibliografie van <strong>Eliëzer</strong> <strong>Kropveld</strong> 56Bijlagen 59Lijst van geraadpleegde literatuur 100By perseverance the snail reached the ark.Charles Haddon Spurgeon (1834-1892)2
Woord voorafMet deze scriptie komt een einde aan een lange reeks van jaren van studie. Via de ReformatorischeBijbelschool (nu ‘<strong>De</strong> Wittenberg’) te Zeist, de Theologische Hogeschool vanwege de GereformeerdeBond te Zeist, later te Ede, de vooropleiding (Grieks en Latijn) en het doctoraalprogramma aan detheologische faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen, ligt nu mijn afstudeerscriptie over het <strong>leven</strong>en werk van ds <strong>Eliëzer</strong> <strong>Kropveld</strong> voor u. <strong>De</strong> weg naar de eindpaal (de kerkelijke opleiding buitenbeschouwing gelaten) was een lange. Er waren momenten waarop ik dacht de eindstreep niet tezullen halen. Op die momenten sterkte mij het woord van Spurgeon, zoals hierboven geschreven.Het was professor dr E.H. Cossee uit mijn geboortestad Rotterdam, die mij op het spoor zette van<strong>Eliëzer</strong> <strong>Kropveld</strong>. Door een vraag, een tweetal jaren eerder, van een lid van de Gereformeerde Kerk inSchoonebeek, kende ik de naam <strong>Kropveld</strong> en, bij geval, <strong>zijn</strong> <strong>leven</strong>sgeschiedenis in grote lijnen. Ik nammij voor om inderdaad ‘op <strong>Kropveld</strong> af te studeren’, zoals dat heet. Dr G.J. Beuker uit het DuitseHoogstede (Graafschap Bentheim) trok me definitief over de streep, toen hij opmerkte, dat <strong>Kropveld</strong>een doctoraalscriptie waard was. Ik dank hem daar dan ook hartelijk voor, evenals voor het feit, dat hijme op weg hielp, door me op literatuur van en over <strong>Kropveld</strong> te wijzen en, later, voor <strong>zijn</strong> stimulerendee-mails.Mijn begeleiders, professor Cossee en professor dr A.L. Molendijk, ben ik dank verschuldigd voorhun lectuur van wat ik aanleverde en hun opbouwende kritische opmerkingen daarbij, die ik, zoveelals mogelijk, heb verwerkt.<strong>De</strong> medewerkers van zowel het Utrechts Archief als de bibliotheek van de ProtestantseTheologische Universiteit te Kampen hebben mij enorm geholpen, zowel met het aandragen vanmateriaal als het bieden van een plek om de archiefstukken te bestuderen. Ik heb er veel waarderingvoor.<strong>De</strong> heer H. Schuurman uit het Overijsselse Beerze dank ik heel hartelijk voor <strong>zijn</strong> bereidwilligheidmijn scriptie door te lezen en van opmerkingen en goede wenken te voorzien. <strong>De</strong> taalkundige foutendie eventueel in deze scriptie nog te vinden <strong>zijn</strong>, <strong>zijn</strong> volledig aan mij toe te schrijven.Mijn dank gaat ook uit naar mijn collega, ds Rokus Schelling, die de tekening maakte die devoorkant van de scriptie siert.Regina – mijn vrouw – moet soms gedacht hebben, dat ik met mijn studie en <strong>Kropveld</strong> getrouwdwas, in plaats van met haar. Thomas – mijn zoon – zal mij soms als een verloren vader, of zichzelf alseen verloren zoon, hebben gezien. Daarom dank ik hen hartelijk voor de ruimte die zij mij gaven om tekunnen studeren.Het doet mij goed, dat ook mijn ouders het mogen meemaken, dat ik mijn studie (eindelijk!) kanvoltooien. Zij stelden mij in staat om te gaan studeren aan de Reformatorische Bijbelschool, terwijl zijer een hard hoofd in hadden of het met hun zoon en <strong>zijn</strong> studie wat zou worden.Uit dankbaarheid draag ik deze scriptie op aan Regina, Thomas en mijn ouders. Zij hebben, elk ophun wijze, onder de zegen van de Eeuwige, er toe bijgedragen, dat ik in 2007 (Israëlitisch jaar 5768)mijn opleiding tot een goed einde heb kunnen brengen.Tenslotte hoop ik, dat de lezer merkt, dat ik met veel vreugde aan deze scriptie heb gewerkt.Schoonebeek, 18 april 20073
- Page 1: Leven en werkvanEliëzer Kropveld18
- Page 5 and 6: Hoofdstuk IEliëzer Kropveld: zijn
- Page 7 and 8: etrekking kreeg bij de familie Denn
- Page 9 and 10: Tussen 1855 en 1860 kwam Eliëzer v
- Page 11 and 12: dwaasheid, opdat hij in zijn ogen n
- Page 13 and 14: Eliëzer liet zich niet voor de der
- Page 15 and 16: De doopdienst werd druk bezocht. Ds
- Page 17 and 18: Friese Bergum in het huwelijk met G
- Page 19 and 20: ‘Ds. Kropveld was een bezield en
- Page 21 and 22: oeken en wetenschappelijke werken
- Page 23 and 24: ubriek benoemd’. 106 Deze benoemi
- Page 25 and 26: Vanaf eind 1906 komt het steeds vak
- Page 27 and 28: is. Professor Noordtzij is het daar
- Page 29 and 30: Hoofdstuk IIIKropveld en de zending
- Page 31 and 32: Doen wij maar steeds, hetgeen de He
- Page 33 and 34: In een bericht van de commissie, ge
- Page 36 and 37: teleurstellende ervaring voor hem g
- Page 38 and 39: de Joden is aangesteld. Smit doet z
- Page 40 and 41: Israël en de kerkdienstIn De Bazui
- Page 42 and 43: Och dat Israël geloofde,Dat Hij re
- Page 44 and 45: Terugkeer van de Joden naar Israël
- Page 46 and 47: Hoofdstuk IVKropvelds theologische
- Page 48 and 49: antiquiteit, maar het levende Woord
- Page 50 and 51: plaats als Christus wederkomt. Uit
- Page 52 and 53:
Protestantse Kerk in Nederland (200
- Page 54 and 55:
overgave, en om alle verantwoording
- Page 56 and 57:
Palestina zal terugkeren en er zelf
- Page 58 and 59:
Molochsdienst, Breukelen 1902, nr.
- Page 60 and 61:
Bijlagen1. Eliëzer Kropveld en zij
- Page 62 and 63:
Duitsland, Rusland, Engeland en Ame
- Page 64 and 65:
orst van zoo menig jongeling en jon
- Page 66 and 67:
komen, want bij Hem wordt de ware r
- Page 68 and 69:
ongelukkige gevangene, of krankzinn
- Page 70 and 71:
weer hebben ingevoerd?’ Kropveld
- Page 72 and 73:
niet aan, anderen vonden in dit woo
- Page 74 and 75:
wij op onze braafheid niet kunnen s
- Page 76 and 77:
‘antichristelijke ongeloofsbegins
- Page 78 and 79:
Hoe het Doekele ging op het feest v
- Page 80 and 81:
egraven vandaag onzen Herder en Lee
- Page 82 and 83:
De bijbel vermaant ons in allerlei
- Page 84 and 85:
Kropveld ziet in zijn tijd veel ‘
- Page 86 and 87:
Iets uit de Geschiedenis van den Bi
- Page 88 and 89:
maar zijn vrouw hield het op de woo
- Page 90 and 91:
BIJLAGE 3Eliëzer Kropveld en zijn
- Page 92 and 93:
maar dat het er hem om te doen is,
- Page 94 and 95:
zone Abrahams onder de aandacht bre
- Page 96 and 97:
BIJLAGE 5Berichten rondom het beroe
- Page 98 and 99:
XL no. 44 (28 oktober 1892):Driesum
- Page 100 and 101:
LVI no. 6 (7 februari 1908):Zondag,
- Page 102 and 103:
R.B. Evenhuis, Ook dat was Amsterda
- Page 104 and 105:
B. Wentsel, De Heilige Geest, de ke