11.07.2015 Views

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Militairen<strong>Kropveld</strong> had op de één of andere manier een zwak voor militairen. Dat blijkt uit <strong>zijn</strong> enorme inzet omtraktaten en christelijke scheurkalenders in de kazernes onder de militairen te verspreiden, maar ookuit een aantal traktaten dat hij daarvoor zelf schreef, als daar <strong>zijn</strong>: Geeft acht!, ,,Op de plaats rust!”, Uithet Soldaten<strong>leven</strong> en Een Sergeant op Wacht. Het antwoord op de vraag hoe het toch komt, dat<strong>Kropveld</strong> juist deze bevolkingsgroep een warm hart toedroeg, moet ik schuldig blijven.Thema’s <strong>zijn</strong>: vloeken, de rust die de Here Jezus Christus heeft verworven voor wie in Hem geloven,de traktaat- en kalenderverspreiding onder de militairen en hoe men in het leger God kan dienen.EvangelisatieIn verschillende traktaten spreekt <strong>Kropveld</strong> zich heel duidelijk uit over het belang vantraktaatverspreiding. Er is een wereld aan onverloste zielen te winnen. Traktaatverspreiding is daareen hulpmiddel bij, evenals het ‘plaatsen van wandkalenders’. Maar vergeet ook het evangeliserendgesprek niet. Elke gelegenheid moet benut worden om over het ‘eene nodige’ met een ander tespreken. In ,,Dat komt op reis niet te pas!” geeft <strong>Kropveld</strong> zelfs een aantal tips om met medereizigers(‘naar de eeuwigheid’) in gesprek te raken. Dat zo’n gesprek ook behoorlijk confronterend kan <strong>zijn</strong>wordt duidelijk uit ,,Ik heb op u gewacht”. In dit boekje geeft <strong>Kropveld</strong> onder anderen een aantalaanwijzingen om een gesprek met een vloeker aan te gaan, want wij moeten ook trouw <strong>zijn</strong> inbestraffen en vermanen. Ook roept hij daarin lezers op die menen vrijmoedigheid of tact te missen inde praktijk te beproeven welke talenten zij van God hebben ontvangen. Daarbij moet het gebed nietvergeten worden.Aan het adres van ongelovigen of onbekeerden deinst <strong>Kropveld</strong> niet terug voor dreiging met de hel,de eeuwige wroeging en de altijddurende pijniging. Wel voegt hij er altijd een opwekkend woord aantoe. Opwekkend in de betekenis van: aansporend. <strong>De</strong> lezers moeten hun toevlucht tot Christusnemen! Bij Hem alleen is ontkoming aan de eeuwige straf.<strong>De</strong> wereld met het evangelie van Jezus Christus in aanraking te brengen is niet alleen eengoddelijke opdracht (‘zaait aan alle wateren’), maar ook een manier om Christus dankbaarheid tetonen voor het verlossingswerk waarin wij mogen delen. Wie zelf verlost is, gunt die verlossing ookanderen. Wie Christus zelf kennen mag, wenst dat ook anderen Hem leren kennen. Bovenal gaat hetom de eer van de Heer.IsraëlGelet op de probleemstelling was ik, uiteraard, zeer benieuwd welke plaats Israël of het jodendominneemt in <strong>Kropveld</strong>s artikelen en geschriften. In de door hem voor ‘Filippus’ geschreven traktaten enboekjes wordt aan Israël of het jodendom hoegenaamd geen aandacht geschonken. Israël komt er inde uitgaven van ‘Filippus’ sowieso bekaaid van af. Tot en met 1929 verschenen er slechts zeventraktaten en tien boekjes met Israël als (hoofd)onderwerp. Ter vergelijking: over ‘Roomschen’ werdeneenentwintig traktaten en vijftien boekjes uitgegeven en over het socialisme respectievelijkzesentachtig en vijfendertig! 174In Het Purimfeest, dat toch alles met Israël te maken heeft, valt op dat <strong>Kropveld</strong> eigenlijk niet spreektover Israël, maar over de kerk. Uit de geschiedenis van Esther leren we, bijvoorbeeld, ‘dat de Heerewaakt en zorgt, dat Zijn Kerk van de aarde niet wordt uitgeroeid’. Ook wordt de kerk door dezegeschiedenis bemoedigd in tijden van dreiging en wanneer zij vijandschap ontmoet, omdat ze magweten dat ‘Israëls Wachter’(!) over haar waakt. <strong>De</strong> ‘Christelijke landen’ mogen moed vatten als eenniet-christelijke regering aan de macht is, want God bewaart <strong>zijn</strong> kerk. <strong>De</strong> kerk is in de opvatting van<strong>Kropveld</strong> - in dit boekje – een substituut voor Israël. Dat de kerk door Jezus Christus in dat eneverbond dat Hij sloot met Israël is opgenomen lijkt hier door <strong>Kropveld</strong> niet gezien te <strong>zijn</strong>. Op andereplaatsen is dit, zoals we zagen in het vorige hoofdstuk, niet het geval. Integendeel! Uit anderepublicaties en de controverse met Kuyper - voor wie Israël de kerk was en waarom er van zendingonder Israël geen sprake kon <strong>zijn</strong> - blijkt, dat <strong>Kropveld</strong> Israël graag als Israël wil laten staan. Israëlblijft Gods volk. Waarom hij in Het Purimfeest een andere positie kiest, heeft er mogelijk mee temaken, dat hij dit werkje voor christenen schreef.Op de laatste bladzijden van Het Purimfeest komt Israël nog wel even ter sprake. God heeft Israëldoor de tijden heen gespaard en wij mogen daarin ‘een wenk des Heeren’ zien om barmhartigheidaan het volk te betonen. Die barmhartigheid bestaat uit het prediken van de Christus en de Joden –waaruit Christus is voortgekomen, maar die Hem als natie hebben verworpen – voortdurend in hetgebed te gedenken. Israël is niet een gesprekspartner, zoals ordinantie 1,2,1 van de kerkorde van de174Voor een overzicht van de uitgaven, zie: Van Gelderen, Filippus, p. 6.51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!