11.07.2015 Views

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

,,omdat wij den Messias verworpen, Hem aan het kruis genageld, en ten overvloede Zijn bloed overons en onze kinderen hebben ingeroepen”. Dat was een ontzettende kreet, een kreet die niettevergeefs is geslaakt, aangezien dat bloed nu al bijna twee duizend jaren over u en over uwekinderen is gekomen’. 181Mattheüs 27: 25 (‘En al het volk antwoordde en zeide: Zijn bloed kome over ons en over onzekinderen!’) wordt door <strong>Kropveld</strong> gelezen zoals het in de geschiedenis van de kerk heel vaak gelezenwerd en door sommigen nog altijd gelezen wordt. Als zou Israël het onheil over zichzelf hebbenafgeroepen. 182 ‘Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen’ wordt dan beschouwd alszelfvervloeking. In ‘Een bladzijde uit de geschiedenis der Joden in Spanje’ (Wekstem XVII no. 97, 18augustus 1881) zegt hij, ter nadere illustratie:‘O, hoe wenschelijk ware het, indien hij dan <strong>zijn</strong> 18 eeuwen lange ballingschap waarin hij heeftgeleefd, en door de hevige vervolging, waaraan hij gedurig was blootgesteld eens werkelijkleerde beseffen, dat dit alles vruchten <strong>zijn</strong> van de Messiasverwerping waaraan hij zich in hetrechthuis van Pilatus heeft schuldig gemaakt toen al het volk riep: >> Zijn bloed kome overons en onze kinderen!”. Dan zou hij van zoovele troebelen geen oorzaak, en zoude er van eenJoden-kwestie geen sprake wezen’. 183Tenslotte, kunnen we in <strong>zijn</strong> Paaschfeest. Groote Verzoendag. Ballingschap onder anderen lezen:En:‘Elke poging ter verzoening zonder dit bloed (van Christus, lvr) is wederspannigheid tegen denHeere, een verachten van <strong>zijn</strong> woord, een vertreden van het bloed des kruises; en wie ditbloed vertreedt zal eens vertreden worden.Gij gaat hier vrij luchthartig over heen? dat moest ge toch niet doen; ook uwe voorvaderenhebben dat gedaan, maar ach, hoe <strong>zijn</strong> zij er door den Heere voor gekastijdt’. 184‘…geloof Uwen broeder wanneer hij u zegt, dat de oorzaak uwer tegenwoordige bezoekinggeen ander is dan de ontzettende kreet door onze voorvaderen aangeheven in het rechthuisvan Pilatus. <strong>De</strong> Romeinsche Landvoogd wilde den Messias vrijlaten, <strong>zijn</strong> volk dwong tot de181‘Bijzonder schrijnend is het om na de Holocaust een passage in dit boek te lezen waarin hij (<strong>Kropveld</strong>, lvr) zegt dat deverstrooiing en het lijden van de Joden hun eigen schuld is, omdat ze Jezus niet als Messias hebben erkend’, zegt een lid van<strong>zijn</strong> familie jaren later. L. <strong>Kropveld</strong>, Een genealogisch onderzoek van het geslacht <strong>Kropveld</strong>, 1985, aangehaald in: J. vanSlooten, Een ver-Urkte Israëliet, Het <strong>leven</strong>sverhaal van Japien de Joode, Urk/Kampen 1995, p.58.182Zie: H. Jansen, Christelijke theologie na Auschwitz. Theologische en kerkelijke wortels van het antisemitisme I, ’s-Gravenhage 1981. Jansen wijst erop, dat de gedachte, dat ook de Joden die nu <strong>leven</strong> schuldig <strong>zijn</strong> aan de dood van Jezus,oude papieren heeft. <strong>De</strong> kerkvaders hadden de theologie ontworpen van de ‘eeuwige knechtschap’ van de Joden. Ze mochtenalleen nog maar als slaven voor de christenen voort<strong>leven</strong>. Thomas van Aquino (1224-1274) heeft de gedachte, dat ook detegenwoordige Joden verantwoordelijk en schuldig <strong>zijn</strong> aan Jezus’ kruisdood, verder uitgewerkt. Hij maakte geen onderscheidtussen de Joden die ten tijde van Jezus leefden en de Joden die nu <strong>leven</strong>. ‘Hoewel de Joden toen niet hebben geweten dat zijde zoon van God zelf in de handen van misdadigers overleverden, <strong>zijn</strong> ze toch schuldig geworden, omdat zij hun onweten dheidbewust hebben gewild’. Dit is de reden, waarom Thomas van Aquino meende, ‘dat het volgens het vigerende kerkelijke rechtgeoorloofd is de Joden wegens hun schuld aan de kruisiging van Jezus Christus tot eeuwige slavernij te veroordelen’. Het isdeze opvatting geweest die eeuwenlang het spreken en handelen van christenen beslissend heeft bepaald (p. 93, 94). Zie ook:C.P. van Andel, Jodenhaat & Jodenangst. Over meer dan twintig eeuwen antisemitisme, Amersfoort/Voorburg 1983. Van Andelover Mattheüs 27: 25: ‘Ook wanneer men deze roep (‘Zijn bloed kome enz’., lvr) alleen als een term uit de rechtsplegingbeschouwt en er niet de theologische inhoud aan geeft van latere eeuwen, dan nog ligt de conclusie voor de hand dat hetMattheüsevangelie op sommige plaatsen een anti-joodse geest ademt’ (p. 28).Calvijn spreekt over de Joden op twee manieren. Als hij het heeft over de verbondstrouw van God, dan gaat Israël voorop. Maarals hij spreekt over het geloof van Israël, dan heeft Israël afgedaan. Het gelooft immers niet in Jezus als de Messias. In <strong>zijn</strong>Verklaring op de harmonie der evangeliën naar Mattheüs, Markus en Lukas zegt hij in <strong>zijn</strong> uitleg van Mattheüs 27: 25: ‘<strong>De</strong>Joden meenden, dat zij Gode een welgevalligen dienst deden door Christus te dooden; maar waaruit sproot die goddeloozedwaling voort, anders dan uit booze hardnekkigheid en verachting van God zelven? Zij ontvangen dus hun verdiende loon als zijdermate aan hunne blindheid overgegeven worden, dat zij zich het eeuwig verderf op den hals halen’. God heeft het volk later‘door vreeselijke en buitengewone oordeelen <strong>zijn</strong>e wraak doen gevoelen; en toch heeft Hij door een ongelooflijk wonder zicheen overblijfsel behouden, opdat <strong>zijn</strong> verbond niet door den volslagen ondergang des volks te niet gedaan worden zou’ (deel 3,Goudriaan 1971 – 2 e druk, p. 508, 509).Zie voor Calvijns visie op Israël onder anderen: C.J. van den Boogert, ‘Calvijns visie op Israël’, in: Vrede over Israël, jrg. 50 nr.5, november 2006.Voor de Wirkungsgeschichte van Mattheüs 27: 25 zie: S. Schoon, ,,Zijn bloed over ons en over onze kinderen”. Een tekst en<strong>zijn</strong> uitwerking, Serie Verkenning en Bezinning, 16 e jrg. nr. 4, Kampen 1983. Schoon vond in de prekenserie Menigerlei Genadevier preken over Mattheüs 27: 25 en wel van M. Schuurman (1912), J. Douma (1922), S.P. <strong>De</strong>e (1925) en J. van Herksen(1941), waarin steeds betoogd wordt, dat Israël zichzelf als volk vervloekt heeft en als volk van God heeft afgedaan. ‘<strong>De</strong>afgeroepen vloek is gekomen in de ondergang van de stad Jeruzalem in het jaar 70 en wordt nog steeds op vreselijke wijzevervuld aan ,,de wandelende jood” die ronddoolt op aarde’ (p. 12).183Het is jammer dat, voorzover ik kon nagaan, de preek die <strong>Kropveld</strong> ter gelegenheid van <strong>zijn</strong> vijfentwintigjarig doopfeest overMattheüs 27: 25 hield, niet in druk verschenen is of anderszins is te raadplegen.184Paaschfeest. Groote Verzoendag. Ballingschap, p. 1253

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!