InleidingIn deze scriptie doe ik een poging het <strong>leven</strong> en werk van <strong>Eliëzer</strong> <strong>Kropveld</strong> te schetsen. Hij was een tothet christendom bekeerde Jood, die predikant werd in de kerken van de Afscheiding en later in deGereformeerde Kerken in Nederland. Hij publiceerde veel – onder anderen een autobiografie UitDuisternis tot Licht, preken, traktaten en boekjes. Verder was ds <strong>Kropveld</strong> de eerste secretaris van deCommissie der Christelijk Gereformeerde Kerk voor de zending onder Israël, het latere <strong>De</strong>putaatschapvoor de zending onder de Joden van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Daarnaast was<strong>Kropveld</strong> als bestuurslid en auteur betrokken bij het Gereformeerd Traktaatgenootschap ‘Filippus’.<strong>De</strong> centrale vraag is: welke rol speelde de Joodse afkomst en opvoeding van <strong>Kropveld</strong> in <strong>zijn</strong>geschriften? Wordt Israël ter sprake gebracht en zo ja, op welke manier spreekt hij daarover?Onderscheidt hij zich ten opzichte van <strong>zijn</strong> collegae? Zo ja, waarin dan? Zo nee, betekent dit dan dathij een ‘gewone’, dat wil zeggen: geassimileerde Gereformeerde dominee is geworden?Er is gekozen voor een in de eerste plaats chronologische opzet. Het eerste hoofdstuk handelt over<strong>Kropveld</strong>s <strong>leven</strong>sloop. In het tweede wordt <strong>zijn</strong> werk voor ‘Filippus’ geschetst. Daartoe maakte ikgebruik van het archief van ‘Filippus’ dat zich in het Utrechts Archief bevindt. Voor het derdehoofdstuk, over <strong>Kropveld</strong> en de zending onder de Joden, maakte ik geen gebruik van het archief. Ikkoos er aanvankelijk voor, met het oog op de beschikbare tijd, om over <strong>Kropveld</strong>s betrokkenheid bij deCommissie voor de zending onder Israël en het <strong>De</strong>putaatschap voor de zending onder de Joden teschrijven aan de hand van secundaire literatuur. Toch bevredigde mij dit niet geheel. Daarom gaf ikuiteindelijk de voorkeur aan een andere weg, namelijk wat ik in de secundaire literatuur ten aanzienvan dit onderwerp vond aan te vullen met materiaal dat ik aantrof in verscheidene kerkelijkeperiodieken, in het bijzonder <strong>De</strong> Bazuin, Wekstem en <strong>De</strong> Roeper. <strong>Kropveld</strong> had in deze periodiekenals secretaris(-penningmeester) regelmatig gepubliceerd, wist ik uit geraadpleegde literatuur. Hetdoornemen van die periodieken - totaal ongeveer 2500 - had als bijkomend voordeel, dat ik ookandere artikelen van <strong>Kropveld</strong> tegenkwam, die ik, als ze relevant waren, zoveel mogelijk in dezescriptie heb verwerkt. In het laatste hoofdstuk laat ik de chronologie los en geef ik de opvallendethema’s aan die in <strong>Kropveld</strong>s werk een rol spelen. Na dit hoofdstuk kom ik met mijn eindconclusie.Bij de lectuur van <strong>Kropveld</strong>s Uit Duisternis tot Licht, waarmee ik begon, werd me al vrij snel duidelijk,dat <strong>Kropveld</strong> zo Gereformeerd was geworden, dat wat hij vanuit <strong>zijn</strong> opvoeding mee had gekregengeen rol meer speelde. <strong>De</strong>ze constatering werd door het lezen van <strong>zijn</strong> publicaties slechts versterkt.Daarmee is <strong>Kropveld</strong> nog geen onbelangrijke figuur in de geschiedenis van de ChristelijkeGereformeerde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland geweest. Hij heeft immers door <strong>zijn</strong>inzet een commissie voor de zending onder Israël van de grond gekregen en door <strong>zijn</strong> publicaties dekerk bepaald bij Israël. Daarnaast is deze studie voor mij waardevol geworden omdat ik mede eenbeeld heb gekregen van wat zich vanaf halverwege de negentiende eeuw afspeelde in de kerk van deAfscheiding en vanaf 1892 tot ongeveer 1920 in de Gereformeerde Kerken in Nederland. Bovendienheb ik via notulen, verslagen en correspondentie inzicht gekregen in het werk en de uitgaven van‘Filippus’.Aan het ‘gewone’ predikantswerk van <strong>Kropveld</strong> – hij diende zeven gemeenten – wordt in dezescriptie nauwelijks aandacht besteed. Gezien de beschikbare tijd voor deze studie was het niethaalbaar om in de archieven van de gemeenten waar <strong>Kropveld</strong> stond nader onderzoek te doen.Bovendien is het zeer twijfelachtig of dat onderzoek een bijdrage zou leveren voor een antwoord opde eigenlijke vraagstelling.<strong>De</strong> scriptie wordt afgesloten met een voorlopige bibliografie van <strong>Kropveld</strong>. Voorlopig, omdat ik nietde indruk heb alles wat <strong>Kropveld</strong> geschreven heeft op het spoor te <strong>zijn</strong> gekomen. In een drietalbijlagen heb ik de traktaten en boekjes die <strong>Kropveld</strong> voor ‘Filippus’ en de Commissie voor de zendingonder Israël schreef samengevat. <strong>De</strong>ze samenvattingen vormden de basis voor wat ik in het vierdehoofdstuk naar voren heb gebracht.4
Hoofdstuk I<strong>Eliëzer</strong> <strong>Kropveld</strong>: <strong>zijn</strong> <strong>leven</strong>VerantwoordingOver het <strong>leven</strong> van <strong>Eliëzer</strong> <strong>Kropveld</strong> is enerzijds gemakkelijk te schrijven, omdat <strong>Kropveld</strong> eenautobiografisch werkje - Uit Duisternis tot Licht - geschreven heeft, anderzijds is daarbuiten weinigover <strong>zijn</strong> <strong>leven</strong> op schrift gesteld. <strong>Kropveld</strong>s autobiografie beleefde twee drukken, respectievelijk in1887 en 1898. <strong>De</strong> eerste werd uitgegeven door de Commissie voor de Christelijk GereformeerdeZending onder Israël (vijfduizend exemplaren), de tweede, tot 1898 bijgewerkte druk, door de opvolgerdaarvan, namelijk de deputaten der Gereformeerde Kerken voor de Zending onder de Joden. 1 Van<strong>Kropveld</strong>s autobiografie verscheen ook een Duitse uitgave: Aus der Finsternis zum Licht. 2 <strong>De</strong>zeDuitse vertaling werd op haar beurt weer vertaald in het Engels: Out of Darkness into Light. 3 M.Drayer, die in 1988 <strong>Kropveld</strong>s autobiografie min of meer herschreven heeft, weet te melden dat deeerste druk van Uit Duisternis tot Licht een oplage van vijfduizend exemplaren betrof! 4 Zowel hetoplagecijfer als de vertalingen maken in elk geval duidelijk, dat er veel belangstelling voor <strong>Kropveld</strong>s<strong>leven</strong> en met name <strong>zijn</strong> overgang van het jodendom naar het christendom is geweest. Brummelkamphad gelijk toen hij in een ‘boekbeschouwing’ schreef: ‘Dit boeksken zal <strong>zijn</strong> weg wel vinden induizenden huizen en harten’. 5J. van Gelderen merkt op, dat een autobiografie niet altijd de beste bron is om iemands <strong>leven</strong> teleren kennen en dat een bekeringsgeschiedenis, wat <strong>Kropveld</strong>s boekje eigenlijk is, daarvoor ‘wellicht’nog minder geëigend is. 6 Daarbij komt dat één bron géén bron is, zoals wel gezegd wordt. Maar waarmeerdere bronnen ontbreken en er nu eenmaal een beeld van <strong>Kropveld</strong>s <strong>leven</strong> dient te wordengetekend, ben ik voor dit hoofdstuk toch aangewezen op <strong>Kropveld</strong>s autobiografische werkje.Voor een beschrijving van <strong>Kropveld</strong>s werkzaamheden ten behoeve van het zendingswerk onderIsraël is meer materiaal voorhanden. Daarbij moet gedacht worden aan de verslagen van decommissie, het latere deputaatschap, en synodeverslagen.<strong>Kropveld</strong>s gedachtegoed, <strong>zijn</strong> theologische positie (ten opzichte van Israël) leren we behalve uit <strong>zijn</strong>autobiografie vooral kennen uit <strong>zijn</strong> vele publicaties in kerkelijke bladen en traktaten die werdenuitgegeven. Alleen al voor het Gereformeerd Traktaatgenootschap Filippus schreef hij vijftig traktatenen drieëntwintig boekjes! Maar over <strong>Kropveld</strong>s werk(zaamheden) later meer.Afkomst<strong>Eliëzer</strong> <strong>Kropveld</strong> werd op 8 juni 1840 in het Drentse Coevorden geboren als ‘benjamin’ van Joodseouders: Aron-Arend Heiman <strong>Kropveld</strong> (1799-1840) en Saartje Levi Roos (1801-1861). Aron <strong>Kropveld</strong>was, evenals zoveel Joodse inwoners van Coevorden in de negentiende eeuw, koopman. 7 Vreugde1E. <strong>Kropveld</strong>, Uit Duisternis tot Licht. Gods leidingen met <strong>Eliëzer</strong> <strong>Kropveld</strong>, geboren Israëliet, thans Predikant bij de Chr. Ger.Gemeente te Alblasserdam, Heusden 1887 (216 pagina’s); E. <strong>Kropveld</strong>, Uit Duisternis tot Licht. Gods leidingen met <strong>Eliëzer</strong><strong>Kropveld</strong>, Amsterdam 1898 (224 pagina’s).J. van Gelderen vindt het verleidelijk te denken, dat <strong>Kropveld</strong> tot het schrijven van <strong>zijn</strong> autobiografie werd geïnspireerd door watde Hervormde dominee dr Ph. S. van Ronkel, ook een christen uit Israël, schreef onder de titel Uit het Jodendom tot denChristus (Amsterdam 1886): ‘Kerk en Israël op de drempel van een nieuwe eeuw 1875-1908’, in H.L. van Stegeren-Keizer(red.), Een kerk op zoek naar Israël. Geschiedenis van het deputaatschap voor ‘Kerk en Israël’ van de Gereformeerde Kerken inNederland 1875-1995, Kampen 1995, p. 23. A. Brummelkamp - onduidelijk is of het hier A. Brummelkamp sr. (1811-1888) of jr.(1839-1919) betreft - schrijft in een ‘boekbeschouwing’ in <strong>De</strong> Bazuin (XXXV no. 28, 1 april 1887): ‘Bij het voorbeeld vanSalomon Duitsch en A. Capadose, die ook bij hun <strong>leven</strong> nog zoo iets aangaande henzelven in ’t licht gaven, had hij ook nog datvan Dr. van Ronckel kunnen voegen’. Uit het feit dat <strong>Kropveld</strong>s boekje – eerste druk - slechts een jaar later dan het werkje vanVan Ronkel (1830-1890) op de markt kwam én uit het feit dat <strong>Kropveld</strong> <strong>zijn</strong> bekeringsgeschiedenis al in manuscript had toen deCommissie voor de Christ. Geref. Zending onder Israël hem vroeg het aan de commissie af te staan om gedrukt te worden, kanafgeleid worden dat <strong>Kropveld</strong> op dat moment nog niet met het werkje van Van Ronkel bekend was. Over Van Ronkel: S.P.Tabaksblatt, Het <strong>leven</strong> van Dr. Philip Samuel van Ronkel. Serie Verkenning en Bezinning, 11 e jrg. nr. 2, Kampen 1977 en –beknopter – R.B. Evenhuis, Ook dat was Amsterdam (V), Baarn 1978, p. 331-333.2E. <strong>Kropveld</strong>, Aus der Finsternis zum Licht. Gottes Wege mit Elieser <strong>Kropveld</strong>, geboren als Israelit, jetzt Prediger der Chr. Ref.Gemeinde zu Alblasserdam, Keulen 1890 (vertaling M.C. Uhlig).3E. <strong>Kropveld</strong>, Out of Darkness into Light. God’s way with Elieser <strong>Kropveld</strong>, an Israelite by birth, now preacher of the ChristianReformed Congregation at Alblasserdam, Londen 1893 (vertaling Samuel Wilkinson).4Volgens M. Drayer, Dominee <strong>Eliëzer</strong> <strong>Kropveld</strong>. Israël en de kerk. Serie Verkenning en Bezinning, 22 e jrg. nr. 2, Kampen 1988,p. 5.5<strong>De</strong> Bazuin XXXV no. 28, 1 april 1887, zie ook noot 1.6Van Gelderen, a.w., p. 14.7‘In de negentiende eeuw kwamen onder de Coevordense joden de beroepen van koopman en slager het meest voor’, aldus J.Michman, H. Beem en D. Michman in: Pinkas. Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Nederland, Amsterdam/Antwerpen1999, p. 307. In 1840 telt de Joodse gemeenschap van Coevorden 23 gezinshoofden. Daarvan <strong>zijn</strong> er negentien koopman,twee slager, één schilder en één voorganger. Zie: L. Bos, <strong>De</strong> joodse gemeenschap in Coevorden. Coevorder Cahier nr. 5.5
- Page 1 and 2: Leven en werkvanEliëzer Kropveld18
- Page 3: Woord voorafMet deze scriptie komt
- Page 7 and 8: etrekking kreeg bij de familie Denn
- Page 9 and 10: Tussen 1855 en 1860 kwam Eliëzer v
- Page 11 and 12: dwaasheid, opdat hij in zijn ogen n
- Page 13 and 14: Eliëzer liet zich niet voor de der
- Page 15 and 16: De doopdienst werd druk bezocht. Ds
- Page 17 and 18: Friese Bergum in het huwelijk met G
- Page 19 and 20: ‘Ds. Kropveld was een bezield en
- Page 21 and 22: oeken en wetenschappelijke werken
- Page 23 and 24: ubriek benoemd’. 106 Deze benoemi
- Page 25 and 26: Vanaf eind 1906 komt het steeds vak
- Page 27 and 28: is. Professor Noordtzij is het daar
- Page 29 and 30: Hoofdstuk IIIKropveld en de zending
- Page 31 and 32: Doen wij maar steeds, hetgeen de He
- Page 33 and 34: In een bericht van de commissie, ge
- Page 36 and 37: teleurstellende ervaring voor hem g
- Page 38 and 39: de Joden is aangesteld. Smit doet z
- Page 40 and 41: Israël en de kerkdienstIn De Bazui
- Page 42 and 43: Och dat Israël geloofde,Dat Hij re
- Page 44 and 45: Terugkeer van de Joden naar Israël
- Page 46 and 47: Hoofdstuk IVKropvelds theologische
- Page 48 and 49: antiquiteit, maar het levende Woord
- Page 50 and 51: plaats als Christus wederkomt. Uit
- Page 52 and 53: Protestantse Kerk in Nederland (200
- Page 54 and 55:
overgave, en om alle verantwoording
- Page 56 and 57:
Palestina zal terugkeren en er zelf
- Page 58 and 59:
Molochsdienst, Breukelen 1902, nr.
- Page 60 and 61:
Bijlagen1. Eliëzer Kropveld en zij
- Page 62 and 63:
Duitsland, Rusland, Engeland en Ame
- Page 64 and 65:
orst van zoo menig jongeling en jon
- Page 66 and 67:
komen, want bij Hem wordt de ware r
- Page 68 and 69:
ongelukkige gevangene, of krankzinn
- Page 70 and 71:
weer hebben ingevoerd?’ Kropveld
- Page 72 and 73:
niet aan, anderen vonden in dit woo
- Page 74 and 75:
wij op onze braafheid niet kunnen s
- Page 76 and 77:
‘antichristelijke ongeloofsbegins
- Page 78 and 79:
Hoe het Doekele ging op het feest v
- Page 80 and 81:
egraven vandaag onzen Herder en Lee
- Page 82 and 83:
De bijbel vermaant ons in allerlei
- Page 84 and 85:
Kropveld ziet in zijn tijd veel ‘
- Page 86 and 87:
Iets uit de Geschiedenis van den Bi
- Page 88 and 89:
maar zijn vrouw hield het op de woo
- Page 90 and 91:
BIJLAGE 3Eliëzer Kropveld en zijn
- Page 92 and 93:
maar dat het er hem om te doen is,
- Page 94 and 95:
zone Abrahams onder de aandacht bre
- Page 96 and 97:
BIJLAGE 5Berichten rondom het beroe
- Page 98 and 99:
XL no. 44 (28 oktober 1892):Driesum
- Page 100 and 101:
LVI no. 6 (7 februari 1908):Zondag,
- Page 102 and 103:
R.B. Evenhuis, Ook dat was Amsterda
- Page 104 and 105:
B. Wentsel, De Heilige Geest, de ke