12.07.2015 Views

10 juni 2004 Eindrapport Taakgroep Vernieuwing ... - Vecon

10 juni 2004 Eindrapport Taakgroep Vernieuwing ... - Vecon

10 juni 2004 Eindrapport Taakgroep Vernieuwing ... - Vecon

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ruimte geven aan de scholen voor hun eigen ontwikkeling is in beginseleen juiste keuze, als ook duidelijk is wat het eindresultaat is datvan de scholen wordt gevraagd, zowel ten aanzien van het niveau vande leerlingprestaties als ten aanzien van de gewenste ontwikkelingsrichtingvan de scholen. In deze zin mist de Adviesraad in de voorstellenvan de <strong>Taakgroep</strong> een normstellend kader, een collectieveambitie die relatief sturend als opdracht aan de scholen wordtgeformuleerd.• het schoolse karakterMede in het verlengde van het laatste punt: de voorstellen van de<strong>Taakgroep</strong> zijn soms te ‘schools’ van karakter, in de zin van sterkonderwijsgeoriënteerd.De Adviesraad mist ten eerste verwijzingen naar de internationalecontext. Daarbij gaat het om de wijze hoe onze onderbouw in het voortgezetonderwijs zich verhoudt tot die elders in Europa, zeker ook geletop de doelstelling van het kabinet om de positie van Nederland alskenniseconomie te versterken (Lissabon-doelstelling). Ook relevant isdat in de internationale wetenschappelijke gemeenschap een debatgaande is over schoolontwikkeling, kennis die door de <strong>Taakgroep</strong> kanworden benut.Ten tweede blijft de aandacht voor de relatie tussen onderwijs enomgeving in de <strong>Taakgroep</strong>-voorstellen onderbelicht. Die relatie is metname van belang gezien de maatschappelijk noodzakelijke aandachtvoor het terugdringen van schooluitval. Tevens is deze van belangomdat in de maatschappelijke omgeving van de school kennis enfaciliteiten beschikbaar zijn die sterk kunnen bijdragen aan derealisatie van de doelstelling van de school.3 Reactie op onderdelenDe reactie van de Adviesraad op de zeventien adviezen uit hoofdrapportvan de <strong>Taakgroep</strong> luidt als volgt.• de zorg voor kwaliteitIn samenhang met het voorgaande punt tekent de Adviesraad aan datde voorstellen van de <strong>Taakgroep</strong> sterker worden als deze op het puntvan de zorg voor kwaliteit nader worden uitgewerkt.Ten eerste is volgens de Adviesraad nog niet helder hoe, gerelateerdaan de voorstellen van de <strong>Taakgroep</strong>, een overheid kan garanderen dat‘variëteit’ ook leidt tot een minimale basis aan kwaliteit in de scholen.Om dit vast te stellen is een referentiepunt nodig, een norm of eennormstellend mechanisme. Ten tweede veronderstelt toetsen opkwaliteit – een logisch gevolg van de ook door de Adviesraad gewenstetoenemende verantwoordelijkheid voor scholen – het helderformuleren van ijkpunten en borgingsmechanismen; alleen zo kan in descholen een continu proces van kwaliteitsverbetering ontstaan. In dederde plaats merkt de Adviesraad op dat er een risico ontstaat van toenemendebureaucratie voor de scholen bij het relatief zwaarder inzettenvan het instrumentarium van kwaliteitszorg en verantwoording.De Adviesraad vraagt dan ook dat de scholen tijdens het invoeringstrajecthiertegen worden beschermd.Advies 1 – Een algemene karakteristiekHiervoor heeft de Adviesraad aangegeven dat een normstellend kader,een richtinggevende invalshoek wordt gemist. Dat geldt vooral op dit• organisatie en managementDe Adviesraad onderstreept dat met de voorstellen van de <strong>Taakgroep</strong>een groot beroep wordt gedaan op de kwaliteit van het management,het vermogen tot organisatie en de kwaliteit van de leraren in descholen voor voortgezet onderwijs. Lang niet alle scholen zijn echter oppunt. De intenties die ten grondslag liggen aan de algemene karakteristiekworden door de Adviesraad onderschreven. Maar de Adviesraad isook van mening dat deze intenties niet op deze wijze kunnen wordengeformuleerd in een wet. Daarvoor zou deze formulering – conform dieintenties – meer richtinggevend van aard moeten zijn.dit moment in staat of bereid om over te gaan tot de gewenste schoolontwikkeling.Het vermogen daartoe is in een aantal scholen nogonvoldoende ontwikkeld. Dat heeft te maken met schoolleiderschap enmanagement, maar ook met het vermogen en de bereidheid vandocenten om (in teamverband) aan schoolontwikkelingsprocessen eenbijdrage te leveren. De Adviesraad constateert dat het laatste metname in Havo/Vwo-scholen een punt van aandacht kan zijn.Randvoorwaarden voor de scholen om het traject wel in te zetten zijngelegen in het investeren in netwerk- en ketenontwikkeling in enrondom scholen, in processen van kennisdeling en samenwerking in enmet organisaties die ook deel uitmaken van de educatieveinfrastructuur.Advies 2 – Nieuwe kerndoelenTen aanzien van de voorgestelde set kerndoelen geeft de Adviesraadaan dat ook aan scholen moet worden meegegeven dat deze in depraktijk door hen geconcretiseerd dienen te worden en dat zij daarbijzelf een standaard, een referentiepunt aangeven. Gebeurt dit niet, danontstaan naar het beeld van de Adviesraad de risico’s ten aanzien vande zorg voor kwaliteit zoals in paragraaf 2 genoemd. De scholenkunnen bij die concretisering en keuze van een standaard wordengestimuleerd als de overheid hen een collectieve ambitie meegeeft,bijvoorbeeld een ambitie die ook gerelateerd is aan het streven van hetkabinet de positie van Nederland als kenniseconomie in Europa teversterken.46 Beweging in de onderbouw / Bijlagen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!