Teams blijken weinig over deze zaken te praten. Het gesprek gaat hierdoorgaans (nog) niet over, wel in scholen waar men in een meeroverleg vindt daar plaats. Dat is niet gestructureerd, wordt niet vastgelegd,kent geen evaluatie. Opvallend is evenwel het aantal mensendat dit overleg als vaak zeer efficiënt en effectief aangeeft.ambitieus scenario is gaan werken met een duidelijke teamopdracht,bijvoorbeeld de opdracht om natuurlijk leren in te voeren. Het isOndersteuningduidelijk dat de samenwerking in het team dan minder vrijblijvend is enmen dus meer behoefte heeft aan uitwisseling van standpunten, enaan afspraken over de benadering van de leerlingen en het omgaanmet de leerstof.Bij doorvragen naar meer impliciete opvattingen werd duidelijk dat erveelal wel gesproken wordt over regels waar leerlingen zich aanmoeten houden, maar niet over hun aandeel in het didactisch proces.Leerlingenbesprekingen en rapportvergaderingen gaan over de socialeDe hectiek van alledag, het gebrek aan tijd en de weinig adequatebesluitvorming belemmeren nogal eens het veranderingsgericht bezigzijn. We vroegen de teams hoeveel tijd en ruimte, en welke andereondersteuning zij nodig hebben om zich in de gewenste richting teontwikkelen. De reacties bevinden zich voornamelijk op het terrein vantijd en fysieke ruimte, scholing, assistentie, verbetering van de organisatie,de communicatie en de aansturing.achtergrond, de karaktereigenschappen en de capaciteiten van de leerlingenen over hun resultaten, maar daar blijft het meestal bij. Waar hetgesprek over de rol van de leerling op gang komt, is dat meestal in hetkader van het invoeren van een meer activerende didactiek.De meeste teams kunnen niet aangeven in hoeverre zij het over ditsoort zaken, los van de schoolregels, eens zijn. Daarbij komt dat in eenaantal gevallen ook nog sprake is van een ‘opgelegde overeenstemming’:er is een concept door de schoolleiding voorgeschreven bij deontwikkeling waarvan de leraren geen inbreng gehad hebben.Regelmatig moet tijd beschikbaar zijn voor inhoudelijke onderwijskundigeontwikkeling. Men denkt wisselend over de frequentie vaningeroosterde teamvergaderingen, variërend van wekelijks tot maandelijksen zelfs de variant ‘dagelijks’ doet zich in de praktijk voor.Daarnaast zouden teams regelmatig de beschikking moeten hebbenover een middag of een dag om zich te bezinnen op het werk en degewenste ontwikkeling daarin, dit laatste bij voorkeur buiten deschool.De klassen zouden kleiner moeten zijn dan nu en zouden elk een eigenStructuur en organisatieplek moeten hebben. Meer ruimte, een betere lokalenverdeling,docentenwerkplekken, een eigen afdelings- of teamvleugel wordenUit de gesprekken met individuele docenten en met teams blijktveelvuldig dat het functioneren van een team gebaat is bij een goedgestructureerd proces van samenwerking. We vroegen de teams naarhun werkplanning, werkroutines en de evaluatie van hun werkzaamheden.Ook hier zien we een correlatie met de concreetheid van de teamopdracht.Hoe duidelijker sprake is van een teamopdracht, hoe meeruitgewerkt de planning, de routines en de evaluatie.In dit opzicht wordt op de meeste scholen nog heel traditioneelgewerkt. Er zijn teamvergaderingen (waarin de agenda veelal wordtbeheerst door organisatorische en begeleidingszaken in plaats vangenoemd in het kader van de fysieke ruimte.Verder hebben de teams grote behoefte aan goede scholing, op maat,waar nodig en mogelijk op de werkplek. Als specifieke vorm van scholingwordt door zeker een derde van de teams het delen van expertisegenoemd door bij andere scholen en in lessen van collega’s te kijken,intervisie, collegiale consultatie.Personele ondersteuning is nodig op het gebied van ict, administratie,organisatie van de les (les- , onderwijs-, taalassistenten), toezicht. Degewenste organisatorische ondersteuning en effectieve elementen inde communicatie en de aansturing zijn rechtstreeks af te leiden uit watwe in de voorgaande paragrafen over dit punt gezegd hebben.onderwijskundige zaken), leerlingbesprekingen, rapportvergaderingen,vaksectieoverleg, studie(mid)dagen. Meestal, maar niet altijd, wordenSturingdaarvan verslagen met besluitenlijstjes gemaakt en wordt op basis vandeze overzichten in de volgende vergadering bekeken of de afsprakenzijn nagekomen.Planning op de langere termijn komt nog niet op grote schaal voor.Afdelingsplannen voor een jaar zijn al wat meer aan de orde. Er zijn alwel goede voorbeelden van het werken met draaiboeken en het werkenin een kwaliteitscyclus met steeds terugkerende evaluatie, maar deHierboven is verschillende malen de aansturing aan de orde geweest.In de gesprekken hebben wij dit onderwerp apart aangekaart, omdatteamwork tussen professionals vraagt om een goede balans tussenindividuele zelfsturing en directe leiding. We vroegen de teams hoe desturing van het team nu plaatsvindt en welk advies zij de schoolleidingzouden willen geven voor de invulling van het teamleiderschap.gemiddelde school is daar nog niet aan toe.Hier past nog een opmerking over de rol van de wandelgangen. Veel80 Beweging in de onderbouw / Bijlagen
De wijze van sturing van het team blijkt zeer wisselend en varieert vanzeer traditioneel (rector, conrectoren) tot directe sturing van (kleine)kernteams door een teamleider. De volgende functies passeren derevue (de verschillende termen kunnen op verschillende scholenverschillende betekenissen hebben): rector, voorzitter centrale directie,voorzitter managementteam, sectordirecteur, sectorstaf, coördinator,teamcoördinator, schoolleiding, directie, directeur, adjunct-directeur,teamvoorzitter, teamleider, sectorleider, unitdirecteur, unitleider,middenmanager, zorgdirecteur, onderwijskundig directeur, facilitairdirecteur.Op de keper beschouwd zijn al deze mensen teamleider: de organisatie• durven ingrijpen, daadkracht tonen• structuur bieden en duidelijke kaders stellen• een goed technisch voorzitter zijn, zorgen voor goed overleg engoede communicatie, met onderwijsontwikkeling als vast punt op deagenda• weten wat op de werkvloer gaande is• goed bereikbaar zijn• zorgen voor goed kwaliteitsbeleid• zorgen voor een goede sfeer• communicatief vaardig zijn• achter de teamleden staan.steekt overal zo in elkaar dat er sprake is van gelaagdheid. Van belangis waartoe een team bestaat en wie de leden zijn. Steeds meer zien wedat teams ‘op de werkvloer’ de integrale verantwoordelijkheid hebbenover een afgebakende groep leerlingen. Waar dit het geval is, lijkt detevredenheid over de sturing groter dan waar men meer traditioneel isingesteld.Conditioneel moet voor de teamleider het volgende in orde zijn:• taken en verantwoordelijkheden moeten duidelijk geregeld zijn• de kaders waarbinnen het team opereert moeten duidelijk zijn• de teamleider moet integraal verantwoordelijk zijn voor zijn team• hij moet zo weinig mogelijk belast zijn met administratieve enorganisatorische zakenMet het formuleren van een advies aan de schoolleiding over deinvulling van het teamleiderschap hadden veel teams wel wat moeite,net als de individuele leraren die we ondervroegen (zie de analyse• hij moet scholing krijgen om zijn taak goed te kunnen verrichten• waar nodig moet de afstemming met andere teams binnen deschool goed geregeld zijn.hierboven). Hun antwoorden waren heel verschillend en deze diversiteithangt voor een groot deel samen met hun huidige ervaringen metteamleiders binnen hun school.Daar komt nog bij dat ‘teamleider’ net zo gedifferentieerd wordtgebruikt als ‘team’ en ‘kernteam’: soms is het de leider van een vrijklein team, maar ook conrectoren, unitleiders, vestigingsmanagers ensectordirecteuren kunnen met deze titel door het leven gaan (zieboven). Dit maakt dat ook de gegeven adviezen nogal gedifferentieerdEen interessant meningsverschil tussen de geïnterviewde lerarenbetreft de vraag of de teamleider zelf ook moet lesgeven. De enedocent vindt dat de teamleider voor de helft van zijn tijd met lessenbelast moet zijn om te weten wat er speelt en hoe het onderwijs zichontwikkelt, de ander vindt dat hij om optimaal bereikbaar te zijnhelemaal geen les moet geven. Velen nemen een standpunt in ergensdaar tussenin.zijn.Toch kunnen we wel een aantal taken noemen die door velen alsbelangrijk beschouwd worden. Hierbij maken we onderscheid tussenaspecten van het werk van de teamleider zelf (uitvoering) en zaken dievoor de teamleider goed geregeld moeten zijn opdat hij zijn werk goedkan doen (conditioneel).In de uitvoering moet de teamleider vooral:• sturen op inhoud en minder op vorm, ideeën genereren, de koersbepalen, onderwijskundige keuzes vasthouden, een voorloper zijn(‘bezielend’) en de kar trekken• uitgaan van een duidelijke teamopdracht• waar nodig en mogelijk delegeren (durven loslaten)• goed zicht hebben op de competenties van de verschillendeteamleden en hun inbreng stimuleren, ieder in zijn waarde laten• inhoudelijke gesprekken voeren met teamleden, waaronderfunctioneringsgesprekken (lesbezoek wordt hierbij ook genoemd)• zorgen voor goed ‘onderhoud’ van het teamBeweging in de onderbouw / Bijlagen 81