12.07.2015 Views

10 juni 2004 Eindrapport Taakgroep Vernieuwing ... - Vecon

10 juni 2004 Eindrapport Taakgroep Vernieuwing ... - Vecon

10 juni 2004 Eindrapport Taakgroep Vernieuwing ... - Vecon

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Verder stelt de WVO dat:‘Praktijkonderwijs bestaat uit een gedeelte waarin aangepast theoretischonderwijs, persoonlijkheidsvorming en het aanleren van socialevaardigheden worden verzorgd, en een gedeelte waarin de leerlingwordt voorbereid op het uitoefenen van functies op de arbeidsmarkt.Praktijkonderwijs wordt zodanig ingericht dat de kerndoelen van debasisvorming zoveel mogelijk kunnen worden bereikt.Praktijkonderwijs bereidt de leerling voor op functies binnen de regionalearbeidsmarkt op een niveau dat ligt onder het niveau van deuitgegaan van de Handreikingen voor de Basisvorming in het VSO-MLKen de lesmaterialen PrOmotie, waarin de inhoudelijke vulling van zevenleergebieden (leerlijnen) is uitgewerkt. De SLO stelt dat het praktijkonderwijscompetenties dient te ontwikkelen voor de arbeidsmarkt, deA-competenties, en voor de zelfredzaamheid in het privé-leven, deZ-competenties. Het onderscheid tussen theorievakken (AVO-vakken)en praktijkvakken moet gaandeweg vervagen. De Referentiegroep steltook dat de gebieden zoveel mogelijk geïntegreerd moeten wordenaangeboden.assistentopleiding (...). (...) De leerlingen ontvangen per dag tenDe Referentiegroep richt zich met zijn notitie vooral op de eerste leerjarenvan het praktijkonderwijs, waarin een aangepaste basisvorminggestalte krijgt. In de latere jaren gaat dat geleidelijk over in eengeïntegreerd competentiegericht onderwijsaanbod, zoals beschrevendoor de SLO, dat is gericht op de periode na de school. De aangepastebasisvorming vindt volgens de Referentiegroep plaats naast, maarvooral ter ondersteuning van praktische vorming, loopbaanoriëntatieen arbeidstoeleiding van de leerling.hoogste 5.5 klokuren praktijkonderwijs, voor zover het betreft aangepasttheoretisch onderwijs, persoonlijkheidsvorming en het aanlerenvan sociale vaardigheden (...).In een Wijziging Inrichtingsbesluit wordt verder vermeld:‘Praktijkonderwijs omvat tenminste Nederlandse taal, rekenen/wiskunde,informatiekunde en l.o., alsmede de vakken waarvan hetbevoegd gezag na overleg met de gemeente, die daarbij werkgeversbetrekt die werkzaam zijn op de regionale arbeidsmarkt, heeft vastgestelddat deze van belang zijn voor het uitoefenen van functiesbinnen die arbeidsmarkt.’De SLO en de Referentiegroep zijn het er over eens dat in onderwijsaanbodvan het praktijkonderwijs de volgende aspecten aandachtDe WVO stelt dus dat het praktijkonderwijs zich moet richten opaangepast theoretisch onderwijs, dat aansluit bij de basisvorming enverder op persoonlijkheidsvorming, sociale vaardigheden en voorbereidingop het uitoefenen van functies op de arbeidsmarkt. Daarnaastbiedt de overheid het praktijkonderwijs ruimte voor de verdereinhoudelijke invulling.In een vroeg stadium zijn er binnen en voor het praktijkonderwijsontwikkelingen gestart die uitgaan van aangepaste basisvorming. Inhet praktijkonderwijs staat de leerling meer centraal. Dat sluitoverigens goed aan bij het belangrijkste richtsnoer van de <strong>Taakgroep</strong><strong>Vernieuwing</strong> Basisvorming.moeten krijgen:• De zelfredzaamheid van de leerling (ook thuis en in de vrije tijd)moet vergroot worden• Het onderwijs moet gericht zijn op de toeleiding naar de arbeidsmarktin de regio• Het onderwijs moet zoveel mogelijk op maat gegeven worden(Individueel Ontwikkelings Plan)• Het accent moet liggen op actief en zelfstandig leren• Het onderwijsaanbod moet zoveel mogelijk in samenhang gegevenworden en er is sprake van een integratie van kennis, inzicht, vaardighedenen houdingen• Sociale vaardigheden horen ook tot de te verwerven competentiesHoewel het officiële uitgangspunt is dat praktijkonderwijs eindonderwijsvoor de leerling is, blijkt het in toenemende mate banden aan tegaan met ROC’s. Uit een uitstroomonderzoek van het IVA blijkt dat<strong>10</strong> - 20 procent van degenen die het praktijkonderwijs verlietenvervolgens deelnemen aan een scholings- of toeleidingstraject binnen• Het leren gebeurt in hoofdzaak door werken aan betekenisvolle,realistische taken• Er is geen landelijke vorm van toetsing en afsluiting; door middelvan leerlingvolgsystemen en portfolio’s worden de vorderingen van deleerlingen in kaart gebracht.vmbo of ROC.Leerlijnen en competentiesDe SLO-notitie Competenties van A en Z en de notitie StreefdoelenNieuwe Stijl in de aangepaste Basisvorming Praktijkonderwijs van deReferentiegroep Praktijkonderwijs in de Steigers hebben beidebetrekking op de inrichting van het onderwijs in het praktijkonderwijsEr zijn ook verschillen tussen de opvattingen van de SLO en deReferentiegroep, die voortvloeien uit de volgorde en andere accentenin de achtereenvolgende leerjaren.De Refentiegroep gaat meer uit van een ‘schoolse’ benadering en heeft13 vakken tot 7 leerlijnen en drie traditionele vakken herleid; de SLOnotitielegt sterker de nadruk op het verwerven van een ‘geïntegreerdeset van kennis, vaardigheden en attitudes’.en zijn vooral gericht op het onderwijsaanbod. De Referentiegroep isBeweging in de onderbouw / Bijlagen 25

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!