Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In het 'Avant Propos' trekt Merleau-Ponty een vergelijking tussen het analyseren van teksten en het kennen van de<br />
ander. Daarom onderscheidt het (belevings)-verhaal zich minder van het wijsgerige betoog dan oppervlakkig lijkt:<br />
"Ware filosofie betekent het opnieuw leren zien van de wereld. In die zin kan een verteld verhaal een even<br />
'diepzinnige' uitdrukking van de wereld geven als een wijsgerige verhandeling" (PP, p.XVI). Door in deze<br />
paragraaf beide type's 'verhalen' nader te analyseren, komen de specifieke hoedanigheden van de 'tussenwereld'<br />
dichterbij.<br />
Merleau-Ponty belicht de 'verhaalkant' in zijn existentiële analyse 'De roman en de metafysica'. 2 Dit<br />
essay behandelt de psychologische roman 'L'invitée' van Simone de Beauvoir, 3 al wordt de daarin beschreven<br />
relatie-problematiek door Merleau-Ponty niet psychologisch, maar metafysisch geduid.<br />
De roman behandelt het turbulente existentiële levensgevoel van het vooroorlogse Frankrijk. De Beauvoir<br />
schreef haar sterk autobiografische boek rond het thema van het 'ménage à trois', waarbinnen elk van de drie<br />
hoofdpersonages op zijn of haar manier dieper tot de ander wil doordringen. Het hoofdthema kan omschreven<br />
worden als een 'expérience de l'Autre', een ervaring die voor Françoise - het personage van waaruit het verhaal<br />
geschreven is - de kern van haar bestaan uitmaakt. Die ander is Pierre, van wie zij weet dat hij evenveel in hun<br />
relatie investeert als zij. Zij houden van elkaar: "Jij en ik zijn helemaal één; het is een feit, weet je, dat je geen<br />
definitie van één van ons afzonderlijk kunt geven" (De Beauvoir, p.22). Voor Françoise krijgt een gebeurtenis pas<br />
betekenis, als zij die met Pierre heeft gedeeld. Voor haar bestaat er geen eenzaamheid, geen mijn of dijn. Het geluk<br />
van de één is het geluk van de ander, de vermoeidheid van de één is de vermoeidheid van de ander. Samen leven<br />
zij één enkel leven. Dat maakt haar gelukkig en brengt haar tot het besef dat zij het centrum van de wereld is, het<br />
centrum van Parijs. 4<br />
Pierre is voor Françoise geen ding in zijn eigen wereld, geen omlijsting van haar leven, zoals andere<br />
mannen dat voor haar zijn. Hun relatie is van dien aard dat hun anders-zijn tegenover elkaar heel bijzonder is:<br />
"Maar hij is niet meer een Ander. Françoise en Pierre hebben een sfeer van oprechtheid met elkaar gecreëerd en<br />
een taalsysteem (machine de langage) geconstrueerd, zodanig dat zij bij elkaar kunnen blijven, ook als zij<br />
gescheiden zijn, dat zij vrij blijven in hun eenheid", en in aansluiting daarop citeert Merleau-Ponty uit de roman:<br />
"'er was slechts één leven en in het centrum daarvan bevond zich één wezen dat je niet kon benoemen met hij of ik,<br />
doch uitsluitend met wij'" (SNS, p.59), of, zoals De Beauvoir elders stelt: "Ons verleden, onze toekomst, onze<br />
ideeën, onze liefde ... nooit zei ze 'ik'" (De Beauvoir, p.162).<br />
Door een 'taalsysteem' te construeren, afspraken en beloftes te organiseren, proberen de hoofdpersonages<br />
hun relatie in stand te houden. Daarbij staat voorop dat hun individuele ervaringen een gemeenschappelijke basis<br />
hebben: "(...) het zijn-met-z'n-tweeën (l'être à deux) wordt gevoed door alles wat er aan ieder apart gebeurt. Pierre<br />
is voor Françoise geen ondoorzichtig wezen dat alles maskeert, hij is slechts een gedragslijn even helder voor haar<br />
als voor zichzelf, in overeenstemming met een wereld die niet zijn privé-leven is, maar evengoed die van<br />
Françoise" (SNS, p.59). Geconstrueerde samenlevingsvormen blijken echter weinig innerlijk kracht te hebben en<br />
kunnen daarom gemakkelijk scheuren. Eerst vernemen wij hoe Françoise in de gelegenheid is een relatie met een<br />
collega aan te knopen, maar dat niet doet uit respect voor Pierre. Zij offert zich op, een gegeven waaraan<br />
Merleau-Ponty veel aandacht besteedt: "Het boek begint met de opoffering van Françoise. (...) 'Ik heb niets te<br />
verliezen, zei Françoise bij zichzelf, omdat ik mijn liefde voor Pierre ben'", maar, gaat hij verder: "Is Françoise<br />
wel helemaal in het 'être à deux' dat zij hebben geconstrueerd? Deze gemeenschappelijke wereld (monde commun)<br />
van hun onvermoeibare gesprekken wordt steeds groter, maar is het wel die wereld zelf, of eerder een kunstmatige<br />
omgeving, en hebben zij niet de eigenliefde van hun binnenleven uitgewisseld voor dat van een gezamenlijk leven<br />
(vie à deux)?" (SNS, p.60).<br />
De hechtheid van deze constructie, dit 'wonder met twee hoofden', deze 'bekrompenheid van hun<br />
gezamenlijke wereldje', zoals Merleau-Ponty gekscherend zegt (SNS, p.61) wordt getoetst door de komst van<br />
Xavière. Françoise heeft weliswaar sympathieke gevoelens voor haar, maar met lede ogen ziet zij hoe moeilijk het<br />
voor Pierre is om zijn liefde voor beide vrouwen te verdelen, en voor zichzelf het probleem van de opoffering op te<br />
lossen. Het werpt haar terug op kernvragen naar vrijheid en gebondenheid, eenzaamheid en macht. Haar bestaan<br />
wordt bedreigd. De evidenties die haar nooit deden twijfelen aan zichzelf en aan haar relatie met Pierre,<br />
verdwijnen op slag. De plek waar zij zich bevindt is niet langer het centrum van Parijs, zoals zij dat altijd had<br />
beleefd: "Het middelpunt van Parijs was het café waar Pierre en Xavière aan een tafeltje zaten en Françoise