02.05.2013 Views

Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi

Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi

Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

(Widdershoven, p.111). Daarom is opvoeden een vorm van dialoog.<br />

Hier is een derde overeenkomst met Merleau-Ponty aan te wijzen, die in het kader van deze studie de kern<br />

vormt van de verbinding tussen wijsbegeerte en sociale wetenschappen. Het centrale element in de opvoeding is de<br />

voorbewuste verhouding tot de wereld: "(...) een dialoog, waarin het perspectief van de opvoeder en dat van de<br />

opvoedeling elkaar raken en uiteindelijk met elkaar versmelten". (Widdershoven, p.112). Of, in termen van<br />

Merleau-Ponty: in elkaar overgaan, met elkaar vervlechten. Aldus biedt Gadamers hermeneutische visie op het<br />

gesprek, of de interpretatie, als een toespitsing van de fenomenologie van Merleau-Ponty, ruime perspectieven tot<br />

het begrijpen van de beleving van de ander. 6 Beiden, Gadamer en Merleau-Ponty ontmoeten elkaar in het voorpredicatieve<br />

domein van een denken als mogelijkheidsvoorwaarde voor het gesprek. Daar blijkt dat het gesprek<br />

(de interpretatie) niet kan bestaan in de objectiviteit van twee afzonderlijke individuen: het gesprek vindt plaats in<br />

de dialectiek van vraag en antwoord, van tekst en uitleg. In deze dialectiek vervlechten de vraag van de een en het<br />

antwoord van de ander zich in een gemeenschappelijke taal, waar het voornaamste kenmerk is dat het andere (de<br />

ander), het (de) vreemde als anders volledig wordt erkend. Deze appreciatie van het andere als anders is gegrond<br />

in de mate van zelfbetrokkenheid in het andere, omdat er altijd al een verstaan, een vertrouwdheid met de ander is<br />

voorgegeven, immers: wij zijn reeds vóór het gesprek dat wij zijn.<br />

Het gaat in het zoeken naar een oplossing voor het 'probleem' van de ander niet om de eenheid van het andere<br />

in mijzelf, of om het volledig vertrouwd zijn met de ander, maar integendeel om het oorspronkelijke anders-zijn in<br />

mijzelf. In dat voortalige domein wordt de 'taal van de stilte' gesproken, als een 'Hin- und Herbewegung' binnen de<br />

hermeneutische 'cirkel van het verstaan'. Dan kan begrepen worden dat het pedagogisch 'begrijpen' niet ontstaat<br />

door pogingen ons in het kind te verplaatsen, omdat wij ons op een praktisch niveau nooit geheel in de ander<br />

kunnen verplaatsen. De essentie van de hermeneutiek bestaat uit het luisteren naar verhalen van de ander, naar<br />

wat de ander heeft te zeggen. Door met hem het gesprek aan te gaan ontstaat 'begrip'. Het gaat er dan niet om de<br />

ander beter te verstaan, maar om hem anders te verstaan (Gadamer, p.280). Met andere woorden: onze toegang<br />

tot de ander ligt niet in het vertrouwd-zijn met de ander, maar in zijn anders-zijn. Dank zij zijn oorspronkelijke<br />

vreemdheid kunnen wij de ander ontmoeten.<br />

Vanuit de hierboven geschetste fenomenologisch-hermeneutische houding zullen wij in de komende<br />

hoofdstukken niet alleen intensief naar verhalen van kinderen luisteren, maar spelen wij als interpretator eveneens<br />

- als in een circulaire beweging - een actieve rol door persoonlijk geschreven belevingsteksten te doen functioneren<br />

in het wederkerige pedagogisiche interpretatieveld van de tussenwereld.<br />

*3*Het vertelde verhaal<br />

Voor Merleau-Ponty geeft het 'vertelde verhaal' een even diepe betekenis van de wereld als een filosofisch vertoog,<br />

zoals in het voorgaande deel is betoogd. In die opvatting ligt een motivering 'verhalen' van kinderen als<br />

informatiebron tot een beter begrip van de beleving te gebruiken. Het 'vertelde verhaal' mag dan een subjectieve<br />

bron zijn - onbruikbaar in louter objectiverend onderzoek - als het in het kader van de wijsgerig-pedagogische<br />

ondervraging een even diepe zin heeft als een filosofische verhandeling, is het niet minder waardevol dan de op<br />

objectieve wijze verkregen data van de meer positivistisch ingestelde wetenschapper. Het<br />

intersubjectiviteitscriterium dat hieraan ten grondslag ligt is er de uitdrukking van dat elke opvatting een eigen<br />

waarheid vertegenwoordigt: het door de mens vertelde verhaal heeft een 'menselijke waarheid'. Een subjectieve<br />

waarheid is daarom niet minder waar dan een vermeende objectieve waarheid, maar een andere waarheid.<br />

Kinderen kijken nog met verwonderde ogen naar hun wereld en vertellen daarover in hun eigen woorden een eigen<br />

verhaal. Om hun verhalen te kunnen interpreteren, moet de volwassen onderzoeker op zijn beurt leren met<br />

eenzelfde verwonderde houding naar hen en naar zichzelf te kijken. Kinderen, voor wie het leven nog een mysterie<br />

is, lijken de vooroordelen van de objectieve wereld op te schorten alsof zij de voor volwassenen zo moeizaam te<br />

verwerven fenomenologisch-existentiële zienswijze moeiteloos beheersen. Het 'verhaal van de ander' krijgt zo een<br />

andere dimensie. Het wordt uitgetild boven het niveau van de anecdote en kan binnen de hermeneutische analyse<br />

volwaardig functioneren.<br />

Eenzelfde aandacht voor het 'vertelde verhaal' is aanwezig in Dasbergs artikel 'Op zoek naar het kindbeeld in de<br />

bellettrie van 1900 tot heden' (Dasberg 1975). Daarin houdt zij een pleidooi voor het gebruik van verhalen en

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!