Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOOFDSTUK 6 DE 'ANDER' IN HET LATERE WERK VAN MERLEAU-PONTY<br />
Merleau-Ponty's verdiepte opvattingen over de perceptie brengen een chiasme aan het licht, waardoor het<br />
mogelijk wordt een nieuwe filosofie van het lichaam te schetsen. In dit hoofdstuk zullen wij zien hoe op<br />
grond daarvan de intrinsieke relatie van het lichaam met de wereld en de ander opnieuw onder woorden<br />
wordt gebracht, door te benadrukken dat subjectiviteit in de ontmoeting tevens intersubjectiviteit is.<br />
In dit hoofdstuk komt het begrip 'intersubjectiviteit' op verschillende manieren aan de orde. In de<br />
eerste plaats via Merleau-Ponty's herbezinning op het lichaam (paragraaf 1). Als 'corps propre'<br />
onderscheidde het zich in het vroege werk als 'être-au-monde' reeds aanmerkelijk van het objectieve lichaam<br />
van de positieve wetenschappen. Toch vertegenwoordigde het nog niet geheel die specifieke wederkerige<br />
textuur, die het lichaam in het latere ontologisch getinte werk in een nieuwe gedaante, als 'chair du monde'<br />
met de wereld bindt.<br />
De tweede weg verloopt via een verwant en even kenmerkend thema: de ambiguïteit (paragraaf 2).<br />
Voor Merleau-Ponty betekent ambiguïteit nooit dualiteit: men is altijd ambigu als men de ander probeert te<br />
begrijpen. Ambiguïteit is de voorwaarde tot het menselijk bestaan. Merleau-Ponty beloofde daarop later<br />
terug te komen. In dit hoofstuk zien wij hoe hij zich aan zijn woord houdt.<br />
De derde weg leidt via Merleau-Ponty's hernieuwde 'dialoog' met Sartre tot een nieuw ontwerp van<br />
de 'intermonde' (paragraaf 3). Wij volgen deze poging tot een beter begrip die uitmondt in het besef van een<br />
'nieuw idee van intersubjectiviteit', waarbinnen de 'tussenwereld' als 'transitiviteit' een centrale plaats<br />
inneemt.<br />
Tot slot de vierde weg die ons in aanraking brengt met de (culturele) antropologie van Lévi-Strauss<br />
(paragraaf 4). Slechts zelden verwijst Merleau-Ponty - en dan nog alleen in zijn latere werk - naar de 'ander'<br />
als afkomstig uit een andere cultuurwereld. Deze noties hebben een 'intermondiale' betekenis en vormen<br />
voor ons het sluitstuk in het zoeken naar de totstandkoming van een juiste 'inter'subjectieve houding en<br />
luiden tevens het derde deel in, waarin een aanzet gegeven wordt voor een praktisch werkbaar<br />
'intercultureel' pedagogisch concept.<br />
*1* Het lichaam als 'chair du monde'<br />
In zijn rede 'Mens en tegenspoed' 1 werkt Merleau-Ponty het idee uit dat de ontwikkeling van de cultuur niet<br />
rechtlijnig en ononderbroken verloopt, als zou er sprake zijn van een onwrikbare en onaantastbare werkelijkheid.<br />
Cultuur ontstaat via de grillig gevormde diagonaalsgewijze zigzaglijnen van de menselijke beleving. Als gevolg<br />
daarvan moet het onderscheid tussen waarden en werkelijkheid, geest en lichaam, inwendige en uitwendige niet in<br />
termen van antithesen gedacht worden, maar als overschrijdende delen van elkaar (dépassement) (S, p.286/287).<br />
Dit overschrijden blijkt het sterkst in het opheffen van de scheidslijn tussen 'geest' en 'lichaam'. In de loop<br />
van de twintigste eeuw begon men in te zien dat de mens een geestelijk-lichamelijke eenheid is; het begrip van het<br />
vlees (chair) werd opnieuw gesteld en als bezield lichaam (corps animé) beschouwd (S, p.287). Deze<br />
ontwikkeling van 'lichaam' (corps) naar 'geleefd lichaam' (corps vécu) is vooral in het werk van Freud aan te<br />
wijzen (S. p.288). Freud legde onze primordiale betrekkingswijzen tot de ander bloot door aan te geven in welke<br />
verhouding kinderen tot bepaalde lichamelijke functies staan: het zuigen of bijten van de mond, het aan- of<br />
ontspannen van de sluitspieren. Op grond van deze oorspronkelijke betrekkingen vormen kinderen hun latere<br />
houding tegenover de buitenwereld, laverend tussen onmenselijke veeleisendheid, absoluut egoïsme en<br />
verscheurende zelfopoffering die het subject vernietigt (S, p.289).<br />
Naar Merleau-Ponty meent wist de filosofie deze koppeling tussen lichaam en persoonlijk leven niet<br />
eerder in begrippen te duiden, terwijl juist lichamelijkheid, of meer toegespitst seksualiteit, onze relatie tot de<br />
ander blootlegt: "Het lichaam is raadselachtig: onbetwijfelbaar een deel van de wereld, maar zich vreemd genoeg<br />
voordoend als haar verblijfplaats aan een absoluut verlangen de ander te benaderen en zich met hem eveneens in<br />
zijn lichaam te verenigen, bezield en bezielend, als een natuurlijke vorm van de geest" (S, p.290). Zo beschouwd<br />
vormt seksualiteit als lichamelijk gegeven de basis van onze existentie en doet begrijpen hoe in de psycho-analyse<br />
de geest overgaat in het lichaam en omgekeerd het lichaam in de geest (S, p.290).<br />
Merleau-Ponty noemt deze 'osmose' tussen het anonieme leven van het lichaam en het officiële leven van