Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
dat andere onderwijs- en leerdoelen nodig zijn. Kinderen met een andere achtergrond, een ander milieu, een<br />
andere cultuur, een andere taal of een andere huidskleur hoeven niet bij voorbaat een onvermijdelijk en<br />
onoplosbaar probleem te vormen, maar zijn een uitdaging tot nieuwe zingeving. Het andere brengt niet alleen<br />
bestaande evidenties aan het wankelen, maar geeft ook aanleiding tot het openen van een 'nieuw register' en<br />
daagt uit tot het creëren van een nieuwe vertrouwdheid. Pas als aan deze houdingsvoorwaarde voldaan is,<br />
gaan cognitieve elementen een rol spelen.<br />
Aanpassing aan de wereld was het tweede concept. Het vloeit uit het eerste voort. Lijkt aanpassing in<br />
monoculturele situaties voor kinderen op het eerste gezicht geen specifieke problemen op te leveren, het leven<br />
in multiculturele situaties laat de ander kant van de medaille zien. De komst van migranten bracht (ook voor<br />
autochtonen) zulke grote maatschappelijke verschuivingen teweeg dat het onmogelijk leek er op korte termijn<br />
een adequaat beleid af te stemmen. Met de bedoeling allochtonen door middel van taalactiveringsprogramma's<br />
betere perspectieven te bieden, opdat zij zo snel mogelijk zouden kunnen functioneren in het autochtone<br />
systeem, werd gekozen voor een strikt aanpassingsbeleid. Dit beleid is nauwelijks succesvol gebleken. Steeds<br />
meer allochtonen beheersen de Nederlandse taal, maar dit heeft niet zonder meer tot een betere aanpassing<br />
geleid. Taal en aanpassing blijken twee verschillende grootheden te zijn. Het beheersen van een taal geeft niet<br />
op voorhand een garantie voor het inpassen in de samenleving waarin die taal dominant is. De vraag hoe het<br />
autochtone deel van de bevolking aan deze nieuwe situatie moest wennen of zich moest aanpassen, werd in<br />
het geheel niet gesteld. Hier ligt met name een taak voor de interculturele pedagogiek: het scheppen van<br />
mogelijkheden om kinderen reeds vroeg in multiculturele situaties te laten participeren.<br />
Uitgaande van de onderlinge verwevenheid van mensen moeten de oplossingen voor de intercultureel<br />
pedagogische ontmoeting in het domein van de tussenwereld van culturen worden gezocht. Het<br />
aanpassingsbeleid op grond van louter taalactiveringsprogramma's wordt daarmee tot een simplificatie van<br />
het werkelijke probleem. In deze studie is duidelijk geworden dat de leus 'ze moeten zich maar aanpassen'<br />
ontzenuwd kan worden door begrijpelijk te maken dat de disharmonie in de tussenwereld van culturen niet<br />
slechts door middel van de taal op te lossen is. Uiteraard is taal een voorwaarde tot communicatie, maar de<br />
werkelijke problemen liggen dieper. In intermondiale zin is er niet in eerste instantie sprake van een<br />
taalprobleem, maar van een bestaansprobleem dat in alle facetten van de samenleving doorwerkt. Het<br />
wijsgerig inzicht dat de mens niet een lichaam of een taal heeft, maar zijn lichaam of zijn taal is, tilt de<br />
problematiek van de migratie uit de taalsfeer. Pas dan wordt het menselijk bestaan, waarin de mens als mens<br />
wordt aangesproken, bespreekbaar. Kinderen moeten geholpen worden om vanuit wederzijds vertrouwen de<br />
menselijke wereld te ontmoeten, zonder zich eenzijdig te hoeven aanpassen.<br />
Dankzij onze wijsgerig-pedagogische ondervraging weten wij dat er een andere interpretatie van het<br />
begrip 'aanpassen' mogelijk is. Er is pas werkelijk van integratie sprake als de wederkerigheid van het chiasme<br />
aan den lijve wordt ondervonden. Vanuit deze intermondiale zienswijze worden oude en nieuwe betekenissen<br />
van de aanpassing vervlochten tot een nieuw weefsel. Er ontstaat dan een interculturele pedagogiek van de<br />
ontmoeting die multiculturaliteit ernstig neemt. Kinderen krijgen dan ruimte tot het ontwikkelen van een<br />
nieuwe identiteit in de tussenwereld van culturen.<br />
Voor de pedagogische ontmoeting houdt dit een teruggang in tot het voorbewuste belevingsniveau, waar<br />
het contact tussen kind en wereld nog ongestoord wordt voltrokken. Er is primordiale verwondering nodig om<br />
kinderen in hun tussensituationele positie waar te nemen, waar de taal en het lichaam onze herkenningspunten<br />
zijn. Mensen kunnen slechts vanuit basisvertrouwdheid en gelijkwaardigheid met elkaar communiceren.<br />
In essentie is de tussenwereld een communicatieve wereld. Op het vlak van het uitwisselen van dagelijkse<br />
huis-tuin-en-keuken-ervaringen is dat doorgaans weinig problematisch. Het beschikken over een aantal<br />
signaalwoorden is dan voldoende. Ten aanzien van de beleving van die ervaringen ligt dat moeilijker. Schiet<br />
de woordenschat te kort, dan lijken begeleiding en hulp onmogelijk. Daarom moeten kinderen kunnen<br />
terugvallen op de basis van een 'moedertaal', omdat daarin het scharnier van het zelfvertrouwen draait. Het is<br />
moeilijk, zo niet onmogelijk gevoelens als woede en machteloosheid te uiten, als daarvoor de geëigende<br />
middelen niet ter beschikking staan. Zijn kinderen niet in staat hun vreugde, verdriet of angst onder woorden<br />
te brengen, dan blijft hun belevingswereld voor de ander grotendeels onbegrijpelijk.<br />
Concluderend kan gesteld worden dat het invoeren van een intermondiaal georiënteerde pedagogische<br />
veranderingsstrategie een hoge prioriteit heeft. Mensen worden mens in de dialoog met anderen. In de<br />
tussenwereld (van culturen bijvoorbeeld) zijn ontmoetingen primair, de elkaar ontmoetenden zijn secundair.