Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De betekenis van deze 'formule' voor de (wijsgerige) pedagogiek is verstrekkend. Een onoverzichtelijke en<br />
complexe wereld biedt weinig houvast. Dat maakt het 'zijn-aan-de-wereld' voor kinderen tot een 'zijn-aan-decomplexe-wereld',<br />
met als gevolg dat de omgang met kinderen in de pedagogische situatie moeilijker wordt, of<br />
zij nu van autochtone dan wel van allochtone origine zijn. De vraag dringt dan in hoeverre de waarnemingen<br />
en observaties van pedagogen nog wel adequaat zijn en ingesteld op de zich voortdurend wijzigende<br />
opvoedingssituaties.<br />
Voor de opvoedingssituatie biedt het onderkennen van een tussenwereld een beter uitzicht op het<br />
kruisgewijze spanningsveld tussen opvoeder en opvoedeling. Dit veld is enerzijds van 'ruimtelijke' aard, tot op<br />
zekere hoogte vergelijkbaar met de 'voorbereide omgeving' uit de opvoedingstheorie van Montessori. Deze<br />
theorie heeft bijzondere aandacht voor de pedagogische ontmoeting. Een montessori-leslokaal is, als het goed<br />
is, niet zomaar een ruimte, waarin toevallig les gegeven wordt, maar een plaats waarin de leid(st)er en de<br />
kinderen verantwoordelijkheid en zorg dragen; een gezamenlijke plek waarin men elkaar in rust en stilte kan<br />
ontmoeten, en men de gezamenlijk gemaakte afspraken in acht kan nemen. Anderzijds is dit veld van<br />
'existentiële' aard, waar het niet-gezegde belangrijker is dan het gezegde, een wereld van stilte en vertrouwen,<br />
waarin de taal van het lichaam spreekt, en men elkaar 'begrijpt' op een pre-reflexief niveau.<br />
Om die opvatting van intersubjectiviteit als intercultureel pedagogisch uitgangspunt te doen<br />
fungeren, moeten pedagogen opgeleid worden die in een gezamenlijke tussenwereld kinderen durven<br />
ontmoeten; die weten wat het betekent dat wanneer één van beide partijen minder investeert, communicatie<br />
moeilijk wordt; die weten dat zij zich niet aan hun taak kunnen onttrekken, omdat zij tot dezelfde wereld als<br />
die van het kind behoren; die begrijpen dat zij in hun gemeenschappelijkheid met kinderen méér doen dan het<br />
louter construeren van een taalsysteem, om elkaar te kunnen 'verstaan'; die zich ervan bewust zijn dat de<br />
persoonlijke geschiedenis een rol speelt in het tot stand komen van de tussenwereld; die daarin adekwaat de<br />
juiste symbolen weten te gebruiken, zodat ieders waarheid een eerlijke kans krijgt; die beseffen dat die<br />
tussenwereld een gezamenlijk belevingsdomein is; die als vreemd durven beschouwen wat van hen is en als<br />
van hen wat vreemd voor hen is; die durven te veranderen wanneer de pedagogische situatie verandert.<br />
Kortom, in elke opvoedkundige handeling 'waarin blikken elkaar kruisen' ligt een terrein braak, dat bewerkt<br />
moet worden. Elk van beide partijen werkt daaraan vanuit zijn eigen positie, in zijn eigen tempo, met zijn<br />
eigen mogelijkheden totdat uiteindelijk een 'laatste waarheid' is bereikt.<br />
Merleau-Ponty's fenomenologie is 'betrokken' fenomenologie, zowel zelf- als medebetrokkenheid. Dat<br />
betekent dat de ander, i.c. het kind, slechts gekend kan worden door onze zelfbetrokkenheid heen. Het is<br />
onmogelijk de ander, een cultuur, de dingen of het verleden op volkomen heldere wijze te vatten; er blijft altijd<br />
een 'eigenheid' van de ander, de cultuur, de dingen of het verleden bestaan. Door een beroep te doen op de<br />
'terugkeer tot de ervaring', waarin het (zelfbetrokken) subject als het ware 'opgelost' is in de coëxistentie,<br />
wordt de ander door mij geleefd en ik door hem, nog voordat wij elkaar tot studieobject hebben gemaakt.<br />
Wij staan nu voor de volgende opgave: hoe kan ons inzicht in de betekenis van de tussenwereld toegepast<br />
worden op de pedagogische ontmoeting in multiculturele situaties? Op grond van wat in de voorgaande delen<br />
van deze studie naar voren gekomen is, kiezen wij in het laatste deel voor een fenomenologischhermeneutische<br />
beschrijving van de multiculturele werkelijkheid. Zo'n benadering reikt verder dan de<br />
verklaringen van het empirisch onderzoek of de oppervlakkigheden van de pseudo-fenomenologie. Met andere<br />
woorden: door het primaat te leggen bij het ongereflecteerde leven, waarbinnen zich met een excentrische<br />
beweging een reflectie voltrekt, kunnen wij voor onszelf als opvoeder of onderzoeker het wijsgerige 'probleem'<br />
van de ander stellen. Wij maken dan een noodzakelijke beweging van een epistomologie naar een ontologie,<br />
van een kenleer naar een zijnsleer. Door dit op een verdiept ontologisch niveau te beschouwen kan het<br />
bewustzijn ontstaan dat daar het 'probleem' van de ander niet bestaat. De ander kan pas geproblematiseerd<br />
worden, wanneer wij ons weer van onszelf bewust zijn. Op dat moment is de 'vreedzame coëxistentie' weer<br />
opgeheven, zoals Merleau-Ponty duidelijk maakte.<br />
Om aan te geven hoe zijn tussenwereldconcept als exponent van de 'existentiële methode' voor de<br />
pedagogiek kan functioneren, keren wij nog even terug naar Merleau-Ponty's beschouwingen over de<br />
auditieve waarneming in de 'Phénoménologie'. Hij vraagt zich af welke weg een geluidstrilling aflegt van een<br />
objectieve toon, via een geluidsgolf naar een subjectieve toon, om uiteindelijk als modulering van de existentie<br />
zelf te worden bestemd, die dan 'tot ervaring van een zekere aanpassing van heel mijn lichaam wordt' (PP,<br />
p.263). De functie van het bewegende lichaam wordt aangeduid als een vibratie die geluidstrillingen in mij