Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
NOTEN BIJ: DEEL I HOOFDSTUK 0<br />
1... Kwant karakteriseert het denken van Merleau-Ponty als een 'wijsbegeerte van de ontmoeting', zoals<br />
duidelijk wordt uit zijn op Merleau-Ponty gebaseerde studie dat dezelfde titel draagt (Kwant, 1961). Op<br />
grond van dit werk werd Merleau-Ponty min of meer in Nederland geïntroduceerd. Het inspireerde mij<br />
indertijd tot nadere verdieping van zijn denken.<br />
2... Merleau-Ponty, M., 'Résumés de cours, Collège de France 1952-1960', Paris 1968, p.25. Een<br />
overzicht van de titels van het werk van Merleau-Ponty (alsmede de gebruikte afkortingen) is opgenomen<br />
in de literatuurlijst.<br />
3... Vertaling van: 'Die Schule als Wege des Kindes, Versuch einer Anthropologie der Schule',<br />
Braunschweig 1963 (2e Auflage, 1e Auflage 1960).<br />
4... De bundel verscheen onder redactie van B.Levering en L.Vriens.<br />
... Langeveld overleed op 15 december 1989.<br />
6... Vertaald en ingeleid door Th. de Boer en van een nawoord voorzien door C. van Parreren. Het is een<br />
vertaling van: 'Phenomenology and the foundations of psychology', in: 'Nebraska symposium on<br />
motivation of psychology', vol.23-1975, Lincoln-London 1976.<br />
7... Ook elders vermeldt Beekman nadrukkelijk zijn afkomst: "De auteur (Beekman SK) weet zich een deel<br />
van een traditie, de zogenaamde Utrechtse School; voor de pedagogiek kan men zeggen: de school van<br />
Langeveld" (Beekman, 1984, p.19/20).<br />
8... In een boekbespreking laat Klinkers zien dat Bijl hier een belangrijk stuk grondslagenonderzoek<br />
verrichtte op een terrein 'waarvoor we in ons taalgebied eigenlijk alleen maar Langeveld's Capita ter<br />
beschikking hebben'. Zijn 'impliciete schrijfstijl' zou er de oorzaak van zijn dat de stem van Bijl nauwelijks<br />
werd gehoord (Klinkers, p.279).<br />
9... Beekman werkt dit onder andere uit in zijn afscheidsrede 'Onderzoeker met hart en ziel' op 12<br />
september 1986.<br />
10... Gebeurtenissen die overigens door de commotie rond de kindermoorden in België ruimschoots zijn<br />
overtroffen (96/97).<br />
11... Gebruikt werd de 6e druk (1964). In latere drukken spreekt Langeveld van 'hunzelf'.<br />
12... Naar aanleiding van het <strong>proefschrift</strong> van Vriens ontstond een polemiek met Van IJzendoorn over de<br />
navolgbaarheid van kwalitatief onderzoek. Van IJzendoorn stelt daarin: "In Nederland wordt nog altijd<br />
meer over kwalitatief onderzoek gepraat en geschreven dan dat het in praktijk wordt gebracht. Het is de<br />
verdienste van de Utrechtse belevingsonderzoekers vroegtijdig te hebben ingezien dat alleen aan de hand<br />
van daadwerkelijke pogingen tot kwalitatief onderzoek een zinvolle discussie erover mogelijk is" (Van<br />
IJzendoorn, 1989, p.97). De discussie die Van IJzendoorn wil voeren is echter geheel op de tegenstelling<br />
kwantitatief versus kwalitatief onderzoek gericht. Hij verwijt Vriens 'een verkapte kwantitatieve studie' te<br />
hebben geschreven (Van IJzendoorn, 1989, p.101/102). Zo signaleert hij dat Vriens zijn conclusies 'in<br />
ordinale termen' giet als hij aangeeft hoe vaak kinderen een grondlijn tekenden, of termen gebruikt als<br />
'vrijwel alle ouders', 'meer of fellere kleuren', 'sommige jongens' etc., zonder te vermelden wat 'meer',<br />
'minder', 'vaak', 'sommige' etc. betekenen. Vanuit deze optiek noemt Van IJzendoorn de opmerking 'dat<br />
ongeveer een kwart van de kinderen vanaf tien jaar met enige bezorgdheid de toekomst tegemoet ziet': 'één<br />
van de belangrijkste conclusies van Vriens': "Dit is een opvallend kwantitatieve conclusie uit een<br />
kwalitatief onderzoek" (Van IJzendoorn, 1989, p.102). Deze voorbeelden maken duidelijk hoe weinig Van<br />
IJzendoorn inhoudelijk geïnteresseerd is in het werk van Vriens. Toch opteert Van IJzendoorn 'onverkort<br />
voor een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve methoden': "(...) het inbouwen van kwantificerende<br />
elementen in een kwalitatief onderzoek hoeft geen afbreuk te doen aan de kwalitatieve aspecten" (Van<br />
IJzendoorn, 1989, p.104/105).<br />
In een reactie refereert Vriens aan deze wens tot integratie: "Van IJzendoorns bijdrage is uiteindelijk<br />
toch geschreven vanuit normeringen van een kwantitatieve methode, die haar tekortkomingen wel wil<br />
aanvullen met kwalitatieve gegevens. Dat is integratie op een wel erg eenzijdige grondslag, als je in zo'n