02.05.2013 Views

Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi

Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi

Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

met deze situatie geconfronteerd. Kon een moeilijk hanteerbare aanpassing aanvankelijk nog gereduceerd worden<br />

tot een taalprobleem (het kind is nog niet aanspreekbaar), hoe meer een tweede, en vaak al derde generatie<br />

allochtone kinderen de scholen bevolkt, hoe minder de mate van taalbeheersing als argument voor het<br />

aanpassingsprobleem kan dienen. Deze wijziging vereist van leerkrachten flexibiliteit, een bereidheid zich aan te<br />

passen aan de veranderende omstandigheden, en een serieuze benadering van de (inter)culturele ontmoeting.<br />

2. Aanpassen<br />

Het chiasme functioneert als kinderen erin slagen thuis- en schoolmilieu met elkaar te vervlechten. Vanuit een<br />

open en verwonderde houding kunnen zij met hulp van hun ouders beide werelden met elkaar verbinden. Daarmee<br />

ligt de weg naar een optimaal functionerende tussenwereld open. In het chiasme van de intersubjectieve<br />

ontmoeting gaan subjecten in elkaar over en passen zich aan elkaar aan: ik word de ander en de ander wordt mij.<br />

In een werkelijke dialoog is dat altijd het geval: doe ik moeite de ander te begrijpen, 'kruip' ik in hem, probeer ik<br />

bij hem 'binnen te dringen', 'bewoon' ik hem. Ik begrijp hem dan 'van binnenuit'. Het lichaam is dan verstrengeling<br />

van zien en bewegen, inherentie van mijzelf aan de wereld en van de wereld aan mijzelf.<br />

Een goed werkend chiasme doet een vlechtwerk ontstaan, een patroon waarin subjecten enerzijds met elkaar<br />

verweven zijn, maar anderzijds hun eigenheid behouden. Komt er geen evenredige opbouw tot stand, dan is het<br />

resultaat geen stevige vlecht. Het weefsel vertoont dan gaten, al moet het vlechtwerk ook niet te strak zitten. Een<br />

'dodelijke omarming' is even ernstig als een 'vastzittend scharnier'. De uitersten van de 'intentionele draden' -<br />

volmaaktheid en vernietiging - die het circuit rond maken, raken elkaar daar. Het is een pedagogische opgave<br />

kinderen te helpen op dat punt te balanceren en mogelijkheden te bieden tot een leven in twee werelden waaruit<br />

een nieuwe identiteit kan worden ontwikkeld. De belevingskern ligt niet in onszelf, maar ontstaat in de<br />

vervlechting met de ander, waar onze intentionele draden elkaar snijden. Opvoeders hebben daarom weinig aan<br />

ervaringsfeiten alleen. De vervlochtenheid van het chiasme brengt een tussenwereld aan het licht, die doet<br />

begrijpen dat onder de oppervlakte een belevingsdiepte verborgen is, waarmee de eendimensionaliteit uit de<br />

ontmoeting verdwijnt.<br />

Dit perspectief geeft het aanpassingsprobleem een andere inhoud. Om tot meer dimensies te geraken moeten<br />

de verouderde instellingen, die tot uiting komen in het willen bestendigen van bestaande en geijkte<br />

onderwijsopvattingen, worden verlaten. De beleving van kinderen komt aan het licht door er 'op de juiste afstand'<br />

naar te kijken. Daartoe moeten wij - in de beeldspraak van Merleau-Ponty - onze microscoop scherpstellen. Wij<br />

hebben een 'bril' nodig om ons zien aan te passen aan de veranderende omstandigheden en onze vooropgezette<br />

meningen 'bij te stellen'. Zodra er in de tussenruimte van lichaam en taal ook maar de geringste verstoringen<br />

optreden, zijn aanpassingen of hulpmiddelen nodig om een dragelijk leven te kunnen leiden. In vergelijkbare zin<br />

krijgt de aanpassingsproblematiek als schijnbaar onoplosbaar knelpunt binnen de interculturele ontmoeting een<br />

andere betekenis.<br />

Het chiasme maakt duidelijk dat wij ons niet kunnen blijven verschuilen achter argumenten als zou het anderszijn<br />

van de ander een wederzijdse ontmoeting in de weg staan. Mensen scheppen niet alleen duidelijkheid voor<br />

zichzelf, maar zijn zich tegelijkertijd in een chiastische beweging bewust van de duidelijkheid die anderen zich<br />

scheppen. Vanuit dat inzicht ontstaat respect voor de ander in de meest essentiële betekenis van het woord: 'respect',<br />

dat behalve een 'opnieuw kijken', een 'her-zien' van eerder ingenomen standpunten, een 'weer-spiegelen'<br />

van elkaar ontmoetende mensen inhoudt. Elkaar respecteren houdt dan in dat mensen elkaar in de ontmoeting als<br />

in een spiegel in hun waarde laten. Dit in elkaar overgaan geschiedt zonder iets van de ander af te nemen. De<br />

ander behoudt wat hem tot een 'zelf' maakt: zijn identiteit. In die zin wijst de problematiek rond het kennen van de<br />

ander niet op een menselijk tekort, maar kunnen wij daarmee als in een voortdurend 'geleefd' solipsisme blijven<br />

omgaan. Het gegeven dat men de ander nooit volledig zal begrijpen is inherent aan het menselijk bestaan: de ander<br />

is slechts ten dele kenbaar. Dit inzicht is niet ontstaan vanwege een tekortkoming van ons denken, maar dank zij<br />

een nieuwe opvatting van een intersubjectiviteit die mensen verstaanbaar voor elkaar doet zijn, als<br />

'tweelingbroers', als 'vlees van mijn vlees' met elkaar verbonden.<br />

Dit besef staat op gespannen voet met het discriminerend denken dat adequate opvoedingsmogelijkheden in<br />

een multiculturele samenleving beperkt. Een veranderde maatschappij verlangt een pedagogiek die op alle<br />

kinderen is gericht. De wederkerige beweging van het chiasme toont dat daarvoor een intersubjectieve,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!