Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
grondslagenstudie draagt weliswaar in sterke mate bij tot het zoeken naar oplossingen om de effectiviteit van de<br />
interculturele communicatie te verhogen, maar biedt te weinig systematische perspectieven om de hulpverlener (in<br />
ons geval: opvoeder, leerkracht) te helpen in te zien hoe, en vooral waarom, hij zijn 'culturele bril' af moet zetten,<br />
afgezien nog van het feit of dit al dan niet 'tijdelijk' moet gebeuren. Daartoe zouden de intercultureel<br />
communicatieve grondslagen, die Shadid biedt, ingebed moeten worden in een diepgaander wijsgerige reflectie op<br />
de mogelijkheden tot het kennen van de ander. Zo beschouwd vormt het fenomenologisch concept omtrent de<br />
tussenwereld in het tweede deel een zinvolle, fundamentele aanvulling op Shadids overwegingen met betrekking<br />
tot de interculturele communicatie.<br />
*2*Intercultureel onderwijs: leerstof of houding<br />
Wenden wij ons vervolgens tot het tweede aspect van interculturaliteit: onderwijs en opvoeding. Het is de<br />
dissertatie van Schreuder 'Algemene vorming in een multiculturele samenleving' (1995) die mogelijkheden biedt<br />
vanuit een intermondiaal perspectief nader op de meer onderwijskundige aspecten van interculturaliteit in te gaan.<br />
Schreuder heeft weliswaar een kritische houding tegenover de vaak krampachtige overheidsreacties op de door<br />
migratie veroorzaakte veranderingen in de maatschappij, maar lijkt terug te schrikken voor de gevolgen van haar<br />
kritiek. Zij komt uiteindelijk met voorstellen die de problematiek niet echt oplossen.<br />
Schreuder bekritiseert de visie die de WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) heeft op de<br />
gevolgen van multiculturaliteit voor de samenleving fel. Van basisvorming, die uitgaat van een 'gedeelde cultuur',<br />
zou bij de WRR niets te merken zijn: "Hier doet zich de inconsequentie voor dat in de beschrijving van de inhoud<br />
van basisvorming de WRR lijkt af te stevenen op een mono-culturele samenleving, terwijl in de doelstellingen van<br />
basisvorming wordt gesproken van de pluriforme samenleving" (Schreuder, p.51). Met termen als 'onduidelijk' of<br />
'verbazend' geeft Schreuder te kennen dat zij zich in hoge mate verwondert over het feit dat in de gekozen<br />
onderwijsinhouden weinig terug te vinden is van toenemende multiculturaliteit. Bovendien speelt de WRR naar<br />
haar mening niet in op het idee van 'intercultureel onderwijs', terwijl de etnisch-culturele pluriformiteit van de<br />
samenleving in het onderwijs voor alle leerlingen juist op dat punt zichtbaar zou kunnen worden gemaakt:<br />
"Echter, de cultuuroverdragende functie van het onderwijs wordt door de WRR versmald wanneer de aandacht<br />
expliciet gericht wordt op de etnische en culturele minderheden" (Schreuder, p.51).<br />
Intermondiaal gezien is het de vraag is of dit zo 'onduidelijk' of 'verbazend' is als Schreuder schetst. Immers,<br />
waar nog nauwelijks in wijsgerig-antrologische zin over deze problematiek nagedacht is, zullen moeilijk<br />
hanteerbare fenomenen als een 'gedeelde cultuur' of het omgaan met 'pluriformiteit' als maatschappelijk gegeven,<br />
in nevelen gehuld blijven. Eigenlijk geeft Schreuder dat zelf aan als zij de overvloed aan literatuur over deze<br />
onderwerpen signaleert: "Veelal gaat het hierbij om empirisch onderzoek met een beperkte vraagstelling en een<br />
direct praktisch belang, waarbij theorievorming en reflectie op theoretische problemen niet of nauwelijks aan de<br />
orde komen" (Schreuder, p.52).<br />
Met betrekking tot het 'intercultureel onderwijs' - door haar het 'stiefkindje' van het onderwijsbeleid genoemd -<br />
noteert Schreuder eenzelfde 'onduidelijkheid' (Schreuder, p.58). De oorzaak daarvan zou enerzijds liggen in 'het<br />
feit dat het ontbrak aan duidelijke richtlijnen', terwijl er anderzijds 'onvoldoende draagkracht binnen het onderwijs<br />
zelf' bestond (Schreuder, p.60). Deze constatering is ongetwijfeld waar, maar gaat verder dan Schreuder aangeeft.<br />
Zolang het begrip 'interculturaliteit' niet voldoende gedefinieerd is met het oog op de pedagogische consequenties,<br />
blijft het gebruik ervan in de onderwijs- en opvoedingspraktijk een probleem. Op basis van de<br />
interpretatiemogelijkheden 'kennis' of 'houding' maakt Schreuder een duidelijke keuze voor het kennisaspect door<br />
interculturaliteit als leervak te beschouwen. Dat blijkt bijvoorbeeld als zij aangeeft dat elke basisschool sinds<br />
1985 wettelijk verplicht is 'om ICO te geven', en zij kritiek uit op het feit dat er geen inhoudelijke richtlijnen<br />
gegeven zijn en niets vastgelegd is 'over de wijze waarop dit gegeven moet worden, hoe intensief en hoe vaak het<br />
gegeven moet worden' (Schreuder, p.58). In de visie van Schreuder is 'intercultureel onderwijs' een vak dat je<br />
'geeft', zoals andere vakken worden 'gegeven'.<br />
Dit komt vooral aan het licht wanneer zij enkele opvattingen van 'intercultureel onderwijs' naast elkaar zet.<br />
Tot 1985 zou het in het teken gestaan hebben van 'wederzijds kennismaken en het respecteren en waarderen van<br />
elkaars cultuur en achtergrond', uitgaande van de 'gelijkwaardigheid van alle culturen', terwijl na 1985 het 'leren