Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Volledig proefschrift (997 kB) - Les 4 vents - Siep Kooi
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
andere woorden: "Dit betekende concreet dat de vader gevraagd werd zijn dochter met de gemengde sportlessen<br />
mee te laten doen" (Hoffman en Arts, p.134).<br />
Dit voorbeeld maakt duidelijk hoe erkenning en respect tonen de verschillen in stand kunnen houden.<br />
Bovendien blijkt geen openheid naar het zoeken van mogelijke overeenkomsten. De vader wordt met een kluitje in<br />
het riet gestuurd, terwijl de leerkracht (de school) onveranderd de ingeslagen weg kan volgen. Hetzelfde doet zich<br />
voor als de schrijvers hulpverleners aanraden niet op een 'waarheidsgevecht' aan te sturen. Dit kan voorkomen<br />
worden door de ander het gevoel te geven dat hij erkend wordt: "Iemand erkennen kunnen we doen door stil te<br />
staan bij de achtergrond, vanwaaruit hij praat. Dit geeft hem het gevoel dat hij belangrijk is als persoon met een<br />
mening" (Hoffman en Arts, p.136).<br />
Intermondiaal beschouwd is hier geen sprake van een gelijkwaardige relatie waarin de twee partijen evenveel<br />
recht van (intercultureel) spreken hebben. Met enige voorzichtigheid kan zelfs gesteld worden dat de mogelijkheid<br />
van manipulatie dreigt. Bovendien zeggen deze voorbeelden weinig over het feit of ik de ander werkelijk<br />
belangrijk vind. Iemand het gevoel geven dat hij belangrijk is, wil geenszins zeggen dat de ander het gevoel hééft<br />
dat hij voor de ander belangrijk is. Niet ík hoef de ander het gevoel te geven dat hij belangrijk is; de ander ís<br />
belangrijk, zowel voor zichzelf als voor mij, en omgekeerd. Pas dan is er van een chiasme sprake.<br />
Zou de leerkracht werkelijk respect hebben voor de mening van de ander, dan had hij het gymnastiek-incident<br />
in een breder kader moeten plaatsen: de weigering van de vader op dit ene punt is een uitvloeisel van een scala aan<br />
cultureel bepaalde normen die diep ingrijpen in allochtone gezinnen. Door via simpele gesprekstechnieken te<br />
proberen afspraken te forceren in een geconstrueerde tussenwereld wordt de ander niet voldoende gekend en<br />
gewaardeerd. Ook hier is de stelregel van kracht: zodra er één allochtone leerling de school binnenkomt, verandert<br />
de schoolse situatie op slag. Dat houdt een onderwijs- en opvoedingsbeleid in dat geënt is op een intermondiaal<br />
ontmoetingsconcept. Soms zal dat betekenen dat er voorlopig dispensatie wordt verleend voor het volgen van de<br />
gemengde sportlessen, in andere gevallen zal aangepaste kleding een oplossing zijn. Wat centraal moet staan is de<br />
wederzijdse bereidheid tot toenadering. Het benadrukken van de uiterlijke problemen als sportlessen, zwemmen,<br />
werkweken of het dragen van hoofddoekjes zijn niet anders dan symptomen die de meningen verharden.<br />
Van dezelfde aard zijn de richtlijnen die gegeven worden om te bereiken dat de ander zich erkend voelt<br />
(bijvoorbeeld bij het gesprek met de vader van wie de dochter is weggelopen): eerst moet de hulpverlener zich<br />
inleven in het referentiekader van de vader; vervolgens de eigen kijk invoegen in de kijk van de ander (door te<br />
zeggen: 'ik zou me ook zorgen maken, of ik zou ook boos zijn') en tenslotte: "Door zich allereerst in te leven en<br />
vervolgens, wanneer de ander zich erkend voelt, de eigen kijk die verschillend is van de ander in te voegen"<br />
(Hoffman en Arts, p.190). De hulpverlener zegt dan: 'ik begrijp dat u een goede vader wilt zijn', maar: "Tegelijk<br />
vind ik dat u erg streng bent voor uw dochter en haar weinig toestaat" (Hoffman en Arts, p.190). Het commentaar<br />
luidt: "Indirect invoegen is op erkennende wijze zodanig vragen stellen dat de ander zelf tot andere inzichten, tot<br />
een andere kijk komt" (Hoffman en Arts, p.190). De ander wordt in de waan gelaten dat hij erkend wordt: "Hij<br />
moet eerst het gevoel hebben dat zijn ordening, zijn kijk bestaansrecht heeft" (Hoffman en Arts, p.190).<br />
Ook hier is geen sprake van een positieve tussenruimte: er is slechts eenrichtingsverkeer. Door ervan uit te<br />
gaan dat de ander het gevoel moet krijgen dat hij (zijn ordening, zijn kijk) bestaansrecht heeft, wordt ontkend dat<br />
de ander dat krachtens zijn individualiteit al heeft, en als zodanig zijn anders-zijn als volwaardige gesprekspartner<br />
inbrengt. Voor de betreffende vader betekent het 'een goede vader willen zijn' heel wat anders dan voor de<br />
hulpverlener. Zijn terechtwijzing is aanmatigend en gaat voorbij aan de achterliggende cultureel bepaalde visies<br />
op opvoeden. Pas als die boven tafel komen heeft de hulpverlener recht van spreken. Daarvoor is meer nodig dan<br />
een gesprek alleen.<br />
Het laatste instrument van Hoffman en Arts (de I van TOPOI) behelst de begrippen 'inzet' en 'invloed'. Met<br />
'inzet' bedoelen zij de inspanningen en bedoelingen van mensen in hun betrokkenheid naar anderen. 'Invloed' is het<br />
effect van deze inzet op de ander. De auteurs geven het voorbeeld van de docent die voor de zoveelste keer naar de<br />
juiste uitspraak van de (moeilijk te onthouden) naam van een allochtone student vraagt. De student raakt<br />
geïrriteerd. Het commentaar van de schrijvers luidt: "De student ziet niet (...) de goede bedoelingen en de inzet,<br />
maar alleen het gedrag van de docent" (Hoffman en Arts, p.182). Uiteraard ziet de student de 'goede bedoelingen<br />
en de inzet' van de docent niet, want het is maar zeer de vraag of die er zijn. Intermondiaal beschouwd gaat het<br />
hier niet om 'inzet', maar om 'houding', 'attitude'. De docent wil zich misschien wel inspannen om de naam van de