03.09.2013 Views

De verborgen gevaren van vaccinaties - WantToKnow.nl

De verborgen gevaren van vaccinaties - WantToKnow.nl

De verborgen gevaren van vaccinaties - WantToKnow.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

eacties in levende cellen een rol speelt. <strong>De</strong> stof werkt alleen op het ATP-ase in de<br />

mycobateriën, in andere organismen is dat type enzym ongevoelig […]<br />

Met een zo kleine kans op een voordelige functiemutatie per soort – één op de drieduizend -<br />

en het feit dat overeenkomstige functies per soort ook nog verschillend werken - lijkt het erg<br />

onaannemelijk dat de hele evolutie is gebaseerd op dit soort toevallige mutaties, zeker als we<br />

ons realiseren hoeveel genen de huidige mens met al zijn celspecialisaties bezit. Er zijn<br />

momenteel meer dan tweehonderd verschillende menselijke celspecialisaties bekend. Maar<br />

dat is nog niet alles. <strong>De</strong> mens heeft afgerond 30.000 genen maal gemiddeld 2.400 basenparen<br />

en dat is totaal plusminus 72 miljoen basenparen. Hoeveel genen een tuberkelbacil heeft is mij<br />

niet bekend, maar een tuberkel bacil heeft veel minder genen - en dus ook veel minder<br />

basenparen - dan de mens. Naarmate het aantal genen (en dus basenparen) in een organisme<br />

groter wordt, wordt de kans op een toevallige voordelige mutatie <strong>van</strong> precies dat ene gen<br />

steeds kleiner. <strong>De</strong> kans op een voordelige mutatie <strong>van</strong> een bepaalde functie is dus omgekeerd<br />

evenredig met het aantal genen (basenparen). Naarmate zich uit de eerste eencelligen een<br />

steeds complexer organisme ontwikkelde, werd de kans op voordelige evolutionaire mutaties<br />

dus steeds kleiner – en de kans op waardeloze mutaties steeds groter.<br />

We kunnen het ook nog anders in beeld brengen. DNA bestaat uit nucleotiden, die als<br />

tripletten (combinatie <strong>van</strong> drie letters) coderen voor een aminozuur. Er zijn 20 aminozuren die<br />

in allerlei onderlinge combinaties talloze verschillende eiwitten maken. Een eiwit bestaat uit<br />

veel verschillende aminozuren, naar schatting uiteen lopend <strong>van</strong> honderd tot zelfs duizenden.<br />

<strong>De</strong> volgorde <strong>van</strong> de aminozuren bepaalt het uiteindelijke eiwit. Dat betekent dat er zeer veel<br />

mogelijkheden bestaan voor een speciaal eiwitrecept. Dat wordt een getal met misschien wel<br />

een paar honderd nullen. <strong>De</strong> kans dat een spontane mutatie <strong>van</strong> één of meer nucleotiden of<br />

zelfs enkele tripletten daarbij ook nog leidt tot een nieuw functioneel eiwit dat niet een<br />

degeneratie, maar een verbetering <strong>van</strong> de soort betekent, is daarom verwaarloosbaar klein.<br />

Volgens mij is de mogelijkheid dat de weg <strong>van</strong> eencellige naar complexe mens enkel en<br />

alleen maar is gepavleid met een zeer lange reeks <strong>van</strong> deze uiterst zeldzame en steeds<br />

zeldzamer wordende soort mutaties gewoonweg oneindig klein. Er moet dus beslist meer aan<br />

de hand zijn dan een zeer lange serie <strong>van</strong> uiterst zeldzame toevallige mutaties.<br />

Interessant is in dit verband ook een beschrijving <strong>van</strong> de werking <strong>van</strong> DNA, zoals te lezen in<br />

het boek Evolutiepatronen, door Roger Lewin, 1998, uitgegeven door de Wetenschappelijke<br />

Bibliotheek <strong>van</strong> Natuur & Techniek.<br />

[...] Eiwitten zijn producten <strong>van</strong> genen en zeggen dus iets over de genetische informatie,<br />

hoewel niet zo gedetailleerd als een complete sequentieanalyse. <strong>De</strong> bouwstenen <strong>van</strong> DNA zijn<br />

chemische eenheden, zogenaamde nucleotidebasen, waar<strong>van</strong> vier vormen bestaan: adenine,<br />

guanine, cytosine en thymine (afgekort tot A,G,C en T); aaneengeregen als kralen aan een<br />

ketting vormen de nucleotidebasen de DNA-sequentie <strong>van</strong> genen.<br />

Ook eiwitten hebben de vorm <strong>van</strong> een kralensnoer en daarbij worden de kralen gevormd door<br />

20 verschillende aminozuren. <strong>De</strong> DNA-volgorde <strong>van</strong> een gen bepaalt rechtstreeks de<br />

aminozuurvolgorde <strong>van</strong> het eiwit dat het gen produceert; een triplet <strong>van</strong> nucleotiden - een<br />

codon- in een bepaalde volgorde fungeert als een code voor één <strong>van</strong> de 20 aminozuren.<br />

<strong>De</strong> DNA-sequentie <strong>van</strong> een gen bevat dus op zijn minst drie keer zoveel informatie als de<br />

aminozuurvolgorde <strong>van</strong> een eiwit. (In werkelijkheid is dat nog meer, omdat bepaalde posities<br />

in het triplet het type nucleotide kunnen veranderen zonder dat dit effect heeft voor het<br />

aminozuur dat erdoor gecodeerd wordt.) Verschillen in de eigenschappen <strong>van</strong> eiwitten<br />

weerspiegelen dus verschillen in de genen <strong>van</strong> de individuen <strong>van</strong> wie ze afkomstig zijn.<br />

Zulke verschillen zijn een gevolg <strong>van</strong> de geschiedenis, veroorzaakt door mutaties die zich<br />

voortdurend voordoen in afzonderlijke ontwikkelingslijnen.<br />

190

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!