10.07.2015 Views

,!7IJ2I9-ecbaad! - Edr-eures.info

,!7IJ2I9-ecbaad! - Edr-eures.info

,!7IJ2I9-ecbaad! - Edr-eures.info

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Er zal een gewaarborgd minimumniveau in devorm van een gegarandeerd pensioen wordenvastgesteld voor personen die geen pensioensopbouwendeinkomsten hebben gehad of op grondvan hun inkomsten slechts recht hebben op eenlaag pensioen.Voortaan kan het inkomenspensioen pas na deleeftijd van 61 jaar worden uitgekeerd, maar hoelater het pensioen wordt uitgekeerd, hoe hoger hetbedrag zal zijn. Dit komt niet alleen doordat hetpensioen in dergelijke gevallen kan wordengebaseerd op meer pensioensopbouwende inkomsten,maar ook doordat ervan wordt uitgegaan dathet pensioen bij een latere uitkering gedurendeminder jaren uitgekeerd hoeft te worden.Het gegarandeerd pensioen kan pas vanaf deleeftijd van 65 jaar worden uitgekeerd.In januari 2001 worden de eerste inkomenspensioenenvolgens het nieuwe stelsel uitgekeerd.De verworven pensioenrechten en de uitbetaaldepensioenrechten zullen op andere wijze wordengewaarborgd dan in het nieuwe stelsel, onderandere met het oog op de loonontwikkeling.D. GEDEELTELIJK PENSIOENAls werkende in de leeftijd van 61 tot en met 64jaar kunt u onder bepaalde voorwaarden eengedeeltelijk pensioen krijgen als u minder gaatwerken.Het gedeeltelijk pensioen komt overeen met 55 %van het verschil tussen de inkomsten voor en nade vermindering van de arbeidsduur.Het gedeeltelijk pensioen zal bij de invoering vanhet nieuwe pensioenstelsel geleidelijk wordenafgeschaft. Na 2000 zullen geen gedeeltelijkepensioenen meer worden uitgekeerd.6. NabestaandenpensioenHet nabestaandenpensioen kan worden uitgekeerdals:— wezenpensioen;— aanpassingspensioen;— bijzonder nabestaandenpensioen;— weduwepensioen op grond van vroegerebepalingen.In Zweden woonachtige nabestaanden hebbenrecht op een nabestaandenpensioen in de vormvan een staatspensioen op voorwaarde dat deoverledene ten minste drie jaar in Zweden woonachtiggeweest is of ten minste drie jaar pensioensopbouwendeinkomsten voor het ATP heeftgehad (zie deel 5).Nabestaandenpensioen in de vorm van eenaanvullend pensioen (ATP) kan worden toegekendals de overledene ten minste drie jaar pensioensopbouwendeinkomsten heeft gehad.Vanaf 1 januari 2003 worden de voorschrifteninzake nabestaandenpensioenen aan de hervormingenvan het ouderdomspensioenstelsel aangepast.Het hervormde stelsel zal uit een inkomensafhankelijkdeel en een gewaarborgd pensioendeelbestaan.A. WEZENPENSIOENKinderen onder de 18 hebben recht op eenwezenpensioen bij overlijden van een of beideouders.Kinderen tussen de 18 en 20 jaar die nogmiddelbaar of hoger middelbaar onderwijs volgen,kunnen in aanmerking komen voor eenverlenging van het wezenpensioen. Bedrag van het wezenpensioenEen wezenpensioen in de vorm van een staatspensioenwordt uitgekeerd als een dan wel beideouders overleden zijn.Als de overleden ouder geen volledig pensioenopgebouwd had, wordt het wezenpensioen verhoudingsgewijsverminderd op basis van hetaantal jaar dat de overledene tekort kwam vooreen volledig pensioen. Het wezenpensioen bedraagtminstens 764 SEK per maand.De voorwaarden om voor een wezenpensioen inde vorm van een aanvullend pensioen (ATP) inaanmerking te komen, zijn dat de overleden ouderrecht had of zou hebben gekregen op eenaanvullend pensioen. Het aanvullend wezenpensioenbedraagt 30 % van het pensioen van deoverleden ouder. Zijn er meer pensioengerechtigdekinderen, dan wordt het bedrag met 20 %per kind verhoogd. Het totale bedrag wordtgelijkelijk onder de kinderen verdeeld.Een nabestaandenpensioen met een aanvullendpensioen kan in totaal nooit meer bedragen danhet eigen pensioen van de overledene.In het nieuwe stelsel bedraagt het wezenpensioenvan kinderen jonger dan 12 jaar 35 % van denabestaandenpensioenbasis van de overledene.Kinderen tussen 12 en 18 jaar ontvangen alswezenpensioen 30 % van de basis.B. AANPASSINGSPENSIOENEen nabestaande komt uitsluitend in aanmerkingvoor een aanpassingspensioen uit de staats- ofaanvullendpensioenkas als hij of zij niet ouder isdan 65 jaar, op het moment van overlijdenlangdurig samenwoonde met de overledene en:— op het moment van overlijden langdurig heeftsamengewoond met kinderen tot 12 jaar dieonder de zorg van een van beide oudersvallen; of176 ZWEDEN

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!