29.01.2013 Views

Juridische haken en ogen aan arbeidscontracten voor bepaalde tijd

Juridische haken en ogen aan arbeidscontracten voor bepaalde tijd

Juridische haken en ogen aan arbeidscontracten voor bepaalde tijd

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

matigingsbevoegdheid strekt zich naar de letter niet uit tot gevall<strong>en</strong> die op één lijn zijn te<br />

stell<strong>en</strong> met het geval van e<strong>en</strong> vernietigbare opzegging. Tijd<strong>en</strong>s de behandeling van<br />

wets<strong>voor</strong>stel 25 263 in de Eerste Kamer is deze kwestie <strong>aan</strong> de orde gekom<strong>en</strong>. De<br />

to<strong>en</strong>malige bewindslied<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> medegedeeld dat in dergelijke gevall<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong><br />

beroep kan word<strong>en</strong> ged<strong>aan</strong> op de redelijkheid <strong>en</strong> billijkheid als bedoeld in artikel 6:248<br />

BW. [noot:37] Er is hierover des<strong>tijd</strong>s het volg<strong>en</strong>de opgemerkt:<br />

‘‘Ontwerp-artikel 680a <strong>en</strong> toepassing van de matigingsbevoegdheid <strong>voor</strong> ‘op e<strong>en</strong> lijn te<br />

stell<strong>en</strong> gevall<strong>en</strong>’. Verhulp me<strong>en</strong>t dat de <strong>voor</strong>gestelde beperking van de<br />

matigingsbevoegdheid van de rechter – in teg<strong>en</strong>stelling tot de geld<strong>en</strong>de jurisprud<strong>en</strong>tie<br />

van de Hoge Raad – zich niet langer uitstrekt tot andere gevall<strong>en</strong> dan loonvordering<strong>en</strong><br />

die zijn gebaseerd op e<strong>en</strong> nietige beëindiging van de arbeidsovere<strong>en</strong>komst. (...) In de<br />

memorie van antwoord bij bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemd wets<strong>voor</strong>stel (Kamerstukk<strong>en</strong> II, 1990–’91, 21<br />

479, nr. 6, blz. 11) wordt opgemerkt dat de nieuwe bepaling toepassing kan vind<strong>en</strong><br />

zowel wanneer de in (...) geregelde nietighed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingeroep<strong>en</strong> als ook wanneer bij<br />

e<strong>en</strong> ontslag op st<strong>aan</strong>de voet weg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong> de nietigheid van het ontslag<br />

(...) wordt ingeroep<strong>en</strong>. In andere gevall<strong>en</strong> kan ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong> beroep word<strong>en</strong> ged<strong>aan</strong> op<br />

artikel 248 lid 2 Boek 6 BW. Volg<strong>en</strong>s dit artikel is e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong> als gevolg van de<br />

overe<strong>en</strong>komst geld<strong>en</strong>de regel niet van toepassing <strong>voor</strong> zover dit in de gegev<strong>en</strong><br />

omstandighed<strong>en</strong> naar maatstav<strong>en</strong> van redelijkheid <strong>en</strong> billijkheid on<strong>aan</strong>vaardbaar zou<br />

zijn.’’<br />

2.21. In de jurisprud<strong>en</strong>tie met betrekking tot artikel 7:680a BW wordt hierbij<br />

<strong>aan</strong>geslot<strong>en</strong>. Ik wijs bij<strong>voor</strong>beeld op Hoge Raad 26 maart 2004, JAR 2004, 111<br />

rechtsoverweging 3.3.:<br />

‘‘(...)Ingevolge art. 7:680a BW is de rechter slechts bevoegd om e<strong>en</strong> vordering tot<br />

doorbetaling van loon die gegrond is op de vernietigbaarheid van de opzegging van de<br />

arbeidsovere<strong>en</strong>komst te matig<strong>en</strong>, (...)’’ (cursivering toevoeging van LT)<br />

In e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>ter arrest van de Hoge Raad van 23 september 2005, JOL 2005, 511 wordt<br />

artikel 7:680a BW van overe<strong>en</strong>komstige toepassing verklaard. Rechtsoverweging 3.5 van<br />

dat arrest luidt:<br />

‘‘Indi<strong>en</strong> het hof heeft geoordeeld dat het beroep op matiging van de loonvordering<br />

(...)reeds afstuitte op het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> wettelijke grondslag <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> dergelijke<br />

matiging, dan had het zijn beslissing op dit punt moet<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong>. Hierbij verdi<strong>en</strong>t<br />

opmerking dat in e<strong>en</strong> geval als het onderhavige art. 7:680a BW zich le<strong>en</strong>t <strong>voor</strong><br />

overe<strong>en</strong>komstige toepassing. Blijk<strong>en</strong>s de in cassatie niet bestred<strong>en</strong> vaststelling<strong>en</strong> van het<br />

hof is immers <strong>voor</strong> de in dit geding tot twistpunt geword<strong>en</strong> overgang van onderneming<br />

van [B] naar [eiser] door [B] <strong>aan</strong> [verweerder] ontslag <strong>aan</strong>gezegd <strong>en</strong> <strong>aan</strong> de Regionaal<br />

Directeur <strong>voor</strong> de Arbeids<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing toestemming gevraagd <strong>voor</strong> de beëindiging van het<br />

di<strong>en</strong>stverband, maar kon de na die overgang verle<strong>en</strong>de toestemming naar het oordeel<br />

van de rechter ge<strong>en</strong> gevolg meer hebb<strong>en</strong> doordat [verweerder] inmiddels van<br />

rechtswege in di<strong>en</strong>st was bij [eiser].’’<br />

De gedane opzegging van de arbeidsovere<strong>en</strong>komst door [B] kon in het geval van het<br />

geciteerde arrest ge<strong>en</strong> gevolg hebb<strong>en</strong>. Immers, <strong>voor</strong>dat [B] de vereiste toestemming had<br />

verkreg<strong>en</strong> is [verweerder] (t<strong>en</strong> gevolge van de overgang van de onderneming) van<br />

rechtswege in di<strong>en</strong>st betred<strong>en</strong> bij [eiser]. Er was in dat geval sprake van e<strong>en</strong> opzegging<br />

van de arbeidsovere<strong>en</strong>komst welke niet rechtsgeldig heeft plaatsgevond<strong>en</strong>. Er is dan<br />

<strong>aan</strong>leiding om art. 7:680a BW toe te pass<strong>en</strong>.<br />

2.22. In de onderhavige zaak is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> vernietigbare opzegging. Het gaat<br />

hier om de vraag of de betrokk<strong>en</strong> arbeidsovere<strong>en</strong>komst al dan niet van rechtswege is<br />

geeindigd. Van belang is dat de wetgever de <strong>aan</strong>beveling van de werkgroep Ontslagrecht<br />

van de Ver<strong>en</strong>iging <strong>voor</strong> Arbeidsrecht, om de matigingsbevoegdheid ook toe te lat<strong>en</strong> bij<br />

e<strong>en</strong> geschil over de vraag of de arbeidsovere<strong>en</strong>komst van rechtswege is geëindigd (door<br />

in de wettekst tuss<strong>en</strong> te voeg<strong>en</strong> ‘‘of het niet van rechtswege of anderszins niet<br />

rechtsgeldig beëindigd zijn’’), [noot:38] niet heeft gevolgd. De minister reageerde<br />

des<strong>tijd</strong>s als volgt op de <strong>aan</strong>beveling: ‘‘Ik betwijfel zeer of e<strong>en</strong> dergelijke regeling nodig is<br />

OSR <strong>Juridische</strong> Opleiding<strong>en</strong> 119

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!