29.01.2013 Views

Juridische haken en ogen aan arbeidscontracten voor bepaalde tijd

Juridische haken en ogen aan arbeidscontracten voor bepaalde tijd

Juridische haken en ogen aan arbeidscontracten voor bepaalde tijd

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>voor</strong>zover de interne rechtsorde van de betrokk<strong>en</strong> lidstaat <strong>voor</strong> de betrokk<strong>en</strong> sector niet<br />

<strong>voor</strong>ziet in e<strong>en</strong> andere effectieve maatregel ter <strong>voor</strong>koming, <strong>en</strong> in <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>d geval ter<br />

bestraffing, van het misbruik van ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>bepaalde</strong> <strong>tijd</strong>, in<br />

de weg staat <strong>aan</strong> de toepassing van e<strong>en</strong> nationale wettelijke regeling die alle<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de<br />

op<strong>en</strong>bare sector geldt <strong>en</strong> <strong>voor</strong>ziet in e<strong>en</strong> absoluut verbod van omzetting in e<strong>en</strong><br />

arbeidsovere<strong>en</strong>komst <strong>voor</strong> on<strong>bepaalde</strong> <strong>tijd</strong> van ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

<strong>bepaalde</strong> <strong>tijd</strong>, die in werkelijkheid ‘‘perman<strong>en</strong>te <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>de behoeft<strong>en</strong>’’ van de<br />

werkgever dekt<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geacht e<strong>en</strong> misbruik op te lever<strong>en</strong>.<br />

Eerste vraag<br />

106. Gelet op de antwoord<strong>en</strong> op de laatste drie vrag<strong>en</strong> van de verwijz<strong>en</strong>de rechter,<br />

waaruit blijkt dat het mogelijk is dat die rechter, in omstandighed<strong>en</strong> als die van het<br />

hoofdgeding, e<strong>en</strong> <strong>aan</strong>tal bepaling<strong>en</strong> van de relevante nationale wettelijke regeling zal<br />

di<strong>en</strong><strong>en</strong> te toets<strong>en</strong> <strong>aan</strong> het <strong>bepaalde</strong> in richtlijn 1999/70 <strong>en</strong> de raamovere<strong>en</strong>komst, moet<br />

ook op de eerste vraag word<strong>en</strong> geantwoord.<br />

107. Zoals uit de motivering van de verwijzingsbeschikking blijkt, betreft deze vraag in<br />

wez<strong>en</strong> de vaststelling van het <strong>tijd</strong>stip vanaf wanneer de nationale rechterlijke instanties<br />

het interne recht richtlijnconform moet<strong>en</strong> uitlegg<strong>en</strong>, wanneer de richtlijn te laat in de<br />

interne rechtsorde van de betrokk<strong>en</strong> lidstaat is omgezet <strong>en</strong> de relevante bepaling<strong>en</strong><br />

ervan ge<strong>en</strong> rechtstreekse werking hebb<strong>en</strong>. De verwijz<strong>en</strong>de rechter w<strong>en</strong>st in dat verband<br />

meer in het bijzonder te vernem<strong>en</strong>, of is uit te g<strong>aan</strong> van de datum van publicatie van de<br />

betrokk<strong>en</strong> richtlijn in het Publicatieblad van de Europese Geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, die<br />

overe<strong>en</strong>stemt met de datum van de inwerkingtreding ervan t<strong>en</strong> <strong>aan</strong>zi<strong>en</strong> van de lidstat<strong>en</strong><br />

tot wie zij is gericht, van de datum van het verstrijk<strong>en</strong> van de omzettingstermijn <strong>voor</strong> de<br />

richtlijn, dan wel van de datum van de inwerkingtreding van de nationale<br />

uitvoeringsbepaling<strong>en</strong> van de richtlijn.<br />

108. Er zij <strong>aan</strong> herinnerd dat de nationale rechter bij de toepassing van het nationale<br />

recht, dit zoveel mogelijk moet uitlegg<strong>en</strong> in het licht van de bewoording<strong>en</strong> <strong>en</strong> het doel<br />

van de betrokk<strong>en</strong> richtlijn, t<strong>en</strong>einde het daarmee beoogde resultaat te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> aldus<br />

<strong>aan</strong> artikel 249, derde alinea, EG te voldo<strong>en</strong> (zie met name, arrest van 5 oktober 2004,<br />

Pfeiffer e.a., C-397/01-C-403/01, Jurispr. blz. I-8835, punt 113, <strong>en</strong> de aldaar<br />

<strong>aan</strong>gehaalde rechtspraak). Deze verplichting tot richtlijnconforme uitlegging slaat op alle<br />

bepaling<strong>en</strong> van nationaal recht, ongeacht of deze dater<strong>en</strong> van eerdere of latere datum<br />

dan de betrokk<strong>en</strong> richtlijn (zie met name arrest<strong>en</strong> van 13 november 1990, Marleasing, C-<br />

106/89, Jurispr. blz. I-4135, punt 8, <strong>en</strong> Pfeiffer e.a., reeds <strong>aan</strong>gehaald, punt 115).<br />

109. Het vereiste van e<strong>en</strong> richtlijnconforme uitlegging van het nationale recht is namelijk<br />

inher<strong>en</strong>t <strong>aan</strong> het systeem van het Verdrag, <strong>aan</strong>gezi<strong>en</strong> het de nationale rechter in staat<br />

stelt binn<strong>en</strong> het kader van zijn bevoegdhed<strong>en</strong> de volle werking van het<br />

geme<strong>en</strong>schapsrecht te verzeker<strong>en</strong> bij de beslechting van het bij hem <strong>aan</strong>hangige geding<br />

(zie met name arrest Pfeiffer e.a., reeds <strong>aan</strong>gehaald, punt 114).<br />

110. Het is juist dat de verplichting van de nationale rechter om bij de uitlegging <strong>en</strong><br />

toepassing van de relevante bepaling<strong>en</strong> van zijn nationale recht te referer<strong>en</strong> <strong>aan</strong> de<br />

inhoud van e<strong>en</strong> richtlijn, wordt begr<strong>en</strong>sd door de algem<strong>en</strong>e rechtsbeginsel<strong>en</strong>, met name<br />

het rechtszekerheidsbeginsel <strong>en</strong> het verbod van terugwerk<strong>en</strong>de kracht, <strong>en</strong> niet kan<br />

di<strong>en</strong><strong>en</strong> niet als grondslag <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> uitlegging contra legem van het nationale recht (zie in<br />

overe<strong>en</strong>komstige zin arrest van 16 juni 2005, Pupino, C-105/03, Jurispr. blz. I-5285,<br />

punt<strong>en</strong> 44 <strong>en</strong> 47).<br />

111. Het beginsel van richtlijnconforme uitlegging vereist niettemin dat de nationale<br />

rechter binn<strong>en</strong> zijn bevoegdhed<strong>en</strong> al het mogelijke doet om, het gehele nationale recht in<br />

beschouwing nem<strong>en</strong>d <strong>en</strong> onder toepassing van de daarin erk<strong>en</strong>de uitleggingsmethod<strong>en</strong>,<br />

de volle werking van de betrokk<strong>en</strong> richtlijn te verzeker<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> oplossing te kom<strong>en</strong><br />

die in overe<strong>en</strong>stemming is met de daarmee nagestreefde doelstelling (zie arrest Pfeiffer<br />

e.a., reeds <strong>aan</strong>gehaald, punt<strong>en</strong> 115, 116, 118 <strong>en</strong> 119).<br />

OSR <strong>Juridische</strong> Opleiding<strong>en</strong> 89

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!