29.01.2013 Views

Juridische haken en ogen aan arbeidscontracten voor bepaalde tijd

Juridische haken en ogen aan arbeidscontracten voor bepaalde tijd

Juridische haken en ogen aan arbeidscontracten voor bepaalde tijd

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

afwijking van het beginsel dat e<strong>en</strong> objectieve red<strong>en</strong> noodzakelijk is – toestaat zonder dat<br />

van e<strong>en</strong> objectieve red<strong>en</strong> sprake is?<br />

3. Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> van deze drie vrag<strong>en</strong> bevestig<strong>en</strong>d wordt beantwoord: di<strong>en</strong>t de nationale<br />

rechter de met het EG-recht strijdige nationale bepaling buit<strong>en</strong> toepassing te lat<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

geldt dan het algem<strong>en</strong>e beginsel van het nationale recht, volg<strong>en</strong>s hetwelk<br />

arbeidsovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>bepaalde</strong> <strong>tijd</strong> alle<strong>en</strong> zijn toegest<strong>aan</strong> als er sprake is van e<strong>en</strong><br />

objectieve red<strong>en</strong>?’’<br />

De ontvankelijkheid van de prejudiciële verwijzing<br />

32. Ter terechtzitting heeft de Bondsrepubliek Duitsland de ontvankelijkheid van het<br />

verzoek om e<strong>en</strong> prejudiciële beslissing <strong>aan</strong>gevocht<strong>en</strong> op grond dat het hoofdgeding fictief<br />

dan wel gekunsteld is. Helm heeft immers in het verled<strong>en</strong> terzake van de<br />

onrechtmatigheid van par. 14, lid 3, van het TzBfG publiekelijk e<strong>en</strong>zelfde standpunt<br />

verdedigd als Mangold thans.<br />

33. Di<strong>en</strong><strong>aan</strong>g<strong>aan</strong>de zij allereerst er<strong>aan</strong> herinnerd, dat wanneer e<strong>en</strong> vraag omtr<strong>en</strong>t de<br />

uitlegging van het Verdrag of van de door de instelling<strong>en</strong> van de Geme<strong>en</strong>schap verrichte<br />

handeling<strong>en</strong> wordt opgeworp<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> rechterlijke instantie van e<strong>en</strong> lidstaat, die<br />

instantie, indi<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> beslissing op dat punt noodzakelijk acht <strong>voor</strong> het wijz<strong>en</strong> van haar<br />

vonnis, kracht<strong>en</strong>s artikel 234 EG-Verdrag het Hof kan verzoek<strong>en</strong> over die vraag e<strong>en</strong><br />

uitspraak te do<strong>en</strong> (zie onder meer arrest van 21 maart 2002, Cura Anlag<strong>en</strong>, C-451/99,<br />

Jurispr. blz. I-3193, punt 22).<br />

34. In het kader van deze verwijzingsprocedure is de nationale rechter, die als <strong>en</strong>ige<br />

rechtstreeks k<strong>en</strong>nis heeft van de feit<strong>en</strong> van het geding, het best in staat om, gelet op de<br />

bijzonderhed<strong>en</strong> van de zaak, de noodzaak van e<strong>en</strong> prejudiciële beslissing <strong>voor</strong> het wijz<strong>en</strong><br />

van zijn vonnis te beoordel<strong>en</strong> (zie arrest<strong>en</strong> van 16 juli 1992, Meilicke, C-83/91, Jurispr.<br />

blz. I-4871, punt 23; 7 juli 1994, McLachlan, C-146/93, Jurispr. blz. I-3229, punt 20; 9<br />

februari 1995, Leclerc-Siplec, C-412/93, Jurispr. blz. I-179, punt 10, <strong>en</strong> 30 september<br />

2003, Inspire Art, C-167/01, Jurispr. blz. I-10155, punt 43).<br />

35. Wanneer de door de nationale rechterlijke instantie gestelde vrag<strong>en</strong> betrekking<br />

hebb<strong>en</strong> op de uitlegging van e<strong>en</strong> bepaling van geme<strong>en</strong>schapsrecht, is het Hof van Justitie<br />

derhalve in beginsel verplicht daarop te antwoord<strong>en</strong> (zie arrest van 8 november 1990,<br />

Gmurzynska-Bscher, C-231/89, Jurispr. blz. I-4003, punt 20; arrest Leclerc-Siplec, reeds<br />

<strong>aan</strong>gehaald, punt 11; arrest van 23 februari 1995, Bordessa e.a., C-358/93 <strong>en</strong> C-416/93,<br />

punt 10, <strong>en</strong> arrest Inspire Art, reeds <strong>aan</strong>gehaald, punt 44).<br />

36. Het Hof di<strong>en</strong>t ev<strong>en</strong>wel, ter toetsing van zijn bevoegdheid, e<strong>en</strong> onderzoek in te stell<strong>en</strong><br />

naar de omstandighed<strong>en</strong> waaronder de nationale rechter hem om e<strong>en</strong> prejudiciële<br />

beslissing heeft verzocht. De geest van sam<strong>en</strong>werking die in het verloop van de<br />

verwijzingsprocedure moet heers<strong>en</strong>, houdt namelijk ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in dat de nationale rechter<br />

zijnerzijds oog di<strong>en</strong>t te hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de <strong>aan</strong> het Hof opgedrag<strong>en</strong> taak, welke bestaat in<br />

het bijdrag<strong>en</strong> tot de rechtsbedeling in de lidstat<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet in het gev<strong>en</strong> van<br />

rechtsgeleerde adviez<strong>en</strong> over algem<strong>en</strong>e of hypothetische vrag<strong>en</strong> (arrest van 3 februari<br />

1983, Robards, 149/82, Jurispr. blz. 171, punt 19, <strong>en</strong> reeds <strong>aan</strong>gehaald arrest<strong>en</strong><br />

Meilicke, punt 25, <strong>en</strong> Inspire Art, punt 45).<br />

37. Gelet op deze taak heeft het Hof geoordeeld, ge<strong>en</strong> uitspraak te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over<br />

e<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> nationale rechter opgeworp<strong>en</strong> prejudiciële vraag wanneer duidelijk blijkt<br />

dat de uitlegging van het geme<strong>en</strong>schapsrecht ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel verband houdt met e<strong>en</strong> reëel<br />

geschil of met het <strong>voor</strong>werp van het hoofdgeding.<br />

38. In de onderhavige zaak valt ev<strong>en</strong>wel nauwelijks te betwist<strong>en</strong> dat het verzoek van de<br />

nationale rechter om uitlegging van het geme<strong>en</strong>schapsrecht daadwerkelijk beantwoordt<br />

<strong>aan</strong> e<strong>en</strong> objectieve behoefte, die inher<strong>en</strong>t is <strong>aan</strong> de oplossing van e<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hem<br />

<strong>aan</strong>hangig geschil. Zo wordt niet betwist dat de overe<strong>en</strong>komst feitelijk is uitgevoerd <strong>en</strong><br />

OSR <strong>Juridische</strong> Opleiding<strong>en</strong> 64

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!