Het water.qxd - Providence Mountain Ranch
Het water.qxd - Providence Mountain Ranch
Het water.qxd - Providence Mountain Ranch
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
U zegt: Maar je moet toch geloven?<br />
Hoe doe je dat dan, mens?<br />
U zegt: Maar anders zijn we verloren!<br />
Ja, dat ben ik ook. Eerlijk gezegd: Dat was ik, namelijk verloren,<br />
verloren, voor eeuwig verloren! “Schatte mij geheel verloren,<br />
‘k mocht van geen ontferming horen en als mijn ziel aan God<br />
gedacht, loosde ik niets dan klacht op klacht.”<br />
U zegt: “Dat is toch ook een hopeloos leven, om radeloos van<br />
te worden?”<br />
Ja, dat was het, maar het was zo en ik kon het niet veranderen.<br />
Krachtens het vonnis der Wet was ik echt voor de hel bestemd,<br />
want Gods Wet is heilig en goed en ik was een onheilige en een<br />
goddeloze. Omdat ik geloofde dat de Wet heilig en goed was, kon<br />
het niet anders dan rampzalig met mij aflopen. <strong>Het</strong> oordeel had<br />
zich in mijn ziel vastgemaakt en iedereen kon nog zalig worden,<br />
alleen ik nooit meer. Ik was als afgesneden uit het land der levenden.<br />
Ik kon noch roepen, noch bidden. Ik durfde niet te slapen,<br />
bevreesd om in de hel te ontwaken.<br />
U zegt: Maar man, dan ben je toch overrijp voor het Evangelie?<br />
Nee, ik was rijp voor de hel, o eeuwig buiten God, eeuwig<br />
rampzalig, eeuwig hel en eeuwig wee, want toen dat laatste<br />
draadje op een nacht werd doorgeknipt, ging ik erin ook..., als een<br />
verdoemde..., als een brandhout voor de hel, en toch niet verbrand,<br />
nee, toch niet verdoemd, nee, want toen ik mij in de hel<br />
waande, is Christus mijn hel tot een Hel geworden en toen werd<br />
Hij mijn Hemel.<br />
“Want Christus...!”<br />
O diepte des rijkdoms...! Christus gestorven voor zo’n goddeloze,<br />
voor een hellemonster! <strong>Het</strong> kan niet, het kon niet en ‘t is toch<br />
gebeurd. Ja, toen kwam ik in het eeuwige wonder. Weet u wat er<br />
toen overbleef? Ongelovige ziele-blijdschap! Ik weet niet of u mij<br />
verstaat, maar toen ik het van blijdschap nog niet geloofde, toonde<br />
Hij mij Zijn doorboorde Middelaarshanden. Daarin stond ik<br />
gegraveerd, in Zijn beide handpalmen, ineens en voor altijd. “Ere<br />
zij aan God de Vader! Ere zij aan God de Zoon! Ere zij aan de<br />
Heilige Geest! “Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had<br />
moeten sterven.”<br />
Ach, ik kan er amper van stamelen. Ik kan dat wonder niet uitleggen.<br />
<strong>Het</strong> is niet te vatten, niet te begrijpen, alleen maar te<br />
bewonderen, te aanbidden. Maar ik zou het wel uit willen bazuinen...!<br />
U zegt: Wat?<br />
“Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd<br />
voor de goddelozen gestorven!”<br />
1 2 9